Geert Noels

De geluksparadox

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

Economen zijn bezig met welvaart, maar ook met geluk. Net zoals voor individuen, speelt ook macro-economisch het adagium ‘geld maakt gelukkig’.

Maar rijke landen hebben net zo goed te maken met welvaartsproblemen, zoals zelfdodingen. Er is zelfs een verband tussen beiden: gelukkige landen hebben een hoog aantal zelfdodingen. Een geluksparadox…

De Amerikaanse topeconoom Jefrey Sachs schreef onlangs een lyrisch stukje over een ver land: “Ik ben net teruggekeerd uit Bhutan; een koninkrijk in de Himalaya met een ongeëevenaarde natuurlijke schoonheid, culturele rijkdom en inspirerende zelfreflectie”.

Economen hebben het voor dit landje, want Bhutan is bijzonder: het wil geen groei in bruto binnenlands product (bbp) maar in bruto nationaal geluk (bng). Maar door deze nobele doelstelling verliezen economen ook hun kritische zin over het bergstaatje. Zo zegt Sachs dat het land even groot is als Frankrijk, terwijl Bhutan zeven maal kleiner is. En er zijn minder dan 700.000 inwoners, terwijl het er dertig jaar geleden een miljoen waren. Een derde van de bevolking leeft in armoede, wat in schril contrast staat met de ‘geluksstatus’ die Sachs deze natie aanmeet. Het groeiende geluk in Bhutan heeft ook een erg donker kantje, door de uitwijzingspolitiek van de regering. Honderdduizenden inwoners werden het land uitgezet, en zitten nu in vluchtelingenkampen in het buitenland.

De studies over macro-economische geluk kunnen op veel aandacht rekenen. Aanbevelenswaard is het boek ‘Hapiness’ van sir Richard Layard uit 2005. Een echt economisch werk dat bevestigt dat geld gelukkig maakt. Groeiende welvaart leidt tot groeiende geluksniveaus, maar dat positief verband vlakt uit vanaf een relatief laag welvaartspeil. Vanaf dan leidt groeiende welvaart niet meer tot hoger geluk. Layard wijt dit onder meer aan het ‘keeping up with the Jones’s’-effect. Het fenomeen dat men de buren wil bijhouden, en niet wil onder doen. Dat stresseert de mensen. Ze zitten op een ‘hedonische tredmolen’: ze willen steeds meer, om niet het gevoel te hebben dat ze in relatieve termen achteruitgaan.

In een recent rapport van de Federal Reserve Bank van San Francisco wijzen Amerikaanse economen op de paradox dat landen met hogere geluksniveaus ook signicant meer zelfdodingen hebben (zie grafiek voor Europa). Ze concluderen dat “mensen het pijnlijk vinden om ongelukkig te zijn in een gelukkige omgeving, zodat de beslissing van zelfdoding beïnvloed wordt door een relatieve vergelijkingen”? Maar het zijn opvallend genoeg net de landen met een hoge herverdeling die nog hoger scoren voor zelfdoding. België is trouwens een zeldzaam land waar in de afgelopen twintig jaar een hogere welvaart, niet geleid heeft tot hoger maar wel tot lager geluk, misschien een gevolg van te ver doorgedreven egalisering.

De oplossing om deze geluksparadox te verhelpen is niet, zoals in Bhutan, ongelukkigen uit te wijzen. Een nog verder doorgedreven herverdeling werkt blijkbaar ook niet. Wat misschien meespeelt, is dat een mens gelukkiger wordt door naar een hoger doel te werken, maar dat het aan de top eenzaam en leeg is. Wat betekent dat welvarende landen ook nieuwe en ambitieuze doelen moeten blijven stellen, inclusief het bestrijden van armoede, steeds betere en permanente scholing maar ook nieuwe economische projecten. Welvarende landen moeten ook opletten dat ze hun actieve bevolking niet naar een te hoge productiviteit duwen. En voor de inactieve bevolking stopt het niet bij het geven van een uitkering, maar moet meer gewerkt worden aan een warm gemeenschapsgevoel, het gevoel dat ze ergens bij horen, en waarde hebben voor anderen.

Geert Noels

Reacties zijn welkom op trends@econopolis.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content