‘QE zal de eurozone niet redden’

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De effecten van het soepel monetair beleid van de ECB zijn onmiskenbaar, maar QE alleen zal niet volstaan om de Europese economie te redden, bleek op de Trends Summer University. Bovendien dreigt de Griekse crisis roet in het eten te gooien.

Kan QE (kwantitatieve versoepeling) de Europese economie weer op gang trekken? Die vraag stond centraal in de eerste sessie van de Trends Summer University die afgelopen weekend plaatsvond in Knokke. De ECB besliste tot september 2016 in totaal voor 1100 miljard euro overheidsobligaties op te kopen. Dat komt neer op 60 miljard euro liquide middelen die maandelijks in het systeem gepompt worden. De ECB rekent erop dat dit geld, via kredietverstrekking door de banken, zijn weg zal vinden naar de reële economie.

Jean-Michel Six (chief economist van Standard & Poor’s Europe) ziet redenen tot optimisme: “Het soepel monetair beleid had onmiddellijk een positieve impact: de inflatieverwachtingen zijn gestegen en de waarde van de euro is gedaald. De voorbije jaren hadden de acties van de ECB geen uniforme invloed meer op de Europese economieën. De monetaire unie was gefragmenteerd geraakt. Het geld raakte niet tot bij bedrijven en kmo’s in de Europese periferie.”

Volgens Six is de Europese QE anders dan eerdere gelijkaardige Amerikaanse en Britse beleidsmaatregelen: “De ECB rekent een negatieve rente van 0,2 procent aan voor banken die hun overtollige reserves bij de centrale bank plaatsen. Op die manier worden de financiële instellingen ontmoedigd om het geld bij te houden dat ze binnen krijgen als ze staatsobligaties verkopen. Alles is erop gericht het geld te laten doorstromen naar de reële economie.”

Toch gelooft de hoofdeconoom van S&P niet dat de soepele monetaire politiek de Europese economie in haar totaliteit, en bij uitbreiding de eurozone, kan redden. “Bepaalde economieën zullen zeker profiteren van de QE. Maar de landen die dit tijdelijk beleid niet aanwenden om hun economieën structureel te hervormen om ze competitiever te maken, dreigen naast de reddingsboei te graaien. Het lijdt bijvoorbeeld weinig twijfel dat Duitsland sterk zal profiteren van het ECB-beleid, maar voor Frankrijk is dat veel minder duidelijk.”

En maak u geen illusies, de QE zal nog een hele tijd duren, zegt Six: “De resultaten van een monetaire versoepeling volgen zeer langzaam. Het duurt een hele tijd voor je de concrete resultaten in de economie ziet. Ik ben ervan overtuigd dat ECB-baas Mario Draghi de QE een hele tijd zal volhouden. Minstens tot eind 2016, en wellicht ook nog een stuk in 2017. We zien in de VS hoe moeilijk het is om een monetair beleid om te keren. De Fed blijft de beslissing voor zich uit schuiven.”

Regels voor iedereen

Het ECB-beleid biedt de Europese economieën dus een belangrijke ruggensteun, maar zonder verdere integratie zal de druk op de eurozone blijven bestaan. Zeker nu Griekenland op een faillissement afstevent, gaan velen weer twijfelen aan de coherentie en de geloofwaardigheid van de eurozone.

“Een muntunie vergt een bepaalde budgettaire en economische convergentie”, weet eregouverneur van de Nationale Bank Luc Coene. “Bepaalde landen, waaronder Griekenland, hebben dat niet gerespecteerd, waardoor de levensvatbaarheid van de monetaire unie ter discussie staat. Er lopen sinds 2010 aanpassingsprogramma’s in landen als Ierland, Spanje, Portugal en Griekenland. In de meeste landen worden die correct uitgevoerd en beginnen ze vruchten af te werpen. Enkel in Griekenland blijft het scheef lopen. De Grieken maken deel uit van een club, maar zijn niet bereid de regels van die club te volgen. Als die houding niet verandert, wordt een grexit onvermijdelijk.”

