De Vlaamse regering wil een ‘begeleide vereffening’ van de Gemeentelijke Holding, die door de Dexia-saga in zwaar weer terechtkwam. Dat verklaarde Vlaams minister-president Kris Peeters woensdag in het Vlaams Parlement.
De Gemeentelijke Holding kwam – als investeringsvehikel (lees: financierder) van steden en gemeenten – in de problemen als gevolg van de ontmanteling van de Frans-Belgische bank-verzekeraar Dexia.
Over de aangekondigde begeleide vereffening lopen nu onderhandelingen tussen de gewesten en de federale regering. “Met de verkoop van Dexia Bank België aan de Belgische staat komt er een einde aan de bestaansreden van de Gemeentelijke Holding en worden de gemeenten in toekomst gevrijwaard van risicovolle beleggingen”, verklaarde Peeters.
De afwikkeling van de Gemeentelijke Holding moet “ordentelijk” gebeuren, in het belang van het imago en de kredietwaardigheid van de publieke sector in ons land, verduidelijkte de minister-president. Daarom moet er een begeleide vereffening komen. De Holding mag geen nieuwe activiteiten ontwikkelen, maar Peeters wil ook niet dat de activa “hals over kop” verkocht worden in de actuele bijzonder ongunstige marktomstandigheden.
Brussel wil absolute redding
De raad van bestuur van de Gemeentelijke Holding komt vrijdag bijeen om zich te beraden over de toekomst. Terwijl er vanuit de Vlaamse overheid gepleit wordt voor een “ordentelijke vereffening”, wil de Brusselse vereniging van steden en gemeenten (VSGB) absoluut de “redding” van de holding. De vereniging neemt akte van de maatregelen die de federale overheid heeft genomen om Dexia Bank België te redden, maar vraagt aan de regering en de gewesten om ook “alle nodige maatregelen te nemen om de participatie van de gemeenten in Dexia te redden, via de Gemeentelijke Holding”. De VSGB hoopt dat er op middellange of lange termijn opnieuw dividenden zouden stromen naar de gemeenten in Brussel en elders. (Belga/BO)
