Peter Praet (ECB): ‘De groeivooruitzichten verbeteren’

© reuters
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Volgende week haalt de Europese Centrale Bank de bazooka boven. Tot september pompt ze elke maand 60 miljard euro in de economie, om het deflatiegevaar te bezweren. Onverantwoorde waaghalzerij? Of doet de ECB eindelijk wat ze moet doen? Peter Praet legt uit.

Als lid van het directiecomité en als hoofdeconoom van de Europese Centrale Bank (ECB) speelt Peter Praet een sleutelrol op de beleidsvergaderingen van zijn instelling. Eerst schetst hij daar de monetaire en economische toestand in het eurogebied, om daarna de beleidsopties op tafel te leggen. Dat deed hij ook op de cruciale bestuursvergadering van 22 januari. Praet schotelde de leden van de raad van bestuur twee keuzes voor. Eén: de ECB wacht af of de genomen maatregelen eindelijk tot resultaat leiden. Twee: de ECB moet nu overgaan tot een grootschalige geldverruiming (QE) door overheidsobligaties aan te kopen. Peter Praet beval de tweede optie aan .Voor hem was het duidelijk: wachten kan niet langer, want het risico op een gevaarlijke deflatoire spiraal was te groot geworden.

De ECB wil vanaf maart elke maand 60 miljard euro overheidspapier kopen om op termijn de inflatie opnieuw in de buurt van 2 procent te krijgen. Maar zijn er wel genoeg partijen die staatsobligaties willen verkopen?

Peter Praet: “We denken van wel. We horen dat pensioenfondsen en verzekeraars niet willen verkopen. En inderdaad, het is niet vanzelfsprekend hoe dat geld goed kan worden herbelegd met de huidige regelgeving. Maar allicht zal een aantal banken toehappen. Zij hebben veel overheidspapier waarop ze door de gedaalde rente een meerwaarde zullen realiseren. Er is ook veel overheidspapier in handen van instellingen buiten het eurogebied. Zij kunnen ook verkopen.”

Als de rente voor een lange periode heel laag blijft, stijgt het risico op zeepbellen en financiële instabiliteit dan niet snel?

Peter Praet: “Als we niets doen, is het risico op deflatie nog erger. Het is een evenwichtsoefening. Niets doen is veel riskanter dan iets doen. Daar staat de raad van bestuur van de ECB met een grote meerderheid achter. Wij hebben ons mandaat, en onze instrumenten. De ECB kan niet zeggen: ik durf dat instrument niet te gebruiken. Als je denkt dat het nodig is, moet je het doen.

“Maar we beseffen ook dat het monetaire beleid alleen de problemen niet kan oplossen. De politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen om de Europese economie weer op de rails te zetten. Zij moeten voor economische groei zorgen. Als de politici niets doen, zal dit verhaal niet fraai aflopen. Dan wordt het spanningsveld tussen de hogere activaprijzen en een achterblijvende economie op termijn te groot. De politici moeten dus volgen met structurele hervormingen.”

De QE gaat gepaard met gezakte olieprijzen en een dalende eurokoers. Mogen we optimistisch zijn voor de economie? De bedrijven zeggen alvast dat januari een goeie maand was.

Peter Praet: “Ik denk de QE op het juiste moment is gekomen. Het zit in de combinatie van betere omstandigheden. Neem de gezakte olieprijzen. Je maximaliseert het effect alleen als de consumenten goede verwachtingen hebben. Blijven ze pessimistisch over de nominale groei, dan zullen ze hun geld niet uitgeven, maar oppotten. Daarnaast zijn ook de aandelenkoersen gestegen en is het fiscale beleid in Europa veeleer lichtjes positief, met investeringsplannen op nationaal en Europees niveau.”

“En niet te vergeten: de structurele hervormingen beginnen in een aantal landen echt tot resultaten te leiden. Spanje groeit opnieuw, en ook in Portugal en Ierland is de situatie duidelijk aan het verbeteren. In landen met weinig hervormingen – Frankrijk en Italië – zie je slechtere resultaten. Maar we zijn nu onze nieuwe groeivooruitzichten aan het finaliseren, en er is kans dat die beter zijn.”

Houden jullie rekening met de herverdelingseffecten van het monetaire beleid? Spaarders en renteniers krijgen nauwelijks nog rente, terwijl prijzen van aandelen en andere beleggingen allicht nog zullen stijgen.

Peter Praet: “Die kwestie behoort niet tot ons mandaat. Dat is een bureaucratisch antwoord, ik weet het, maar het is een belangrijk antwoord. Inkomens- en vermogensongelijkheid is de verantwoordelijkheid van de politiek. Maar uiteraard, de verandering van de rente heeft een impact op het sparen. Maar als we niets doen en we komen opnieuw in een recessie terecht, dan wordt de ongelijkheid nog groter. Als de politiek de ongelijkheid wil verminderen, kan ze daarvoor de belastingen gebruiken. Maar de centrale bank kan niet zeggen: ik doe het niet, want het zal de rijken rijker en de armen armer maken. De centrale bank doet het voor de economie.”

Lees het volledige interview met Peter Praet in Trends van donderdag 26 februari

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content