Stijn Fockedey

‘Terroristen regelen niet alles via het internet’

Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Terroristen kunnen niet alles regelen via het internet, er zijn ook andere mogelijkheden om hun plannen te verstoren. Dat zegt Trends-redacteur Stijn Fockedey.

Dinsdag kon het FBI eindelijk de iPhone van een gedode terrorist kraken, vermoedelijk met de hulp van een Israëlisch softwarebedrijf. De Amerikaanse veiligheidsdienst zet tegelijk een juridische procedure stop om fabrikant Apple te dwingen een achterpoortje in de software van die iPhone te installeren, een beveiligingslek. Apple verzette zich met hand en tand, want dat zou alle iPhones kwetsbaar maken. Het verkoopt ongeveer 240 miljoen iPhones per jaar, en dat vindt de fabrikant terecht een veel te groot risico. Zeker omdat de smartphones zo niet alleen kwetsbaarder zijn voor cyberaanvallen van de Amerikaanse overheid, maar op termijn zouden ook andere naties, cybercriminelen en terroristen die achterpoortjes vinden. Dit is slechts een korte pauze. Er zullen nog conflicten komen tussen veiligheidsdiensten en techbedrijven.

‘Wellicht zal de samenleving wat privacy moeten opofferen in de strijd tegen de terreur’

Door de aanslagen van 22 maart in Brussel komt ook in België onvermijdelijk een politiek debat op gang over de vraag of de veiligheids- en politiediensten meer macht voor elektronische surveillance moeten krijgen. Wellicht zal de samenleving wat privacy moeten opofferen in de strijd tegen de terreur. Zo zullen telecom- en techbedrijven aan de veiligheidsdiensten meer toegang moeten geven tot informatie over de activiteiten van hun gebruikers.

Eén doos van Pandora moet wel dicht blijven: techbedrijven mogen er niet toe worden verplicht achterpoortjes in hun software of toestellen in te bouwen waarmee overheidsdiensten de beveiliging kunnen omzeilen. Het zet de deur open voor zwaar misbruik door de overheid. Het maakt burgers en bedrijven ook bijzonder kwetsbaar voor cybercriminaliteit en cyberterreur. Criminelen, terroristen of vijandige naties kunnen die achterpoortjes ook vinden.

Natuurlijk moet de wetgeving over de bijzondere opsporingsmethoden worden aangepast. De laatste update dateert van 2005. Ondertussen is de gewone gsm vervangen door een smartphone. Terroristen bellen en sms’en niet meer, ze gebruiken nieuwe diensten waarmee ze berichten kunnen versleutelen. Overal ter wereld willen beleidsmakers daar toegang toe krijgen door achterpoortjes in de systemen te installeren. Dat was ook de inzet van het conflict tussen Apple en het FBI.

Maar terroristen kunnen niet alles regelen via het internet, er zijn ook andere mogelijkheden om hun plannen te verstoren. Ook in Brussel waren die er. Het wordt stilaan duidelijk dat er fouten zijn gemaakt in het onderzoek naar het terreurnetwerk achter de aanslagen. Een betere uitwisseling van informatie en meer investeringen in traditioneel speurwerk konden mensenlevens hebben gered. Dat houdt minder maatschappelijke risico’s in dan het opzettelijk verzwakken van IT-systemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content