Waarom de eurocrisis nog veel erger wordt

© Belga

Vijf redenen waarom de euro een erg hete herfst te wachten staat.

Gedurende de tweede helft van augustus haalde crisis in de eurozone nog wel af en toe het nieuws maar niet meer in de spits van de verslaggeving. Met de heropening van de scholen is het echter opnieuw prijs: de zenuwen gieren weer door de keel op de financiële markten. De beurzen duiken diep in het rood, de spreads op de obligaties van probleemlanden schieten weer omhoog en onzekerheid heerst alom. Laat er bovendien niet de minste twijfel over bestaan: deze relatieve kalmte van de tweede helft van augustus was niets meer dan de stilte voor de storm. Er wacht de euro om minstens vijf redenen een erg turbulente herfst:

1. De goedkeuring van de besluiten van de Europese top van 21 juli jl. in de nationale parlementen
Zonder die goedkeuring is er geen reddingsplan voor Griekenland, wat het failliet van dit land erg zichtbaar zou maken, en ook geen uitbreiding van de rol van het stabiliteitsfonds. Komt er van dit laatste niets of onvoldoende in huis dan zal dat een forse reactie van de Europese Centrale Bank (ECB) uitlokken. Veel van de relatieve kalmte van de voorbije weken heeft te maken de interventies van de ECB op de obligatiemarkten. ECB-president Trichet ging tot die acties over op basis van de belofte van Merkel en Sarkozy dat het nieuwe stabiliteitsfonds de interventies van de ECB geheel of gedeeltelijk zal overnemen.

Goedkeuring van de 21 juli-besluiten blijft een problematisch gebeuren in Duitsland, Finland, Nederland, Oostenrijk en Slovakije. In Duitsland zit Merkel na de verkiezingsuitslag van afgelopen weekend met nog grotere problemen om haar coalitie achter het eurobeleid te houden. Kritiek van de Bundesbank (zie verder) en van de Duitse president en een nakende uitspraak van het Constitutioneel Hof in Duitsland omtrent het eurobeleid voeren de spanning verder op. Er ligt een plan op tafel om het Duitse parlement vetorecht te geven over elke individueel reddingsplan binnen de eurozone. Meteen is dan duidelijk waar de economische regering van Herman Van Rompuy zal zetelen. De vraag naar specifieke waarborgen vanwege Finland in het kader van het reddingsplan voor Griekenland blijft ook nog tot vervelens toe aan de orde.

Het allerergste inzake de hele heisa rond de besluiten van de top van 21 juli is dan nog dat het met deze top weer zal zijn zoals met de voorgaande Europese beleidsinitiatieven: too little, too late. Het voorziene hulppakket zal de verdere ontreddering van Griekenland niet kunnen verhinderen (zie verder). Het stabiliteitsfonds is volstrekt onvoldoende om echt indruk te maken op de markten. In plaats van de voorziene 440 miljard euro is daarvoor minstens 1500 miljard euro nodig.

2. De situatie van de Europese banken
De stress tests naar buiten gebracht in juli jl. zijn, zo blijkt elke dag meer, wederom een maat voor niets geweest. De Europese grootbanken blijven reuzen op lemen voeten met onvoldoende kapitaal. Zij blijven geplaagd met structurele problemen inzake solvabiliteit en inzake de stabiliteit van hun funding (zijnde de middelen die ze nodig hebben om hun activiteiten als kredietverlening en andere wederbeleggingen te kunnen uitvoeren). Omtrent de gezondheidstoestand van de Europese banken is er nu trouwens, zo meldt de gezaghebbende Financial Times, een openlijke ruzie tussen de mensen van het IMF en de Europese autoriteiten. De IMF-ers verwijten Europa dat men de reële toestand waarin de banken zich bevinden te veel tracht weg te praten.

Er bestaat binnen de eurozone een vicieuze wisselwerking tussen de situatie van de banken en die van de publieke financiën. De problemen van de banken dreigen zwaar te gaan wegen op begrotingen. Hierdoor komt de kredietwaardigheid van diverse eurolanden nog meer in het gedrang. De banken zitten echter nokvol met schuldpapier uitgegeven door de eurolanden. Bij verdere afkalving van de kredietwaardigheid van landen die hun financiële sector moeten helpen, dient op dat papier in portefeuille verder afgeschreven te worden. Gevolg: verder aftakeling van de rendabiliteit van banken en nog groter risico op de noodzaak aan … Staatshulp. A hell of a Catch 22.

