ACTA geeft bestrijders piraterij permanent internationaal secretariaat

© belga

Na de elfde onderhandelingsronde over het anti-piraterijverdrag ACTA mag de lobby van de intellectuele eigendomsrechtenbezitters de champagne boven halen.

Via het “ACTA Committee”, dat met het ACTA-verdrag wordt opgericht, krijgt de lobby van intellectuele rechtenbezitters nu een permanent secretariaat dat wereldwijd de strengere aanpak van namaak, piraterij en octrooi-inbreuken kan coördineren en bijsturen. Het Comité wordt ook de studiedienst voor wijzigingen aan het anti-piraterijverdrag. Eventuele veranderingen in het verdrag moeten wel nog afzonderlijk door de ondertekenende partijen worden geratificeerd.

Gedelegeerd bestuurder Robert Holleyman van de Business Software Alliance, de piraterij-bestrijdingsorganisatie van de grote softwarefabrikanten, liet weten dat de overeenkomst “stevige nieuwe middelen schiep” om softwarepiraterij in te perken. Hij noemde ACTA “een belangrijk verdrag”, ook al is het nog niet getekend. Onder meer de EU, VS, Japan en Korea nemen deel aan de onderhandelingen over het verdrag. Brazilië, China, India en Rusland niet.

Volgens een communiqué van de ACTA-onderhandelaars zelf kunnen de resterende plooien in de ontwerptekst zonder verdere onderhandelingsronde worden gladgestreken.

ACTA staat voor Anti-Counterfeiting Trade Agreement en bevat afspraken over de manier waarop de deelnemende staten moeten optreden tegen schendingen van intellectuele eigendomsrechten. Daaronder verstaat het verdrag alles wat de Overeenkomst over de Handelsaspecten van de Intellectuele Eigendom (TRIPS) al als zodanig betitelt: auteursrecht en naburige rechten, merken, beschermde geografische aanduidingen (zoals Brussels grondwitloof), industriële ontwerpen, octrooien, lay-out ontwerpen van geïntegreerde schakelingen en bedrijfsgeheimen.

Controverse in het Europees Parlement

De bepalingen van ACTA zijn afdwingbaar. Ze zijn wetgevend over de hoofden van de verkozen parlementsleden heen. Het Europees Parlement kan nog wel weigeren het verdrag te ratificeren, maar kan geen wijzigingen aanbrengen. Vandaar het grote wantrouwen in het Europees Parlement over de onderhandelingen, die met ACTA bovendien een parallelle structuur willen opzetten naast de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de Wereldorganisatie Intellectuele Eigendom van de Verenigde Naties (WIPO).

“De Gucht garandeerde in het plenaire debat van 8 september dat de eisen van het Europees Parlement nauwgezet zouden worden gerespecteerd”, mailde europarlementslid Ivo Belet (EVP) ons in september nog. De voorlopige tekst toont dat er wel degelijk met de kritiek van het parlement rekening is gehouden.

Operatoren niet in het vizier – of wel?

Zo is het verdrag duidelijk beperkt tot de handhaving van bestaande intellectuele eigendomsrechten, een eis van het parlement. De lidstaten zijn ook niet verplicht om de afgesproken procedures toe te passen op “kleine hoeveelheden niet-commerciële goederen in de persoonlijke bagage van reizigers” – lees: mp3-spelers en laptops zullen aan de grens niet worden doorzocht op gekopieerd materiaal.

Ook zeilt de tekst handig langs de controverse over de aansprakelijkheid van sociale netwerken en internet service providers bij piraterij op hun infrastructuur. De handhavingsprocedures zijn van toepassing op inbreuken op het auteursrecht via digitale netwerken, heet het, “inclusief het onwettig gebruik van middelen voor wijdverbreide distributie met inbreukmakende doeleinden”. Maar dezelfde paragraaf bepaalt dat de toepassing van de procedures “overeenkomstig de wet van elke partij in het verdrag, fundamentele principes zoals vrijheid van meningsuiting, eerlijk proces en privacy moet respecteren”. Het eerste deel van de paragraaf geeft zo de mogelijkheid om op te treden tegen internet service providers. Het tweede deel stipuleert dat daar best voorwaarden aan vast mogen hangen die internet service providers beschermen en hun aansprakelijkheid beperken, zoals bepaald is in de Europese richtlijn op de elektronische handel.

