Regering houdt vast aan begrotingsdoelstelling

© belga

De federale regering blijft voor dit jaar mikken op een structureel begrotingstekort van 0,68 procent van het bbp. Ze heeft daarom bij de begrotingscontrole voor 1,271 miljard euro ingrepen doorgevoerd, zonder daarbij al rekening te houden met een mogelijk hogere economische groei.

Het Monitoringcomité had voor de begrotingscontrole een inspanning tussen een vork van 700 miljoen euro en 1,4 miljard euro naar voren geschoven om de begroting op de rails te houden. Premier Charles Michel benadrukte dat de regering het structureel tekort wil terugdringen tot 0,68 procent van het bbp, zoals vooropgesteld.

‘De impliciete buffer blijft behouden’, aldus nog Michel. Hij verwees daarbij naar de aantrekkende economische groei. Die werd oorspronkelijk op 1,8 procent geraamd, maar zou hoger kunnen uitvallen. De regering besliste in de cijfers echter geen rekening te houden met dat scenario.

Een belangrijk deel van de inspanning is een technische correctie van 462,6 miljoen in de tax shift. Minister van Begroting Sophie Wilmès en minister van Financiën Johan Van Overtveldt ontkennen dat daarmee een factuur wordt doorgeschoven naar de regio’s.

‘Dit is een technische correctie die van het begin moest worden doorgevoerd, maar niet gebeurde. Een schoolvoorbeeld van een ‘one off”, aldus Wilmès. Volgens Van Overtveldt heeft de ingreep te maken met het effect van de tax shift die voor Entiteit 2 in de boeken voor 2019 en 2020 zit, maar voor 2018 nu wordt geprefinancierd door het federale niveau.

Volgens minister Wilmès werd 62 miljoen euro gevonden in de afbouw van de interdepartementele provisie. “We stemmen die af op de realiteit”, zei de MR-politica. In het fiscale compartiment herinnerde minister Van Overtvelt (N-VA) er aan dat een Europese richtlijn verplicht dat ook havenbedrijven onder de vennootschapsbelasting moeten vallen. Hij kleefde daar een bedrag van 42 miljoen euro op.

Voorafbetalingen

Bij de voorafbetalingen in de vennootschapsbelasting viel vorig jaar een sterke stijging met 2,2 miljard euro te noteren. Een reden daarvoor was volgens de minister dat het niet-voorafbetalen strenger werd bestraft. Zowat de helft daarvan zou structureel van aard zijn. Dat heeft ook een impact op de inkohieringen voor 2018 en 2019, legde de minister uit. Het gaat om 216 miljoen euro, aldus Van Overtveldt.

Hij gaf aan dat de Federale Participatiemaatschappij (FPIM) vorig jaar een beter resultaat heeft geboekt dan verwacht, wat een impact heeft op de dividenden. Ook kondigde hij een maatregel aan om het effect op de inkomsten uit roerende voorheffing te verminderen van wie net voor het uitkeren van dividenden nog snel aandelen koopt.

De intrestlasten vallen volgens de minister ook 5 miljoen euro lager uit dan het Agentschap voor de Schuld had vooropgesteld. Bij de strijd tegen fiscale fraude wordt 25 miljoen euro aan extra inkomsten genoteerd.

Nog in de vennootschapsbelasting besliste de regering geen hogere boete in te voeren voor kmo’s die hun zaakvoerder geen minimale verloning uitkeren om van het verlaagd tarief gebruik te kunnen maken. Normaal zou die sanctie van 5 naar 10 procent gaan, maar de regering ziet van die verhoging af. Voor de kleine ondernemingen zou dat immers bijzonder zwaar kunnen doorwegen. Tijdens de zomer komt ook een evaluatie van de beslissing om die minimumdrempel op te trekken van 36.000 naar 45.000 euro per jaar.

Eerste groot dossier

Met de begrotingscontrole heeft de regering een eerste groot dossier afgerond. De discussie over het Energiepact, de zware beroepen in de hervorming van de pensioenen en de beursgang van Belfius liggen nog op de plank. ‘Er volgen nog veel ministerraden tot aan het einde van deze legislatuur’, reageerde premier Michel. Hij gaf aan dat hij zo snel mogelijk een akkoord over de zware beroepen wil en dat met de Europese Commissie contacten lopen over Belfius.

Minister Van Overtveldt stelde achteraf dat het beursklimaat vandaag nog steeds ‘uitstekend’ is en dat er nog even tijd is om ‘voor de zomer’ rond te geraken met het dossier. Hoe het beursklimaat er na de zomer zal uitzien, dat valt volgens hem nog af te wachten.

Dat een begrotingsevenwicht nog deze legislatuur tot de mogelijkheden behoort, wil Van Overtveldt niet letterlijk gezegd hebben. Al merkt hij wel op dat ‘bepaalde perspectieven open blijven’ indien de regering ‘de economische groei kan blijven ondersteunen’.

Partner Content