3. De toestand van de publieke financiën
De intensiteit van de crisis in de eurozone heeft veel te maken met het feit dat de financiële markten de voorbije periode geleidelijk tot de conclusie gekomen zijn dat de meeste eurolanden op een compleet onhoudbare koers zitten wat betreft hun publieke financiën. De combinatie van grote lopende begrotingstekorten, hoge en fors stijgende schuldgraden (de overheidsschuld als % van het BBP) en reeds torenhoge belastingsdruk voeden de twijfel omtrent de haalbaarheid van structurele saneringsprocessen. Recente gebeurtenissen in cruciale landen als Spanje, Italië en Frankrijk sterken het vermoeden van onvermogen tot ernstige aanpak van de begrotingen.

De federale regering in Spanje krijgt de regionale budgetten niet onder controle. Bovendien dreigt in Spanje een groot deel van enorme private schulden finaal op de nek van de overheden terecht te komen. De regering Berlusconi kondigde met veel poeha draconische ingrepen aan maar al snel bleken die nagenoeg uitsluitend uit een jacht op nieuwe inkomsten te bestaan. Maar ook daar komt de regering Berlusconi nu aarzelend en verward wauwelend op terug. Op de markten kan men daar echt niet mee lachen. De Franse regering van haar kant kwam recent met een saneringsplan dat zowel naar inhoud als naar omvang elke vorm van geloofwaardigheid miste. De AAA-rating van Frankrijk is stilaan een grap aan het worden.

4. Depressie in Griekenland, en binnenkort ook in Portugal

De recessie in Griekenland krijgt het aanzien van een heuse depressie. De Griekse economie kromp in 2009 met 2,5%, in 2010 met 4,5% en voor dit jaar wordt het minstens – 5%. Ook in 2012 zal de krimp zich verder blijven doorzetten, zo melden o.m. de voorspellers van de OESO. Tegen de achtergrond van een slabakkende wereldeconomie zullen de uiteindelijke cijfers voor dit en volgend jaar eerder nog slechter uitvallen. In Portugal komt het beleid van besparingen en belastingsverhogingen nu goed op gang. Ook hier zullen de negatieve cijfers nu snel zeer geprononceerd worden.

Deze landen beschikken niet over de instituties en de traditie (in tegenstelling tot bv. Ierland) om een interne sanering en deflatie vol te houden. Hun kostenpeil zal dus onvoldoende kunnen aangepast worden om een boom in de export tot stand te brengen. De krimp van de interne vraag zal dan ook onvoldoende compensatie krijgen via een aanzwengeling van de buitenlandse vraag. De recessie zal steeds verder uitdiepen, de werkloosheid zal escaleren en budgettair geeft elke saneringsoperatie de garantie dat er een volgende en nog pijnlijkere zal nodig zijn. Dit is maatschappelijk niet vol te houden. Finaal zullen deze landen voor een exit uit de euro moeten kiezen.

5. Kritiek van de Bundesbank

Zowel in de publieke verklaringen van de topmensen van de Duiste centrale bank, de Bundesbank, als in de analyse neergelegd in het jongste maandrapport van deze instelling, weerklinkt vlijmscherpe kritiek op het beleid gevoerd naar aanleiding van de crisis in de eurozone. De Buba richt haar pijlen vooral op de interventies vanwege de ECB op de obligatiemarkten. Deze interventies hebben vooral tot doel de financieringslasten voor de landen in moeilijkheden zo laag mogelijk te houden. Het verleden leert dat de Buba de neiging vertoont om, eens een positie ingenomen, de houding terzake alleen maar te laten verstrakken. Het is volstrekt ondenkbaar dat de ECB haar huidig beleid handhaaft indien zich een systematische oppositie vanwege de Bundesbank ontwikkelt. Bovendien heeft de houding van de Bundesbank traditioneel een enorme impact op de publieke opinie in Duitsland. Gewezen Europees Commissie-voorzitter Jacques Delors zei ooit: “Niet alle Duitsers geloven in God maar alle Duitsers geloven wel in de Bundesbank”.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content