Private investeerders cruciaal in strijd tegen klimaatverandering

De conferentie over klimaatverandering in Bonn, 2018 © ENB
Tharanga Yakupitiyage Correspondent voor IPS

Twee jaar na het klimaatakkoord van Parijs blijft de zoektocht naar financiering voor klimaatactie nog steeds een uitdaging. Publiek-private samenwerking moet daar verandering in brengen.

Rijke landen hebben 100 miljard dollar toegezegd aan arme landen voor 2020, maar waarschijnlijk zijn er duizenden miljarden nodig om de wereldwijde temperatuurstijging onder 2 graden Celsius te houden.

‘Met de huidige financieringsniveaus is het bestrijden van de klimaatverandering zoiets als jezelf beschermen met een paraplu tegen een zware orkaan’, zei Patricia Espinoza, hoofd van de VN-Raamwerkconventie inzake Klimaatverandering (UNFCCC) recentelijk tijdens een conferentie. ‘We hebben het momenteel over miljoenen en miljarden dollars, terwijl we zouden moeten spreken over duizenden miljarden.’

Samenwerking

Om de klimaatdoelen te halen die de internationale gemeenschap zich heeft gesteld, zijn enorme investeringen nodig vanuit zowel de publieke als private sector. Ook zullen deze sectoren hiervoor moeten samenwerken.

Internationale organisaties zoals het Global Green Institute (GGGI) en ontwikkelingsbanken testen hiervoor verschillende structuren en financieringsmethodes uit’, zegt Fenella Aouane, klimaatfinancieringspecialist bij het GGGI. Het Green Climate Fund (GCF), dat is opgezet door het UNFCCC, kreeg de belangrijke taak het akkoord van Parijs uit te voeren.

In maart keurde het GCF de concessionele financiering voor 23 projecten in ontwikkelingslanden goed, met een gezamenlijke waarde van 1 miljard dollar. Het gaat daarbij om financiering onder gunstige voorwaarden en garanties.

‘Dit grote volume aan projecten voor mitigatie en aanpassing, en de extra 60 miljoen dollar voor ondersteuning – laat zien dat het GCF klaar is om een versnelling hoger te schakelen als het gaat om steun aan ontwikkelingslanden. Deze projecten hebben echt impact op klimaatgebied’, zegt GCF-medevoorzitter Paul Oquist.

‘Het was een goede zet om toenadering te zoeken tot de private sector’, zegt Aouane. ‘We moeten projecten aantrekkelijk maken voor private investeerders. Kosten en risico’s verlagen en een aantal projecten met concessionele financiering uitvoeren, om te laten zien dat dat werkt’, zegt Aouane.

Hernieuwbare energie

Bij de ontwikkeling van hernieuwbare energie bleek die constructie al succesvol. Met concessionele financiering groeide de sector wereldwijd sterk in korte tijd. Dat opent de deur voor meer partijen.Volgens het Internationale Agentschap voor Hernieuwbare Energie (IRENA) heeft de private sector in 2016 de leiding genomen in investeringen op het gebied van hernieuwbare energie.

De sector verschafte 92 procent van de financiering, de publieke sector 8 procent. Dit heeft meegeholpen de kosten van hernieuwbare energie snel te doen dalen. In 2020 zal hernieuwbare energie daardoor naar verwachting goedkoper zijn dan energie uit fossiele brandstoffen. Energie uit zon en wind is in veel delen van de wereld nu al goedkoper dan fossiele energie.

Bosbouw

In de bosbouwsector is het moeilijker om private investeerders te vinden, zegt Aouane. ‘In de bosbouw is de vraag ‘wat levert het op, hoe verdien je er geld mee’, moeilijker te beantwoorden.’ In de luchtvaartsector wordt volgens haar wel gewerkt aan initiatieven om bossen te beschermen.

De Internationale Organisatie voor Burgerluchtvaart (ICAO) denkt aan het kopen van koolstofkredieten van projecten die de uitstoot verminderen, zoals bossen. Hiermee wordt de uitstoot van de sector niet verlaagd, maar komt wel geld beschikbaar voor landen om hun bossen te beschermen tegen houtkap en de biodiversiteit in stand te houden.

‘Als dit doorgaat, is er een mogelijk verdienmodel voor investeerders in de bosbouw’, zegt Aouane. ‘Ze kunnen dan bos kopen en emissierechten verkopen aan een vliegmaatschappij. Als dat voldoende oplevert, is het interessant voor de private sector.’

Het idee is echter controversieel. Milieuorganisaties vinden dat een dergelijke constructie te weinig doet om de uitstoot omlaag te brengen. Milieugroep Fern ontdekte daarnaast dat de koolstofprojecten van luchtvaartmaatschappij Virgin Atlantic in Cambodja tot gevolg hadden dat ‘de lokale bevolking werd uitgebuit en van hun land gezet.’ Een project in de Democratische Republiek Congo (DRC) van Austrian Airlines en San Diego Airport resulteerde juist in extra ontbossing.

Verschillende culturen

Er doet zich nog een andere uitdaging voor als twee heel verschillende sectoren, met verschillenden doelen, bij elkaar worden gebracht, zegt Aouane. ‘Financiering van de Wereldbank en het GCF combineren, is vrij eenvoudig. Bij die instanties heerst dezelfde cultuur. Maar als de private sector erbij betrokken wordt, is het vaak lastiger alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.’

‘Er bestaan vaak verschillende ideeën over hoe je een deal sluit en hoe je garandeert dat iedereen daarvan profiteert.’ Het GCF heeft een model ontwikkeld om beide sectoren samen te brengen, en de nieuwe projecten kunnen meehelpen de private sector nog meer betrokken te krijgen bij klimaatfinanciering, zegt Aouane. ‘Er wordt aan gewerkt. Mensen vergeten vaak hoeveel tijd het kost om dingen te veranderen, maar het gaat echt gebeuren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content