Paul Delva

Pendelen naar Brussel: ‘Deze scheve situatie rechttrekken zal een werk van lange adem worden’

Paul Delva CD&V-fractieleider in het Brussels Parlement

Paul Delva, fractieleider CD&V Brussels Parlement, is op zoek naar een duurzame oplossing voor het fileleed in Brussel. ‘De situatie verbeteren is een belofte aan de Brusselaars die we moeten waarmaken.’

Maandag 27 november, 6u30, Naamsepoorttunnel, Brussel: een auto rijdt tegen een verkeerslicht en gaat door de middenberm.

Het is een verkeersongeval zoals er wel meerdere gebeuren. Maar in Brussel betekent dit dat de hele stad stilstaat. In die mate zelfs dat VRT-verkeersanker Hajo Beeckman bestuurders opriep het centrum van de hoofdstad te vermijden: ‘Er is geen doorkomen aan.’

Geen wonder natuurlijk: de hele stad is één grote file. In die mate dat het vandaag bijna een voltijdse opdracht is voor de Brusselse beleidsmakers om de dagelijkse inkomende autopendel te verzoenen met een leefbare stad.

Pendelen naar Brussel: ‘Deze scheve situatie rechttrekken zal een werk van lange adem worden’

Brussel heeft onvoldoende sleutels in handen voor ingrijpende veranderingen. Omdat een calimerocomplex niet productief is, wil ik een goed zicht krijgen op de aard en de grootte van de autopendel en vooral hoe we die in Brussel kunnen verzoenen met een leefbare stad.

Doorgaand vs. Bestemmingsverkeer

Volgens het Vlaamse Verkeerscentrum was 2016 een recordjaar voor de files op de Vlaamse snelwegen. Nergens stond meer verkeer dan op de Antwerpse ring (R1). De Brusselse ring (R0) staat op de verwachte tweede plaats.

Beide filekampioenen onderscheiden zich echter door het type verkeer: files op de R0 zijn grotendeels te wijten aan bestemmingsverkeer van personenwagens, op de R1 rijdt relatief meer doorgaand vrachtverkeer.

Het plan van de Vlaamse regering om het lokale van het doorgaande verkeer te scheiden op de R0, waardoor heel wat weefbewegingen vermeden worden, zal voor een vlotter en veiliger verkeer zorgen. Maar het vele bestemmingsverkeer zal een grote druk blijven hebben op het fijnmazige, binnenstedelijke wegennet. De Tomtom Traffic Index bevestigt dit: in Antwerpen liggen de meest congestiegevoelige plaatsen buiten de binnenstad, in Brussel niet alleen op maar ook binnen de Ring. In Brussel reikt de autopendel tot in het hart van de woonwijken.

Brussel versus Goliath

Op basis van de beschikbare cijfers van Eurostat heb ik de verhouding geschat van het aantal autopendelaars tot het aantal inwoners van enkele Europese steden. Uitschieters zijn de Portugese steden Lissabon en Porto: elke werkdag neemt het aantal mensen in deze steden met minstens 40 procent toe door de inkomende autopendelaars. Maar ook Brussel scoort met 20 procent opvallend hoog.

Ter vergelijking: voor Keulen, met net als Brussel ongeveer 1 miljoen inwoners, is dat slechts 11 procent. Voor Hamburg, met 1,8 miljoen inwoners, 8 procent. Parijs, en Madrid, met respectievelijk 2 en 4 miljoen inwoners, groeien volgens onze berekening zelfs “slechts” met 5 procent.

In absolute getallen betekent dit voor Brussel dat er op een normale werkdag zowat 200.000 auto’s met pendelaars bijkomen. Brussel – en de Brusselaars – worden dus elke werkdag opnieuw overstelpt door een Goliath aan auto’s uit de rest van het land.

Brussel versus David

De hefbomen om de autopendel in Brussel te verzoenen met een leefbare stad voor de Brusselaars zijn echter verspreid over de verschillende beleidsniveaus. Een steen slingeren heeft dan ook geen zin.

Het is noodzakelijk om de hand te reiken: aan de federale regering voor het beleid rond salariswagens en het GEN, aan de Vlaamse en Waalse regeringen voor de aanleg van overstapparkings en een kilometerheffing voor personenwagens. Dit laatste is slechts werkzaam wanneer de drie gewesten het hierover eens worden, maar helaas verzandt overleg vandaag al te vaak in vingerwijzen, en bijgevolg zien we stilstand.

Brussel, do it yourself!

Maar dit wil niet zeggen dat we niets kunnen doen. Ja, voor een duurzame oplossing voor de files is Brussel afhankelijk van de andere beleidsniveaus. En ook om het kwalijke effect van het fileverkeer op de luchtkwaliteit aan te pakken moet er samengewerkt worden. Maar toch is er veel dat we in Brussel zelf kunnen doen om leefbare en gezonde wijken te creëren: nog meer fietspaden voor Koning Fiets, nog meer voorbehouden busbanen, meer voetgangerszones, een aangepast parkeeraanbod, verdere uitbouw van het openbaar vervoer, strengere lage-emissiezone, zones voor elektrische (deel)wagens…

De autopendel en de leefbaarheid van de stad zijn vandaag niet in balans. Deze scheve situatie rechttrekken zal een werk van lange adem worden voor de beleidsmakers in en buiten Brussel. Maar het is een belofte aan de Brusselaars die we moeten waarmaken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content