Peter De Keyzer, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis, vindt dat er minstens sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid: “Het probleem van Europa is dat de regels niet afgedwongen worden. Herinner u hoe Duitsland en Frankrijk het groei- en stabiliteitspact, waarvoor ze zelf vragende partij waren, geruisloos konden overtreden. Zo creëer je een omgeving waarin staten vlotjes de regels naast zich neerleggen. Als je op dit moment weer hetzelfde doet en de schulden van de Grieken kwijtscheldt zonder dat ze hun economie moeten hervormen, geef je een heel slecht signaal.”

Michel Delbaere, bedrijfsleider en voorzitter van Voka, wijst erop dat het industriële weefsel in Griekenland gewoon niet sterk genoeg is: “Dat is het grote verschil tussen Griekenland en landen als Spanje en Portugal. Je kunt in Griekenland grote inspanningen doen om de economie weer op gang te trekken, maar als de basis er niet is, dreigen die inspanningen zonder resultaat te blijven.”

Het eerste dat volgens Delbaere moet gebeuren, zijn structurele hervormingen waardoor er een competitieve economie opgebouwd wordt, niet alleen in Griekenland maar in de hele eurozone: “De olie is goedkoop, de euro en de rente staan laag, en toch blijft de economische groei beperkt. Dat toont aan dat de ondernemingen op andere vlakken afgeremd worden, bijvoorbeeld door bepaalde regels, door de fiscaliteit of door de rigiditeit van de arbeidsmarkt. Precies daaraan moet iets gedaan worden.”

Groei nodig

Ondanks de Griekse crisis zitten de financiële markten in de lift. Met het vele goedkope geld in omloop neemt het risico op zeepbellen toe, beseft Frank Vranken, chief strategist van Puilaetco Dewaay Private Bankers: “We mogen gerust al spreken van een zeepbel op de obligatiemarkt. Maar dat betekent niet dat die zeepbel zal ontploffen, dat is moeilijk te voorspellen. Waar we wel rekening mee houden, is een blijvend hoge volatiliteit op de obligatiemarkt.”

“De resultaten van de QE zijn groter en sneller gekomen dan verwacht”, zegt Luc Coene. “De financiële markten hebben heel snel geanticipeerd op de effectieve uitvoering van het monetair beleid. Dat houdt altijd het risico op zeepbellen in, maar dat woog niet op tegen het verlenen van zuurstof aan het bedrijfsleven. Niets doen hield het risico in van af te glijden in deflatie of een jarenlange stagnatie. Bovendien beschikt de ECB over macropruden-tiële instrumenten om zeepbellen te neutraliseren.”

“Als je de markt van fusies en overnames bekijkt en de multiples die betaald worden, is het risico op asset inflation momenteel zeer reëel”, vindt ondernemer Delbaere. “Ik verwijs naar de waarderingen in de telecom- en technologiesector in het begin van de jaren 2000. We moeten heel attent blijven. Als het geld goedkoop is en industrieën consolideren, kan men gemakkelijk vergeten de noodzakelijke ingrepen te doen die Europese bedrijven moeten toelaten te concurreren met groeilanden als China.”

“De enige oplossing is groei te genereren via structurele ingrepen die de economie competitiever maken”, besluit Delbaere. Maar professor Joep Konings van de KU Leuven nuanceert dat: “Structurele ingrepen alleen volstaan niet. Er is evenzeer een toename van de vraag nodig, en de nodige investeringen die de basis leggen voor toekomstige groei. Zolang de vraag niet opleeft en de investeringen achterwege blijven, kan de ECB onmogelijk haar monetair beleid weer verstrakken.”

Patrick Claerhout

“Het probleem van Europa is dat de regels niet afgedwongen worden” Peter De Keyzer

“Als het geld goedkoop is en industrieën consolideren, kan men gemakkelijk vergeten de noodzakelijke ingrepen te doen” – Michel Delbaere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content