‘Trump dreigt de economie te oververhitten’

DONALD TRUMP "Als hij zich alleen richt op het in stand houden van het bestaande, dan blijft het streven naar snellere groei een waanbeeld." © REU

Donald Trump belooft als president van de Verenigde Staten 25 miljoen banen te scheppen en de economie met 3,5 tot zelfs 4 procent per jaar te doen groeien. Onwaarschijnlijk, oordeelt Bart van Ark, de eerste niet-Amerikaanse hoofdeconoom in de invloedrijke denktank The Conference Board.

Op de financiële markten zijn beleggers likkebaardend vooruitgelopen op een succesvol economisch beleid onderDonald Trump. Maar de zakenman kan met zijn grootse plannen geen wonderen verrichten, zegt topeconoom Bart van Ark. “Als je de economie verder verhit op een moment dat het potentieel relatief laag is, krijg je inflatie. Dat betekent meer renteverhogingen en dan gaan bedrijven al snel op de rem staan. Dan kan je zomaar een recessie krijgen, niet over zes maanden maar wel over een of anderhalf jaar.”

Als Van Ark spreekt, wordt geluisterd. De invloed van The Conference Board, waar hij sinds crisisjaar 2008 hoofdeconoom is, is niet enkel groot in de Verenigde Staten, maar ook in Europa en Azië. De particuliere denktank voor het bedrijfsleven publiceert de zogenoemde leading indicators voor de Amerikaanse economie, de eurozone en China. Die indicatoren worden nauwlettend gevolgd vanwege hun voorspellende karakter. Zo zitten beurshandelaren en grote bedrijven overal ter wereld op het vinkentouw als de maandelijkse cijfers over het Amerikaanse consumentenvertrouwen uitkomen. The Conference Board is ook bekend om zijn enquêtes onder captains of industry over hun vertrouwen in de economie. Liefst vijf Amerikaanse presidenten hielden speeches bij de denktank.

Oververhitting dreigt

Van Ark zou Trump ook graag verwelkomen als spreker, maar hij vindt de beloften van de aankomende president en zijn economisch adviseurs van weinig realiteitszin getuigen. Hij waarschuwt dat politici sowieso weinig ruimte hebben voor expansie. Van Ark doceert: “Economische groei heeft twee aanjagers: productiviteitsgroei en verbeteringen van de arbeidsmarkt. Zo bepaalt het aanbod aan arbeidskrachten voor een derde de economische productie in een land. In de Verenigde Staten zijn de werkloosheidspercentages fors gedaald. Dat brengt de onderliggende problemen naar de oppervlakte. We zitten in een unieke fase: heel veel babyboomers verlaten de arbeidsmarkt, terwijl er door de demografische ontwikkelingen onvoldoende jonge mensen beschikbaar zijn, die de bedrijven kunnen aannemen. Stel dat Trump een combinatie doorvoert van belastingverlagingen en investeringen in de infrastructuur. Waar moeten de bouwvakkers vandaan komen? De plannen van Donald Trump gaan helemaal niet over het oprekken van het potentieel van de economie. Ik zie geen beleid voor technologie, innovatie en scholing. En natuurlijk is zijn aangekondigde immigratiebeleid een probleem voor de arbeidsmarkt, die juist heel veel mensen nodig zal hebben.”

Kan je het arbeidsaanbod opkrikken? Dat kan, zegt Van Ark. “Door bijvoorbeeld later met pensioen te gaan. In Europa weten we wanneer mensen ophouden met werken. In de VS hebben veel mensen hun pensioen uitgesteld. Maar de ervaring leert dat arbeidsparticipatie tussen 65 en 75 jaar op slechts 20 procent ligt. Bedrijven moeten oudere werknemers trainen of de kans bieden langer te werken. Je kunt ook de arbeidsparticipatie van jongere mensen en vrouwen opschroeven. Maar de kosten van bijvoorbeeld kinderopvang en ook de maatschappelijke kosten worden steeds hoger.”

