Slechts 13 bedrijven kregen al steun voor buitenlandse groei

Het Fonds Vlaanderen Internationaal (FVI) heeft sinds zijn begin vijf jaar geleden in slechts dertien bedrijven geïnvesteerd om hun internationale groei te stimuleren. De inspectie van Financiën vraagt zich af het fonds een bestaansreden heeft.

Dat staat vrijdag in De Tijd.

Het FVI werd in 2005 opgericht in de schoot van de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). Het investeerde sindsdien 8,4 miljoen euro, terwijl het van de Vlaamse regering 25 miljoen euro kapitaal kreeg om in buitenlandse projecten van kleine en middelgrote Vlaamse ondernemingen te participeren, aldus De Tijd.

De Inspectie van Financiën oordeelt in een advies aan de Vlaamse regering dat het FVI “geen voldoende kritische massa of significant beleidseffect lijkt te hebben” en dat “de vraag naar de bestaansreden en de performantie van het FVI zeker gesteld kan worden”.

Vlaams minister van Economie Kris Peeters (CD&V) en minister voor Innovatie Ingrid Lieten (sp.a), ook bevoegd voor het Economisch Overheidsinstrumentarium, blijven achter het FVI staan. “Dat zal blijvend ingezet worden in de financiering van ondernemingen met internationale investeringsplannen”, luidt het in de beleidsnota van Lieten.

Lode Vereeck, de fractieleider van de oppositiepartij Lijst Dedecker in het Vlaams Parlement, vindt dat de werking van het fonds bijgesteld moet worden.