Deeltijds werk hervatten door arbeidsongeschikten wordt almaar aantrekkelijker

(Belga) Dankzij het systeem van de deeltijdse hertewerkstelling vinden steeds meer mensen, die een periode arbeidsongeschikt zijn, mits toestemming van de adviserend geneesheer hun weg terug naar de arbeidsmarkt. In 2011 hebben 41.964 arbeidsongeschikte werknemers een deeltijdse activiteit uitgeoefend. Bij de zelfstandigen waren dat er 6.083. Dat meldt het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) dinsdag.

Het systeem van progressieve hertewerkstelling bestaat sinds 1963, maar werd sindsdien voortdurend aangepast om het interessanter te maken. Zo werd in 2009 bepaald dat de jaarlijkse voordelen niet meer in aanmerking komen voor de inhouding van de uitkeringen. In 2011 stippelde het Back to Workplan van minister Onkelinx onder meer een nieuwe verlichting van de inhoudingsschalen op de uitkering uit. In 2011 oefent 8,16 procent van het totale aantal invalide werknemers een deeltijdse activiteit uit. Bij de zelfstandigen is dit percentage 10,05 procent. Dat is een stijging van respectievelijk 9,55 procent en 7,64 procent ten opzichte van 2010. Een vergelijking in cijfers op langere termijn is niet mogelijk, omdat de cijfers slechts bijgehouden worden sinds 2009, meldt het RIZIV. Verder blijkt dat meer dan 40 procent (6.922) van de loontrekkenden het werk voltijds hervat na een progressieve hertewerkstelling. 28,34 procent wordt opnieuw volledige arbeidsongeschikt. Bij de zelfstandigen hervat iets meer dan 25 procent (805) het werk voltijds. 24,7 procent hervalt in volledige arbeidsongeschiktheid. De kansen op voltijdse hertewerkstelling blijken tot slot gevoelig te stijgen wanneer de deeltijdse hertewerkstelling plaatsvindt binnen de zes maanden nadat men arbeidsongeschiktheid werd. (KAV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content