Koen De Leus

Conversaties met Mr. P.: De tanende Belgische competitiviteit

Koen De Leus Koen De Leus is Senior Economist bij KBC Groep.

Tafel gedekt, wijn in de ijsemmer. Vlug nog even mijn favoriete private bankier bellen, denkt Albert P., vooraleer dochterlief arriveert.

Terwijl de telefoon overgaat, overschouwt hij het verticuteerwerk van zijn tuinman. Een triest aanzicht, met al dat bruin. Maar over een maand oogt het opnieuw als een biljartveld, heeft Jeanke hem beloofd.

‘Goeiedag, Wealth Office Brussel, met Dirk. Met wie spreek ik?’
‘Dirk, ‘t is Albert. Stoor ik?’

‘Mijnheer P! U? Nooit. Hoe maakt u het?’

‘Een glaasje wijn, een straaltje zon: wat wil een mens meer?’ De Chablis Premier Cru glijdt weer de emmer in.
‘Wijn voor één van de grootste brouwers van specialiteitenbieren in het land? Carlos Brito heb ik nooit met een glas wijn gezien, hoor,’ plaagt Dirk.

‘Die man kan ook kiezen uit meer dan 200 biermerken. Trouwens, als ik bier drink, denk ik te veel aan werken. En dat heb ik de voorbije week genoeg gedaan. Blij dat de raad van bestuur weer achter de rug is.’

‘En de zaken gaan goed?’

‘Uitstekend, dank u wel’, glundert Mr.P. ‘We stevenen af op een recordjaar, met dank, weerom, aan de export. Nauwelijks last van de dure euro. Belgische bieren blijven hot in het buitenland. En de verkoop in België houdt stand. Neen, mij hoor je niet klagen. Maar sommige van mijn vrienden in de industrie zitten met de handen in het haar.’

‘En terecht, vrees ik. België heeft in concurrentiekracht de voorbije jaren flink wat terrein moeten prijsgeven.’ Dat is de keerzijde van het behoorlijk overeind blijven tijdens de crisisjaren, weet Dirk die recentelijk nog een klantenpresentatie over het onderwerp heeft gegeven. ‘De indexering van de lonen beschermde onze koopkracht de voorbije jaren. Maar de andere landen, en vooral dan de Zuid-Europese, hebben de salarissen fors naar omlaag gehaald.’

‘41,2 euro per uur betalen wij gemiddeld. Ik lees het hier net in Trends. ‘ Mr.P installeert zich in de tuinstoel aan de tafel. ‘Enkel Zweden is nog duurder. En het gemiddelde in de eurozone ligt op 28,7 euro per uur. Je mag als Belg je tenen serieus uitkuisen om zo’n meerkosten te verantwoorden … door die automatische indexering!’

‘Economisch bekeken is een aanpassing van dat mechanisme op zijn plaats. In 2008 en 2011 stegen onze lonen door de indexering aan de hoge olieprijzen van het jaar voordien veel forser dan in de buurlanden.’

‘Aanpassen? Afschaffen moeten ze het. Het enige land ter wereld zijn we met zo’n systeem. Voeg aan die loonkosten nog eens de hogere energiekosten toe. En dan verbaasd zijn dat de ondernemers klagen.’

‘Onze hoge productiviteitsgroei, de hoogste ter wereld na de VS, Ierland en Nederland, maakt natuurlijk wel wat goed. Maar daar kampen we met de wet van de ‘remmende voorsprong’. Nog meer investeringen in automatisatie levert amper iets op. De laatste parkeerwachter is jaren geleden al uit de parking gejaagd, zeg ik altijd.’

‘Kijk Dirk, voor ons is het geen optie in Centraal-Europa bier te gaan brouwen. Maar waarom zouden anderen in België nog een nieuwe fabriek opstarten? In Tsjechië bijvoorbeeld zijn de personeelskosten een derde van de onze. In Bulgarije een tiende! Ok, je moet geschikt volk vinden. Maar ook dat is tegenwoordig geen onoverkomelijk probleem meer, hé. Daarbij, probeer in België nog maar eens een industrieel ingenieur aan te werven tegen een redelijke prijs?!’ Rose zet de plateau met zalmtoastjes op de tuintafel en maant manlief aan zich niet te veel op te winden. En de barbecue aan te steken!