Van Ark zegt dat beleidsmakers goed moeten begrijpen dat het economische potentieel in westerse economieën structureel is afgenomen. “De economie draait in de VS vrijwel op volle capaciteit. De investeringen in de economie botsen heel snel op de grenzen van de conjunctuur. We lopen het risico dat de inflatie oploopt door hogere lonen enerzijds en anderzijds de toenemende vraag van consumenten naar producten die niet altijd meteen voorhanden zijn. Met zijn economische plannen dreigt de regering-Trump de economie in de VS te oververhitten.” Dat zal niet zonder gevolgen blijven voor de rest van de wereld.

Waar blijft de productiviteitsspurt?

De wereldeconomie bevindt zich nu in haar zesde jaar van stagnatie. Volgens de groeivooruitzichten van The Conference Board zal dat in 2017 niet veranderen. De denktank voorspelt een wereldwijde economische groei van 2,8 procent. Dat zou een lichte verbetering zijn ten opzichte van de geschatte wereldwijde groei van 2,5 procent in 2016. De verwachte stabilisatie van de energie- en grondstoffenprijzen kan grondstofrijke economieën helpen. Maar voor het Amerikaanse bruto binnenlands product verwacht The Conference Board een groei van 2 procent. Daarmee zou de Amerikaanse economie achterblijven op het wereldwijde gemiddelde. Het zou wel een lichte verbetering zijn ten opzichte van de geschatte expansie van 1,6 procent in 2016. Tot aan de nieuwe verkiezingen in 2020 houden Van Ark en de zijnen rekening met een groei van hoogstens 2,2 procent per jaar in de VS.

Het roept de vraag op waarom alle technologische innovatie vanuit Silicon Valley zich niet vertaalt in extra productiviteitsgroei. Het is een van de grote onderzoeksthema’s voor Van Ark in New York. De belangrijkste reden voor het uitblijven van een productiviteitsspurt is volgens de econoom dat ondernemingen nog volop in transformatie zijn. “Veel bedrijven hebben het ei van Columbus niet gevonden in de nieuwe digitale economie. Het kost tijd. We zien de transformatie nog niet in de statistieken.”

Van Ark wijst erop dat bedrijven hun ICT-investeringen verschuiven van hardware en software naar ICT-diensten. “De uitgaven van bedrijven nemen toe door de inkoop van diensten. Maar met IT alleen komen ze er niet. Bedrijven investeren ook in kenniskapitaal, in mensen en design van producten en diensten en marketing en branding.”

Die toenemende ICT-intensiteit suggereert dat op een zeker moment een flinke inhaalslag kan komen, met een indrukwekkende productiviteitsgroei. “De hamvraag is of die versnelling er komt en, zo ja, wanneer. En of de versnelling zoals vorige keren samenvalt met een crisis. Bij de vorige economische digitale revolutie viel de versnelling samen met een technologiecrisis in 2001. De productiviteitseffecten zagen we pas vijf jaar na de gekte van het einde van de jaren negentig. Maar de crisis leidde tot een flinke opschoning. Bedrijven die behalve investeren ook hun businessmodel veranderd hadden, konden hun hoofd veel beter boven water houden.”

Enorme disruptie

Het brengt Van Ark tot een belangrijk thema voor het onderzoeksinstituut: hoe bedrijven omgaan met de ingrijpende digitale transformatie. In oktober heeft The Conference Board in Brussel, waar de denktank een afdeling heeft, een grote conferentie gehouden over digitale transformatie. The Conference Board is een ledenorganisatie, die het moet hebben van bijdragen van de 900 grote ondernemingen die lid zijn. Leden zijn onder andere Solvay, DSM, Shell, Bekaert en Royal Bank of Scotland. De bedrijven vaardigen bedrijfsleiders af voor werkgroepen die kennis delen over de grote trends. In Europa alleen al zijn er 35 van die groepen met leidinggevenden uit de afdelingen finance, strategie, marketing en personeelsmanagement van grote bedrijven.

