Sp.a-senatoren Johan Vande Lanotte en John Crombez vragen in een resolutie dat het planbureau een studie uitvoert om na te gaan in hoeverre een gerichte prijzenpolitiek een impact kan hebben op de evolutie in de werkgelegenheid in België.
Minister van Ondernemen Vincent Van Quickenborne is er de laatste jaren niet in geslaagd om de prijsstijgingen te beheersen, waardoor de loonkloof met de buurlanden opliep en de werkgelegenheid in België terugliep, menen ze.
Vande Lanotte ondervroeg de minister over de impact van de prijsstijgingen op de werkgelegenheid, maar dat mondde uit in een welles-nietes spelletje over welke cijfers al dan niet relevant waren in de discussie.
Daarop diende de sp.a’er een resolutie in waarin hij en zijn partijgenoot John Crombez van leer gaan tegen de beweringen van Van Quickenborne dat het niet beheersen van de prijsstijgingen een oud zeer is. Uit het rapport van het prijzenobservatorium blijkt volgens hen dat het probleem van de levensduurte niet oud is, maar eind 2007 is ontstaan.
De inflatie in België lag in de periode 1999-2007 cumulatief 0,7% lager dan in de eurozone. Begin 2008 veranderde de situatie: in juli 2008 topte onze inflatie op 5.9%, terwijl onze buurlanden niet boven 4% kwamen. In 2009 kregen we een tragere groei, maar die “correctie” kan niet verhinderen dat de stijging van 2008 een definitief nadeel heeft berokkend, luidt het in het voorstel van resolutie.
