Toen Gauthier Fraiture, die net was afgestudeerd als handelsingenieur, ging kijken naar een basketbalwedstrijd van zijn vriend Corentin Wilmot, kregen ze het idee voor een nieuw bedrijf: een netwerk voor sportievelingen.
” Gauthier wilde weten of er apps bestonden voor sportstatistieken op lokaal niveau”, herinnert Corentin Wilmot zich. “Dat zette ons aan het denken over de berichtgeving over sport. Die denkoefening mondde uit in SportyMe, ons sociaal netwerk voor sporters, waar we ook de clubs, de federaties en kinesisten op termijn bij willen betrekken.” De opzet is atleten – ongeacht het niveau waarop ze spelen – samen te brengen op een platform, zodat ze informatie kunnen verspreiden en delen, of gewoon contacten kunnen leggen.
Basisversie gratis
De voorlopige website van de Naamse ondernemers, die beschikbaar is in het Engels en het Frans, bestaat uit twee onderdelen. In het eerste staan de profielen die sporters kunnen aanmaken. Daarop staat hun transferstatuut, foto’s en inlichtingen over het team of hun sportieve prestaties. Het tweede deel van de website, dat nog wordt ontwikkeld, staat in het teken van de interactie die typisch is voor sociaalnetwerksites. Elke gebruiker kan een bericht posten dat andere sportievelingen kunnen liken en becommentariëren. Amateursporters kunnen zich gratis inschrijven. De starter werkt met een freemiummodel: de basisversie is gratis, maar bepaalde functies worden betalend.
Facebook
SportyMe, dat in 2015 in de steigers werd gezet via de Waalse accelerator Nest!Up, doet een beetje denken aan Facebook, maar vooral aan LinkedIn. Gebruikers kunnen bijvoorbeeld aanbevelingen formuleren over de vaardigheden van de sporter, zoals “prima linkervoet”, “scoort makkelijk” of “uitstekend bij de ring”. Als een club iets ziet in een bepaald profiel, kan ze dat laten weten. Het is dan aan de sporter om uit te maken of hij met dat contact iets doet. “Inschrijven op de website blijft nog een tijdje gratis, maar later komen er ook premiumaccounts”, zegt Wilmot. “De oude versie van de website, die op 15 april werd vervangen, telde 180 gebruikers. Tegen september moeten dat er minstens 10.000 zijn. Pas dan kunnen we plannen maken om ons project verder uit te bouwen.”
Emelien Hofman
