MasterCard verliest definitief van EU Commissie

© istock
Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

De Europese Commissie heeft wel degelijk het recht om op te treden tegen het tarificatiesysteem van MasterCard, zegt het Europees Hof van Justitie. Het arrest in beroep maakt de weg vrij voor het voorstel van het Europees parlement om de kosten van betaalkaarttransacties te plafonneren.

De zaak gaat terug tot een beschikking van de Europese Commissie uit 2007. Die vond de tariefafspraken tussen de banken binnen het MasterCard-betaalkaartensysteem een ernstige beperking van de mededinging. Zij waren ook nadelig voor de handel tussen de lidstaten, vond de Commissie.

De betrokken tariefafspraken draaien rond de transactievergoeding die de bank van de handelaar specifiek betaalt aan de bank van de kaarthouder. Volgens MasterCard is die vergoeding nodig om de bank van de kaarthouder te belonen voor het uitgeven en het promoten van de betaalkaart. Uiteindelijk wordt de vergoeding aan de handelaar doorgerekend.

Technisch heet de betwiste vergoeding de “multilaterale fall-back afwikkelingsvergoeding” (MFA). De “fall-back” in de naam maakt duidelijk dat het om een ‘terugvalpositie’ gaat voor situaties waarin er vooraf geen bilaterale tariefafspraken zijn gemaakt tussen de bank van de handelaar en de kaartuitgevende bank.

Het is het bestuur van MasterCard Inc. zelf dat de betreffende afwikkelingsvergoedingen vastlegt. Ze staan los van de kosten die de handelaar sowieso betaalt voor de verwerking van de transactie, de zogenaamde “merchant service charge” (MSC).

Toch een ondernemersvereniging

MasterCard en grote banken zoals HSBC en Banco Santander argumenteerden voor het Hof dat MasterCard Inc. geen “ondernemersvereniging” is in de zin van artikel 81 van het Europees Verdrag. Dat artikel verbiedt afspraken tussen ondernemingen of binnen ondernemersverenigingen die de concurrentie beperken, tenzij ze noodzakelijk zijn voor – kort samengevat – het algemeen belang.

MasterCard vindt zich onterecht betiteld als ondernemersvereniging omdat het sinds zijn beursintroductie in 2006 een zelfstandige commerciële entiteit is, die niet geleid wordt door zijn aangesloten banken. Een meerderheid van de bestuurders is zelfs niet eens verbonden met een financiële instelling, luidt het.

Het Europees Hof van Justitie heeft nu opnieuw dat argument verworpen. Het Hof vindt dat de nieuwe organisatievorm na 2006 niet belet dat de banken door de besluiten van MasterCard over de MFA’s “hun gedrag willen coördineren of er minstens mee instemmen dat dit gebeurt”. Bovendien vallen hun belangen samen met de belangen waarmee rekening wordt gehouden bij de vaststelling van de MFA’s, oordeelt het Hof.

“MFA’s beperken concurrentie”

Hoewel de rechters fouten erkennen in het vonnis in eerste aanleg, bleef de uitspraak staan dat de multilaterale fall-back afwikkelingsvergoedingen anticoncurrentieel werken. “De MFA’s zorgen ervoor dat de handelaren minder druk kunnen uitoefenen op de acquiring banken (de banken die voor rekening van de handelaars werken) en leiden derhalve tot verminderde concurrentie tussen acquirers op het vlak van het bedrag van de merchant service charge”, accepteert het Hof. Handelaren hebben maar een beperkte onderhandelsmacht omdat zij moeten arbitreren tussen de transactiekosten enerzijds en de negatieve gevolgen van de weigering om een betaalmiddel te aanvaarden en de bijhorende discriminatie van bepaalde klanten anderzijds, had de rechter in eerste aanleg al geaccepteerd.

Afwikkelingsvergoedingen onnodig

Het Hof zag ook geen fouten in het eerdere besluit dat de MFA’s “niet objectief noodzakelijk waren voor de werking van het MasterCard-systeem”. MasterCard kan zeer wel andere manieren van kostenverdeling uitwerken, die de concurrentie minder beperken, was de redenering.

Het MasterCard-front pleitte dat het vorige vonnis onvoldoende rekening had gehouden met de voordelen van de MFA’s voor de consumenten-kaarthouders. Als de MFA’s worden afgeschaft, bestaat immers de mogelijkheid dat de kosten voor de consument stijgen. Daarmee probeerden de banken zich te beroepen op de uitzonderingen die de concurrentieregelgeving voorziet voor afspraken die in het algemeen belang zijn.

Ook hier vingen de klagers bot. Een concurrentiebeperkende ingreep die manifest nadelig is voor één groep klanten (de handelaren op de acquirersmarkt) kan niet zomaar worden goedgekeurd omdat hij mogelijk voordelen heeft voor een andere groep klanten (de consumenten op de markt van de kaartuitgevers), steunt het Hof het eerdere vonnis.

Nul op rekwest dus over de hele lijn.

Weg naar Europese regelgeving ligt open

“Wij zijn enorm gelukkig met deze beslissing”, meldde directeur-generaal Christian Verschueren van de belangenvereniging van de handelaren, EuroCommerce. “Wij doen beroep op MasterCard om zijn vergoedingen te herzien, niet enkel grensoverschrijdend, maar ook op nationaal niveau”.

Verschueren hoopt dat de Europese regelgevers nu snel werk maken van de voorgestelde Europese verordening. Het Europees parlement heeft daarvoor in april een voorstel goedgekeurd dat iets verder ging dan de oorspronkelijke voorstellen van de Europese Commissie. Het parlement wil onder meer een aantal vergoedingen voor betaalkaarttransacties plafonneren, zelfs als dat om niet-grensoverschrijdende transacties gaat. De Raad, het parlement en de Commissie moeten nu tot een akkoord komen over de ontwerpverordening.

MasterCard: kosten consument stijgen effectief

MasterCard van zijn kant publiceerde zopas een studie over de effecten van de gedwongen verlaging van de afwikkelingsvergoedingen met 30 procent in Frankrijk in 2011. Onderzoekers van The Brattle Group en van de University of Essex, in opdracht van MasterCard, schatten dat de maatregel de Franse retailers op 10 jaar tijd ruim 1 miljard euro extra winst oplevert. Het zijn echter vooral de grote spelers die daarvan profiteren. “Consumenten zijn slechter af. Hun bankkosten stijgen in de orde van 15 euro per kaarthouder per jaar. Dat winnen ze niet terug uit een gelijkaardige daling van de kleinhandelsprijzen. De consumenten betalen gewoon de extra winsten van de handelaren”, schrijven de onderzoekers. Voor de banken zelf had de maatregel geen merkelijk effect. Zij hebben het verlies aan inkomsten uit het uitgeven van kaarten kunnen compenseren door lagere kosten aan de acquiringkant bij de handelaren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content