Stijn Fockedey

Facebook, of het Electrabel van ons sociaal leven

Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

De teleurstellende beursgang van Facebook is koren op de molen van de sceptici. ‘s Wereld grootste sociale netwerk kan binnen de kortste keren als een pudding in elkaar zakken, is hun idee. Ze dwalen. Facebook is een nutsvoorziening geworden, waar gebruikers tegen heug en meug bij blijven. Een soort Electrabel, eigenlijk.

Dat Facebook (een omzet van 3 miljard en ongeveer 800 miljoen euro nettowinst) op de beurs een hogere waardering heeft dan bijvoorbeeld de autoproducent Volkswagen (omzet van 159,3 miljard en 15,7 miljard euro nettowinst) doet bij heel wat waarnemers de wenkbrauwen fronsen. De dotcombubbel is terug, klinkt het. Hoe kan het anders dat een gratis website, waar advertenties de voornaamste bron van inkomsten zijn, veel hoger wordt ingeschat dan bedrijven met een veel grotere omvang die bovendien nog eens echte, tastbare dingen maken?

De geschiedenis van Silicon Valley is rijk aan netwerksites die na een steile opgang nog sneller de dieperik ingaan, denk maar aan Friendster, MySpace en andere. Logisch ook, zeggen de sceptici, want wat is gemakkelijker dan een profiel aan te maken bij weer eens een ander netwerk? Waarom zouden de gebruikers van Facebook dan niet massaal verhuizen zodra een andere site de talk of the town wordt?

Het antwoord is heel simpel: omdat ze dat niet meer kunnen. Facebook heeft door zijn schaalgrootte een kritische massa bereikt. Natuurlijk zijn er onder de 900 miljoen actieve gebruikers ongetwijfeld mensen die ermee willen kappen. En toch blijven ze inloggen, omdat ze anders niet meer op de hoogte zijn van wat er in hun directe omgeving gebeurt.

Kijk eens om u heen. Hoe jonger de mensen, hoe meer ze belangrijke gebeurtenissen in hun vriendenkring (huwelijken, geboortes,…) via Facebook te weten komen. Dagelijks worden er meer dan 300 miljoen foto’s gedeeld. Voor veel tieners is de netwerksite zelfs populairder dan e-mail.

Sociaalnetwerksites hebben een latente nood bij de mensheid aangeboord: het online delen van informatie met de directe omgeving. Ieder jaar verdubbelt de gedeelde informatie op netwerksites. De ‘wet van Mark Zuckerberg’ wordt dat genoemd, naar de oprichter van Facebook. Zijn netwerksite is de populairste plaats om al die nieuwtjes te delen en zonder al te grote misstappen van Zuckerberg en co zal dat nog jaren duren.

Met elk jaar dat een gebruiker er actief is, stijgt de kostprijs om er van weg te trekken. Gebruikers kunnen hun vriendenlijst, interacties en foto’s wel degelijk van Facebook halen en eventueel weer in een andere site invoeren. Maar het gros van de gebruikers is technisch niet genoeg onderlegd om dat te doen. Veel fans van het eerste uur zijn dat wel, maar blijven tegen heug en meug actief omdat ze niet genoeg vrienden meekrijgen naar andere sites.

Facebook is niet meer hip, zeggen de non-believers. Dat moet het ook niet zijn van Mark Zuckerberg. Zijn sociaal netwerk moet in de eerste plaats onmisbaar zijn. Zoals we zelf geen elektriciteit kunnen maken, kunnen we ook niet op eigen houtje een netwerksite beginnen. Wat Electrabel is voor onze elektriciteit, is Facebook voor ons sociaal leven. Of toch voor dat van de 900 miljoen gebruikers die gemiddeld zeven uur per maand op de site actief zijn.

Wél waar is dat Zuckerberg meer en meer de aandacht van de overheden trekt. De grootste bedreiging voor Facebook is op dit moment dan ook niet een of andere concurrent, maar politici die omwille van de privacy de werking van zijn site kunnen beknotten.

Stijn Fockedey


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content