‘En dat creëert een vicieuze cirkel’, valt Dirk in. ‘Het verlies aan competitiviteit zwakt de investeringen af. Dat weegt op de productiviteitsgroei en de concurrentiekracht, wat weerom de investeringen naar omlaag haalt. En weet je wat nog op onze productiviteit drukt, nu we het daar toch over hebben? Dienstencheques. In 2006 werden er net geen 37.000 mensen tewerkgesteld met dienstencheques. Raad eens hoeveel er dat nu zijn?’

‘Geen idee Dirk. Ik weet alleen dat Rose al vier poetsvrouwen heeft versleten en dat we Assepoester nog niet gevonden hebben.’
‘150.000! Versta me niet verkeerd: het is belangrijk om die doorgaans laaggeschoolde mensen aan het werk te krijgen. Maar het trekt de gemiddelde productiviteit van alle werkenden naar omlaag. En de loonkosten voor bedrijven naar omhoog.’
‘Dat laatste versta ik niet, Dirk.’

Dirk legt uit dat die gesubsidieerde jobs vooral in de laagproductieve dienstensector zitten. De Belgische bedrijven profiteren er dus niet van, integendeel. Via hogere belastingen betalen ze een deel van het gelag.

‘Weet je Dirk, die bedrijfskosten, dat op zich is al een pijnlijke zaak. Maar daarnaast zijn er nog tal van andere zaken die het leven van Belgische bedrijven bemoeilijken. Onze centrale ligging is een troef. Maar ik erger me blauw aan de verloren uren die ik aan onze chauffeurs betaal om vooral in België in de file te staan.’

’60 uur staat een gemiddelde Vlaming jaarlijks in de file, mijnheer P. Dagelijks heb ik medelijden met de mensen onder mij als ik de Brusselse ring oversteek in Meise. Weet u, overheidsinvesteringen in economische infrastructuur kunnen de productiviteit van een land stevig opkrikken. De files die u aanhaalt zijn het voorbeeld bij uitstek. Maar in tijden van besparingen gaat er niemand op de barricade staan als ze geschrapt worden.’

‘Iedereen moet beseffen dat je zonder ondernemers een land niet draaiende kunt houden. Te weinig ondernemers zorgt voor te weinig concurrentie en daardoor te weinig innovatie. En waarom zijn er amper ondernemers? Omdat de meeste mensen de socialezekerheidshangmat van werknemers verkiezen boven het vangnetje van de zelfstandigen. En dan zwijg ik nog over de paperassen, de regeldrift enzovoort.’

‘Mensen zoals u gaan we in de toekomst meer dan ooit nodig hebben, mijnheer P. Enkele weken geleden was ik bij een presentatie over productiviteit van Erik Brynjolfson, een prof aan het MIT in Cambridge. Die man verwacht een gigantische technologische sprong voorwaarts voor de komende jaren. Zijn boodschap was: scherm het verleden niet af van de toekomst. Je kan bijvoorbeeld die Uber-taxidienst of Airb&b niet buiten België houden.’

‘Air wat?’

‘Een website waarop je een eigen kamer of huis kunt verhuren aan iemand anders. Natuurlijk moet je geen vrijbuiters binnenhalen. En veiligheidsregels zijn nodig. Maar zomaar bepaalde sectoren van nieuwe ontwikkelingen afschermen, is de vooruitgang negeren. En ja, die nieuwe initiatieven gaan niet alleen banen creëren maar ook banen kosten. Daarom juist moet je ervoor zorgen dat je het ondernemersklimaat stimuleert, stelde die prof. Want het zijn de ondernemers die nieuwe banen creëren.’

‘Een verstandig man, Dirk. En nu ga ik mijn verstand gebruiken en u laten. Hanne is met haar vier koters net gearriveerd vanuit Baskenland. En Rose bliksemt me dood omdat de barbecue nog altijd niet is aangestoken. Merci voor de babbel en we spreken elkaar bij het volgende klantenevent. Ok?’

‘Ik zal er zijn, mijnheer P. Ik ben spreker van dienst. De groeten aan uw vrouw en laat het u smaken.’

Koen De Leus, Senior Econoom KBC Groep

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content