Alibaba, handelsplaats voor de fabriek van de wereld

De Chinese e-commercegigant Alibaba Group haalt vrijdag bij zijn beursgang wellicht zo’n 22 miljard dollar op. Dat recordbedrag zal voor internationale naamsbekendheid zorgen en voor meer concurrentie in de maakindustrie.

Alibaba is een complexe e-commercegroep met tientallen sites en verwante diensten. Maar de kernactiviteit is eenvoudig: verkopers en klanten met elkaar in contact brengen. Of het nu om particulieren (Taboa) of bedrijven (Alibaba) gaat in China, de sites van Alibaba zijn voor hen dé handelsplaats. Ongeveer 80 procent van de Chinese e-commerce verloopt via Alibaba Group. Dat is goed voor een handelsvolume van 248 miljard dollar per jaar. De commissies die Alibaba daarop neemt, komen op een omzet van 4,6 miljard dollar, de nettowinst bedraagt 1,4 miljard dollar.

Voorlopig heeft Alibaba zijn handen vol aan China, waar de e-commerce wellicht zal verdubbelen tegen 2017. Het gros van het opgehaalde geld zal Alibaba gebruiken om zijn positie in China te verstevigen. Voor Amazon, Bol.com en Zalando is Alibaba daarom geen directe bedreiging. Maar voor andere westerse bedrijven in de maakindustrie is de beursgang van Alibaba wel slecht nieuws.

De Chinese handelsplaats krijgt internationale bekendheid en dat betekent dat nog meer buitenlandse particulieren en bedrijven bij Chinese bedrijven gaan kopen. Dankzij de handelsplaats kan men er ook nog partners vinden voor kleinere en gespecialiseerde bestellingen. China is de voorbije decennia de fabriek van de wereld geworden. Van hoogtechnologische gadgets tot goedkoop textiel, alles wordt er gemaakt. Met Alibaba zijn die fabrieken nog beter ontsloten en schakelt de concurrentie in de maakindustrie nog een versnelling hoger.