Veel hangt dus af van de afweging van de rechten van de bezitters van intellectuele rechten tegenover de rechten van de gebruikers door de lokale wetgever.

Onduidelijkheid over octrooibescherming

Nog enkele controversiële punten liggen open. Zo wil de Amerikaanse regering dat het verdrag niet toepasselijk is op de burgerrechterlijke handhaving van octrooirechten. Die procedures bieden klagers onder ACTA onder meer de mogelijkheid om inbreukplegende goederen te laten blokkeren door de overheid, mits voorlegging van een aannemelijk bewijs, zelfs zonder de getroffen partij te horen.

De overige deelnemers aan de ACTA-onderhandelingen, waaronder de Europese Unie, willen dat octrooirechten wel degelijk onder de sectie “burgerrechterlijke handhaving” van ACTA worden beschermd. “In dit stadium ziet de Europese Commissie geen reden om octrooien uit te sluiten onder de sectie burgerrechterlijke handhaving”, stelt woordvoerder John Clancy van EU Commissaris voor Handel Karel De Gucht.

De Foundation for a Free Information Infrastructure (FFII), die tegen softwareoctrooien strijdt, noemt de positie van de EU in deze zaak “onverantwoordelijk”. “Houders van grote octrooiportefeuilles zullen concurrerende startups, kmo’s en open sourceprojecten op eigen houtje of via handlangers zoals octrooitrollen kunnen elimineren”, waarschuwt de FFII. Andere mogelijke slachtoffers zijn de gezondheidszorg en de “groene technologie”, volgens de FFII.

Volgens de voorlopige ACTA-tekst is er wel een akkoord om octrooirechten uit te sluiten uit de sectie “Maatregelen aan de grenzen”. Een incident uit 2008, toen een lading generieke Indische geneesmiddelen op weg naar Brazilië door de EU op octrooigronden in beslag werd genomen, speelt daar een rol. De EU zou volgens de jongste berichten zijn douanewetgeving willen aanpassen om een conflict met India en Brazilië voor de WTO te vermijden.

Veel soepelheid in de toepassing

Veel meningsverschillen zijn in de ACTA-tekst toegedekt door de handhavingsprocedures enkel verplicht te maken voor “tenminste” inbreuken op auteursrechten en op de bescherming van handelsmerken. De Fransen zijn vragende partij om de bescherming van geografische aanduidingen afdwingbaar te maken. Geografische aanduidingen worden echter niet met naam genoemd in de opsomming van zeker te handhaven intellectuele rechten.

John Clancy is het daar niet mee eens. “ACTA verwijst duidelijk naar de WTO Overeenkomst over de Handelsaspecten van de Intellectuele Eigendom”, zegt hij. “De overeenkomst zorgt ook voor de bescherming van geografische aanduidingen”.

In kringen van de Commissie noemt men de “soms minder prescriptieve taal” van de tekst “het resultaat van de verschillende benaderingen onder de betrokken partijen”. “Het is een evenwichtig resultaat voor iedereen”, klinkt het.

ACTA treedt in werking als er zes van de deelnemende partijen het verdrag hebben geratificeerd. In het verleden hebben China, India, Brazilië en andere opkomende landen zich al kritisch uitgelaten over ACTA, dat ze aanzien als een poging om het TRIPS-verdrag over intellectuele eigendom nog te verstrengen.

Betekent ACTA dan eigenlijk wel iets als de snelstgroeiende economieën er niet van willen weten?

John Clancy: “ACTA is onderhandeld onder 11 partijen die 37 landen vertegenwoordigen. Dat sluit niet uit dat er meer landen zich later aansluiten – BRIC-landen of andere. ACTA is het eerste internationale initiatief over de handhaving van intellectuele eigendomsrechten sinds het TRIPS-verdrag uit 1994. Het is een duidelijk signaal dat sommige landen vooruitgang willen boeken in de handhaving van intellectuele eigendomsrechten”.

B.L.

De volledige ontwerptekst vindt u op trade.ec.europa.eu

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content