De eurozone is nog niet gered

© belga

De leiders van de eurozone hebben vermeden dat een ministaat een maxicrisis op gang trok. Maar tegelijk liepen ze zware bijkomende reputatieschade op. En dat op een moment dat ze dringend de institutionele basis van de eurozone moeten versterken.

De leiders van de eurozone hebben vermeden dat een ministaat een maxicrisis op gang trok. Maar tegelijk liepen ze zware bijkomende reputatieschade op. En dat op een moment dat ze dringend de institutionele basis van de eurozone moeten versterken.

De eerste reacties vanuit de eurogroep waren positief, tot voorzitter Jeroen Dijsselbloem verbaal aan het blunderen sloeg. Hij zei dat Cyprus met zijn enorm waterhoofd van een banksector een uitzonderlijk geval, maar voegde er in één adem aan toe dat de aanpak van deze als model kan gelden van hoe we het voortaan moeten aanpakken.

Het gaat echter niet op Dijsselbloem met alle zonden Israëls te beladen. Het blijft immers een feit dat de Cypriotische crisis duidelijk heeft bewezen dat de beleidsmakers geen echt structurele oplossing hebben voor de vele problemen waar de eurozone blijft mee worstelen. De euro blijft, ook na het akkoord voor Cyprus, een uiterst kwetsbaar gegeven. Daar zijn minstens drie redenen voor.

De Dijsselbloem-erfenis

“De gevolgen van deze monumentale flater gaan we nog lang met ons meesleuren”, stelt een topman van de Europese Centrale Bank (ECB) off the record. Hij verwijst daarmee naar de aanvankelijke intentie om het bankenplan voor Cyprus gedeeltelijk te financieren met een taks op bankdeposito’s kleiner dan 100.000 euro. Zo’n een ingreep werpt een schaduw over de waarde van de overheidsgarantie op spaargeld en kan niet anders dan een diepe indruk maken op iedereen in de eurozone die geld op een bankrekening heeft staan, zo goed als iedereen dus.

In de tweede versie van het reddingsplan liet men deze aanval op de kleine spaarder vallen, maar de schade is aangericht. Iedere keer dat lidstaat in de problemen komt, zullen mensen terugdenken aan het feit dat de leiders van de eurozone zo’n aanslag verdedigbaar achtten. De politici mogen nog zo hard roepen dat het nooit zo ver zal komen, maar ze mogen niet verwachten dat de Europese burgers hun uitspraken zullen slikken. Hun geloofwaardigheid moet geleidelijk opnieuw opgebouwd worden.

Jeroen Dijsselbloem draagt een grote verantwoordelijkheid voor dat gevoel van wantrouwen. De nieuwbakken Nederlandse voorzitter van de eurogroep raakte op de beslissende vergadering met de Cypriotische leiders de pedalen kwijt, en blijkbaar vond geen van zijn doorgewinterde collega’s het nodig om in te grijpen.

De onvoldragen unie

Een monetaire unie kan slechts duurzaam en efficiënt werken als de lidstaten ook een politieke unie vormen. Vermits een echte politiek unie tussen de eurolidstaten zelfs op middellange termijn geen echte optie is, komt het er nu op aan zo snel mogelijk een unie te vormen voor de beleidsdomeinen die belangrijk zijn voor het goed functioneren van de monetaire unie. Het is cruciaal dat omvangrijke bevoegdheidspakketten verhuizen van de nationale niveaus naar het Europese. En daar knelt al te vaak het schoentje.

Er moet als tussenstap naar een voldragen politieke unie dringend werk gemaakt worden van een bankenunie, een budgettaire unie en een concurrentie-unie. Voor die laatste twee liggen al diverse initiatieven en goede blauwdrukken op tafel, maar van een sluitend operationeel geheel is nog altijd geen sprake. Te veel budgettaire bevoegdheid blijft bij de lidstaten. Er bestaan ook nog geen automatische regels om voor een herverdeling te zorgen wanneer één of meerdere lidstaten in de problemen komt. Ook voor de competitiviteit blijft het allemaal nog te veel bij niet echt afdwingbare regels en afspraken.

Voor de bankenunie zijn de voorbije maanden enkele belangrijke stappen gedaan. De controle op de banken van de eurozone komt direct en indirect bij de ECB. Maar er blijven minstens twee problemen onopgelost. Kan de ECB ten eerste voldoende Chinese muren bouwen tussen haar opdracht als beheerder van het monetaire beleid en als waakhond over de banken? De twee opdrachten mengen, is een slechte zaak, zowel voor de prijsstabiliteit als voor de gezondheid van de bankwereld. Ten tweede blijven de nationale regulatoren een belangrijke rol spelen. Zeker de grotere landen kunnen zo een krachtig en objectief toezicht afremmen.

Depressie alom

De maatregelen die zich opdringen om tot een duurzame monetaire unie te komen, zijn niet van de poes. In een bloeiende economische omgeving is er onvoldoende externe druk om ze te realiseren. Gaat het economisch minder goed, dan spelen onvermijdelijk nationalistische reflexen en een gebrek aan solidariteit. En het lijdt geen twijfel dat we in economisch barre tijden leven. In bijna alle eurolanden is de economische groei op jaarbasis negatief. Echte beterschap zit er op de korte termijn niet aan te komen. Voor een land als Cyprus dreigt, naar Portugees en zeker Grieks voorbeeld, zelfs een echte depressie. Een beklemmende vraag luidt in hoeverre het maatschappelijk en democratisch bestel in de zuidelijke eurolanden een verdere stijging van de werkloosheid nog kan dragen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content