Brugpensioen is kaas met gaten

© belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Ondanks de verstrenging van het stelsel vreest de minister van Werk, Monica De Coninck (sp.a), een nieuwe brugpensioenpiek. Alleen een complete afschaffing van het systeem kan een einde maken aan de massale vervroegde uittreding.

Door de herstructurering bij de machinebouwer Caterpillar in Gosselies verdwijnen er 1400 banen. Daarvan gaan 1143 werknemers met brugpensioen, ze krijgen een ‘werkloosheidsuitkering met bedrijfstoeslag’, zoals het stelsel nu heet. 120 van de bruggepensioneerden zijn jonger dan 55 jaar.

De Coninck verwacht een nieuwe piek in het aantal bruggepensioneerden omwille van herstructureringen. Daarmee zou de dalende trend van het aantal bruggepensioneerden gekeerd worden. Momenteel zijn er zo’n 110.000, dat is 4000 minder dan een jaar geleden.

Dat het aantal bruggepensioneerden geen structureel dalende trend kent, laat staan dat het uitdooft, is het gevolg van de vele uitzonderingen op het eind 2011 verstrengde brugpensioen. Eigenlijk is het brugpensioen of stelsel van werkloosheidsuitkering met bedrijfstoeslag (SWT) een kaas met gaten.

In principe moet je 60 jaar zijn om van een brugpensioen te genieten. Maar als een bedrijf kiest voor collectief ontslag of mensen moet ontslaan omwille van economische moeilijkheden wordt die minimumleeftijd aanzienlijk verlaagd. Bij herstructureringen met collectief ontslag (minstens 10% van de werknemers) is de minimumleeftijd voor brugpensioen nog altijd 55 jaar. Bij bedrijven in moeilijkheden en collectief ontslag van 20% van het personeel kan de leeftijd verlaagd worden tot 53 jaar. Die leeftijdsgrens wordt de komende jaren opgetrokken, maar bereikt pas in 2018 de grens van 58 jaar. Het is wel aan de minister van Werk om groen licht te geven voor deze uitzonderingsregeling maar het ziet er niet naar uit dat ze zich hiertegen zal verzetten.

Door de collectieve ontslagen bij Caterpillar, Ford en ArcelorMittal zouden er dit jaar plots 2300 bruggepensioneerden bijkomen. De verdedigers van het stelsel benadrukken dat deze bruggepensioneerden zich tot hun 60ste beschikbaar moeten stellen voor de arbeidsmarkt. Dat moet genuanceerd worden. Ten eerste is het aantal beschikbare bruggepensioneerden (zo’n 5000) slechts 4,5 procent van het totale aantal. Voorts vindt maar 3,5 procent van de beschikbare bruggepensioneerden opnieuw een job. Een verwaarloosbaar cijfer. Deze mensen hebben al psychologisch afscheid genomen van de arbeidsmarkt.

Het is wel zo dat een deel van de bruggepensioneerden zal opgevolgd worden via de DISPO-procedure, een rigoureuze opvolging en controle van werklozen door de RVA. Sinds januari 2013 is de doelgroep voor DISPO uitgebreid tot de doelgroep van de 50-tot 55-jarigen. Maar of dit snel tot resultaat zal leiden is nog de vraag. Statistieken wijzen er ook op dat de verstrenging van de stelsels van vervroegde uittreding meer en meer oudere werklozen in de arbeidsongeschiktheid duwt.

Ondanks de verstrengde aanpak van de regering Di Rupo – waarbij vooral Open Vld – bedraagt de werkgelegenheidsgraad van de 55-plussers nog altijd slechts 41,7%. Dat is een stuk minder dan de Europese doelstelling van 50%. Om die doelstelling te behalen, is slechts één oplossing mogelijk: een versnelde uitdoving van stelsels als brugpensioen of zelfs de radicale afschaffing ervan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content