Eén bestuurder moet private stichting aantrekkelijker maken

Rutger Van Boven
Expert aan het woord

Expert aan het woord verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

10 januari 2018, 18:25 Bijgewerkt op: 20 juli 2022, 08:02

Als alles volgens schema verloopt, wordt over het nieuwe vennootschapsrecht waaraan de federale regering werkt in het najaar van 2018 in de Kamer gestemd. Op basis van de huidige ontwerpteksten kondigen zich enkele belangrijke veranderingen aan voor families die met een controlevehikel willen werken.

Familiale bedrijfseigenaars hebben wel vaker behoefte aan een private stichting of een burgerlijke maatschap, bijvoorbeeld wanneer zij aandelen willen schenken aan de volgende generatie en toch de controle over het bedrijf behouden. Daarnaast bevorderen ze de continuïteit van de onderneming en bieden ze een oplossing aan niet-actieve kinderen als aandeelhouder. Zij verwerven economische rechten zonder actief te moeten worden in het bedrijf. Vooral de private stichting met haar onbepaalde levensduur is daar zeer dienend. Het geeft aan hoe controlestructuren het familiale karakter sterker verankeren door het samenhouden van de aandelen.

Extra stimulans

De private stichting bestaat in ons land sinds 2003. Bij onze noorderburen kan je al veel langer terecht voor een Stichting Administratiekantoor (STAK). Een van de argumenten waarom families ook na 2003 de grens bleven overtrekken, was de Belgische verplichting om minstens drie bestuurders voor een private stichting aan te wijzen. Zo kan de controle over de onderneming niet in handen van één enkele persoon worden gelegd. In het nieuwe vennootschapsrecht gaat ook ons land nu voor minimaal één bestuurder.

In het nieuwe vennootschapsrecht gaat ook ons land nu voor minimaal één bestuurder.

Die ingreep zou het aantal Belgische private stichtingen-administratiekantoor moeten doen stijgen. Een bijkomende nieuwigheid is de incorporatieleer: de plaats waar een rechtspersoon wordt opgericht geldt daarbij als de nationaliteit. Tot nu toe gaat ons land uit van de ‘werkelijkezetelleer’, waardoor een Nederlandse STAK met vergaderingen en raden van bestuur in ons land toch als een Belgisch vehikel kan worden aanzien. In de nieuwe wetgeving zal een Nederlandse STAK altijd Nederlands blijven. Daardoor moeten families met een STAK niet langer de grens over voor bijvoorbeeld hun raden van bestuur.

Onderscheid verdwijnt

Ook voor de burgerlijke maatschap heeft de huidige ontwerptekst een belangrijke nieuwigheid in petto. Een burgerlijke maatschap is nu nog een burgerlijke vennootschap waarin de ‘maten’ gedeeld aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. Het nieuwe vennootschapsrecht maakt een einde aan het onderscheid tussen de burgerlijke en de handelsvennootschap. Onder het toekomstige vennootschapsrecht zullen de maten bijgevolg hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. Dat betekent dat ze vanaf dan elk afzonderlijk voor het totaal van de schulden kunnen worden aangesproken. De impact van die wijziging is echter sterk afhankelijk van het type vennootschap dat door de maatschap wordt aangehouden. Wie aandelen heeft in een BVBA, heeft minder zorgen op vlak van aansprakelijkheid.

Rutger Van Boven

Partner bij BDO Belgium