Een goedkoop charmeoffensief

Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken. Een eeuwenoude volkswijsheid, maar Europa maakt beter een uitzondering voor het nieuwe investeringsfonds van Google.

Het Amerikaanse internetbedrijf trekt via Google Ventures 73,5 miljoen euro (100 miljoen dollar) uit voor Europese technologiebedrijven. In een mededeling legt het investeringsvehikel de link met oude Europese innovaties zoals de stoomlocomotief en penicilline: “Wonderlijke uitvindingen die mooi illustreren hoe onverschrokken ontdekkers en ondernemers de wereld kunnen veranderen.” In die traditie wil Google nu ook in Europa starters ondersteunen. Maar achter die idealistische retoriek gaan geslepen motieven schuil.

Google is geen liefdadigheidsinstelling, maar wil rendement zoals elk ander bedrijf. Dat is de belangrijkste reden waarom het in Europa investeert. Het heeft lang geduurd, maar nu ontstaan er ook in Europa clusters van nieuwetechnologiebedrijven. Daardoor hebben investeerders meer kans om hun geld in veelvoud terug te krijgen. Het fonds van Google is relatief bescheiden en misschien in de eerste plaats een broodnodig charmeoffensief. Google ruziet de jongste jaren voortdurend met Europese instellingen en de lidstaten, onder meer over zijn dominante positie als zoekmotor en het negeren van de Europese privacyregels.

Europa mag zich niet laten paaien door investeringsbeloftes. De bescherming van de privacy en de vrijwaring van de concurrentie in Europa zijn belangrijker. Zeker in die laatste optiek moet de EU ook de investeringen van Google met argusogen volgen. Google Ventures heeft al ongeveer 2 miljard euro gestopt in hoofdzakelijk Amerikaanse bedrijven, waaronder Uber. De onlinetaxicentrale is goed geïntegreerd in de Amerikaanse versie van Google Maps. Concurrenten van Uber zien dat met lede ogen aan. De Europese Unie zal veel lastiger doen over zulke voorkeursbehandelingen, en terecht.