Europees Hof verdedigt concurrentie in software

© belga

Een licentiecontract mag niet verhinderen dat gebruikers de werking van een softwareprogramma bestuderen om een concurrerend product te maken, stelt het Europese Hof van Justitie in een arrest van 2 mei.

Het is een fundamentele uitspraak. Ze betekent dat softwareproducenten niet kunnen beletten dat anderen ongevraagd programma’s schrijven die met hun software samenwerken of concurreren. “Ze illustreert de trend om in betwistingen over intellectuele rechten meer waarde toe te kennen aan het algemeen belang”, meent Flip Petillion, partner van Crowell & Moring, een expert in intellectuele rechten.

De uitspraak kwam er op vraag van het Britse Hooggerechtshof, dat een klacht van SAS Institute tegen World Programming Limited (WPL) behandelt. WPL ontwikkelde een programma dat toeliet om SAS-scripts zonder verandering te draaien in WPL-software. Op die manier had WPL meer kans om de gebruikers van SAS te overtuigen om op WPL-software over te schakelen. Voor de ontwikkeling van zijn software gebruikte WPL geen code van SAS. Wel staat vast dat WPL een licentie op de SAS-software kocht en de handleidingen van SAS bestudeerde.

Het Europees Hof stelt nu duidelijk dat de broncode, de machinecode en de voorbereidende ontwerpen van een programma door het auteursrecht beschermd zijn omdat zij “expressies” zijn, zoals kunstwerken. Functionaliteit, programmeertaal en databestandsformaten zijn “ideeën” en niet beschermd. Het creëren van andere, zelfs gelijkende, expressies is toegelaten, zolang ze maar niet via kopiëren tot stand komen.
SAS mag in zijn licentievoorwaarden ook niet verbieden dat zijn klanten hun legitiem aangekochte programma laten draaien om de werking van dat programma te achterhalen, stelt het Hof. Die klanten hebben daarvoor geen toestemming nodig. (B.L.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content