Sociale hoogspanningen tussen werkgevers en vakbonden

Marc Leemans (R) naast Rudy De Leeuw van het ABVV © Belga

Het afsluiten van een interprofessioneel akkoord voor 2013-’14 wordt een lastige oefening. De sociale partners staan lijnrecht tegenover elkaar.

Straks komen de onderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord 2013-2014 op kruissnelheid. Op het eerste gezicht lijken vakbonden en werkgevers toch over één dossier een gezamenlijke visie te hebben: de lasten op arbeid zijn te hoog. Het ACV geeft in haar cahier voor het interprofessioneel akkoord (IPA) openlijk toe dat “niet de lonen het probleem zijn, maar wel de lasten op het loon. Omdat de financiering van de sociale zekerheid te zwaar weegt op arbeid.”

Maar hier stopt ook direct de eensgezindheid tussen vakbonden en werkgevers. Over de manier waarop die lasten op arbeid omlaag moeten lopen de meningen ver uiteen. De vakbonden hebben al duidelijk gemaakt dat het mechanisme van automatische indexering in alle sectoren onverkort moet worden toegepast. Meer nog, in bepaalde sectoren en bedrijven mag een koopkrachtverhoging niet worden uitgesloten als de economische situatie het toestaat.

De werkgevers staan op een totaal andere lijn en dat zorgt voor sociale hoogspanning. “We kunnen de automatische indexering beter niet volledig toepassen, maar kiezen voor een negatieve marge”, zegt een werkgeversonderhandelaar. “Als we de loonkosten willen verlagen zijn er twee mogelijkheden. Ofwel pakken we het indexeringssysteem aan, ofwel kiezen we voor lineaire lastenverlagingen. De vraag is of we het indexdebat binnen het IPA kunnen voeren.”

Doelgroepenmaatregelen beu De sociale partners, en vooral de werkgevers, kijken daarvoor in de richting van de federale regering. Maar het regeerakkoord is duidelijk: het stelsel blijft gehandhaafd. Al neemt de druk toe, vooral vanuit de Open Vld. Als de discussie strandt, hopen de werkgevers dat er hoe dan ook een akkoord komt over loonkostenverlagingen.

En die zijn het liefst lineair. VBO, Unizo en Voka hebben het gehad met de loonkostenverlaging van doelgroepen, bijvoorbeeld de aanwerving van de eerste drie werknemers of extra lastenverlagingen bij aanwerving van laaggeschoolden en oudere werknemers. De loonkosten voor de laagste inkomens zijn al aanzienlijk verlaagd, er is weinig ruimte. Sommige werkgevers noemen de kortingen die in juli met het relanceplan werden bekendgemaakt gerommel in de marge.

De verminderde inkomsten voor de sociale zekerheid als gevolg van de lagere sociale bijdragen willen de werkgevers compenseren door minder uitgaven. De vakbonden willen extra belastingen, bijvoorbeeld op vermogen.

Arbeiders-bedienden: de regering zal beslissen Andere grote klus voor de sociale partners is de harmonisering van het statuut arbeiders-bedienden is. Volgens het Grondwettelijk Hof mag er tegen 8 juli 2013 geen verschil meer bestaan tussen arbeiders en bedienden. Zo moeten de opzegtermijnen gelijk zijn. Als er over goed negen maanden geen oplossing is, kunnen arbeiders naar de rechtbank stappen en eisen dat ze tot bediende worden geherkwalificeerd.

Officieel ligt de bal in het kamp van de sociale partners, maar eigenlijk gaan die ervan uit dat de regering het dossier moet ontmijnen door de statuten naar elkaar te laten toegroeien, waarbij zowel arbeiders als bedienden water in de wijn moeten doen. (AM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content