Vlaanderen reinigt minder grond

© belga

De grondreinigingsbedrijven in Vlaanderen beleven moeilijke tijden. Vorig jaar werd voor het eerst in lange tijd minder grond gezuiverd, meldt het weekblad Trends.

Terwijl in 2008 nog ruim een miljoen ton grond werd gereinigd, bleef de teller in 2009 hangen op 954.000 ton. “De laatste jaren haalden we altijd meer dan een miljoen ton. We zitten nu weer op het niveau van vijf, zes jaar geleden”, meent Werner Annaert, algemeen directeur van de Federatie van Belgische Milieubedrijven (Febem). “Eigenlijk is onze boodschap eenvoudig. Bodemreiniging is een gezonde bedrijfstak, die volledig past in de filosofie van duurzaam ondernemen. De capaciteit is er, benut die dan ook.”

In ons land houdt zowat een dozijn bedrijven zich bezig met het reinigen van de bodem. Meestal zijn het dochters van ondernemingen uit aanverwante industrietakken als afval, de aannemerij of de baggerwereld.

Die bedrijven spelen in op de Vlaamse bodemwetgeving, die sinds het midden van de jaren negentig voor flink wat investeringen heeft gezorgd in de sector. Ook de verhoogde aandacht voor het hergebruik van brownfields (zwaar vervuilde industrieterreinen) beloofde voor flink wat werk te zorgen. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) kon in haar jaarverslag van 2009 dan ook melden dat een recordaantal ambtshalve bodemsaneringen werd uitgevoerd, met 521 dossiers in behandeling – een vertienvoudiging ten opzichte van 2003 – en 36 miljoen euro omzet.

Ondanks de crisis blijft het OVAM-budget van 20 miljoen euro behouden. Maar waar de voorgaande jaren steevast nog eens 10 miljoen euro uit het Fonds voor Eenmalige Uitgaven (FEU) naar bodemsaneringsprojecten ging, gebeurt dat dit jaar niet meer.
Annaert: “Dat typeert een beetje het beleid: er worden verwachtingen gecreëerd, er komen nieuwe spelers, maar dan blijkt het allemaal minder dan verwacht.” Eddy Wille, afdelingshoofd interventies, verwijderingen en saneringen bij OVAM, nuanceert die stelling. “Dat we geen middelen kregen uit het FEU, is een politieke beslissing, al zijn er onderhandelingen bezig om nog een extra budget te krijgen. De brownfields zijn doorgaans dan weer complexe dossiers, die een lange aanloopperiode nodig hebben vooraleer ze echt reinigingsactiviteit opleveren voor de bedrijven.”

In elk geval blijven de brownfieldontwikkelingen flink achterop hinken bij wat er vijf jaar geleden werd voorspeld, oordeelt Annaert. “Intussen hebben bedrijven wel geïnvesteerd. Gevolg: een aantal onder hen hebben het moeilijk om de crisis, lagere inkomsten en capaciteitsbenutting te verteren. Sommige Vlaamse bedrijven hebben hun activiteiten op een lager pitje gezet, en spelers als het Nederlandse Razenberg en Heijmans trekken zich zelfs terug uit ons land. Terwijl we in feite die capaciteit wel nodig hebben. Wat nu wordt gesloten, moeten we wellicht binnen vijf jaar opnieuw openen.”

Europa werkt aan een European Soil Directive, waarbij de normen die in ons land gelden, grotendeels zouden worden opgelegd aan de rest van Europa, maar voorlopig is er geen eensgezindheid in de Europese Commissie.

Het basisprobleem blijft dat gereinigd zand amper waarde heeft. Zonder de Vlaamse heffing van 60 euro per ton op het storten van te reinigen grond, zou er wellicht weinig grond worden gezuiverd. Toch is gereinigd zand in 95 procent van de gevallen herbruikbaar. Met die nuance dat er doorgaans moet worden bijbetaald aan de aannemer om het gereinigde zand te gebruiken.

L.H.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content