Uit een onderbelicht onderdeel van het akkoord over het eenheidsstatuut blijkt dat de proefperiode zowel voor arbeiders als bedienden verdwijnt.
De proefperiode voor arbeiders en bedienden verdwijnt. Dat blijkt uit een onderbelicht onderdeel van het akkoord over het eenheidsstatuut, schrijft De Standaard.
“De proefperiode is overbodig”, aldus minister van Werk Monica De Coninck (SP.A). Volgens haar heeft het akkoord over het eenheidsstatuut ervoor gezorgd dat de opzegtermijnen tijdens het eerste kwartaal van het arbeidscontract beperkt worden tot twee weken bij ontslag door de werkgever. Dat maakt een proeftijd overbodig, vindt minister van Werk Monica De Coninck (SP.A).
‘Rem op kansen laaggeschoolden’
Toch vindt De Coninck dat de werkgever tijdens de eerste maanden van een tewerkstelling “de kwaliteit van hun professionele samenwerking” moet kunnen beoordelen. Maar de kortere ontslagtermijnen zorgen ervoor dat werkgevers en werknemers hun contract sowieso snel kunnen verbreken, dus is een proefperiode niet langer aan de orde, klinkt het.
Volgens N-VA-kamerlid Zuhal Demir is de afschaffing van de proefperiode vooral nadelig voor bepaalde groepen. “‘Dit betekent een rem op de kansen van laaggeschoolden en allochtonen.” (AVE)