Van Ark zegt op basis van die voelsprieten dat de achterblijvende productiviteitsgroei alles te maken heeft met de enorme disruptie die gaande is. Die is volgens hem geen modeverschijnsel. “Het is niet te vergelijken met de vorige digitale economische revolutie van de jaren negentig. Toen rolden bedrijven gewoon een personal computer het bedrijf binnen. De huidige digitale economie gaat over de transformatie naar mobiel, naar de cloud, het gebruik van big data. De ontwikkelingen gaan zó snel dat je als bedrijf continu achter de feiten aanloopt.”

De topeconoom zegt dat de concurrentie moordend is en dat slechts een handvol bedrijven als winnaar uit de bus zal komen. “Bedrijven worden almaar sneller uit de markt geduwd. Het is een hele worsteling. Je kunt niet meer zoals vroeger afwachten of een aparte afdeling oprichten die het rustig uitzoekt. Het is een werk in uitvoering waar alle afdelingen continu mee bezig moeten zijn. Intussen moet je ook de tent draaiende houden met bestaande producten. Hoe kun je groeien en tegelijkertijd extra waarde creëren?”

Het roer moet om

Die revolutie voedt een fundamentele discussie onder hr-experts. “Veel banen verdwijnen. Maar je hebt ook nieuwe mensen nodig die digitaal kunnen denken en wél waarde creëren. Je kunt iedereen eruit gooien of de bestaande krachten proberen om te vormen. Dat laatste is moeilijker, maar die oude garde kent wel de cultuur van de organisatie en de producten. Het hele personeelsbestand moet mee. In de praktijk blijkt dat heel lastig voor bedrijven. Het haalt de organisaties compleet overhoop. Je moet silo’s afbreken.”

Leiderschap is ontzettend belangrijk in die reorganisaties. “CEO’s weten inmiddels wel dat ze continu in contact moeten staan met de klant. Dat is van alle tijden. Maar CEO’s zeggen zelf dat ze gevoelsmatig nog steeds te veel tijd besteden aan de interne organisatie, die juist in deze tijden aandacht nodig heeft. Maar in een omgeving van heel snelle verandering moet je vooral focussen op innovatie in je markten met je klanten. Hoe kun je bestaande businessmodellen met nieuwe businessmodellen combineren? Je kunt de boot missen, waardoor de organisatie instort. Nokia is een bekend voorbeeld. Mooi maar tragisch. Het bedrijf is te veel vastgelopen in het proces.”

Van Ark spoort bedrijven aan het roer drastisch om te gooien. “Als het even iets minder gaat, snijden veel bedrijven in de uitgaven voor innovatie en digitalisering. Dat zijn echter wel degelijk strategische investeringen. In ons onderzoek zie je een sterke relatie tussen uitgaven in kenniskapitaal en bedrijven die in ICT-diensten investeren én een succesvolle transformatie maken. Je moet holistisch denken als bedrijf. Alles hangt met elkaar samen. Een goede leider denkt altijd na over de volgende stap.”

Naar een nieuwe recessie

De econoom waarschuwt dat de vorige recessie alweer zeven jaar achter ons ligt en dat er sowieso een nieuwe aankomt. “Het is heel goed denkbaar dat bedrijven die zich eerder hebben aangepast, een relatief voordeel hebben als die recessie zich aandient. De economie als geheel kan meeprofiteren.” Van Ark verwacht de komende vijf of tien jaar een productiviteitsspurt door alle ontwrichting die gaande is. Maar de groeiversnelling in productiviteit zal door de vergrijzing op de arbeidsmarkt lang niet krachtig genoeg zijn om de economische beloftes van Trump in te lossen, schat de hoofdeconoom in. Trump geeft overigens zelf wel het goede voorbeeld: hij is met zijn zeventig jaar de oudste Amerikaanse president ooit. “Als de regering-Trump zich alleen richt op het in stand houden van het bestaande, en zich niet inzet voor vernieuwing van de economie door middel van innovatie en productiviteit, dan blijft het streven naar snellere groei een waanbeeld”, zegt van Ark.

Gerben Van Der Marel In New York

Partner Content