Luc De Bruyckere (Voka): ‘Bij de Franstaligen botsen we op een ideologisch front’

© belga

De Franstalige partijvoorzitters zijn “niet moedig”. De Vlaamse partijen daarentegen zijn “eensgezind over de algemene principes”. Dat zegt Voka-voorzitter Luc De Bruyckere na de ontmoetingen van de Vlaamse bedrijfsleiders met Franstalige en Vlaamse toppolitici.

Tijdens die gesprekken die in april en mei plaatsvonden bleek nog maar eens dat de standpunten tussen Vlamingen en Franstaligen over thema’s als staatshervorming, financieringswet of arbeidsmarktbeleid mijlenver, om niet te zeggen lichtjaren, van elkaar verwijderd zijn.

“Dat deelstaten financieel verantwoordelijk moeten worden, is voor ons vanzelfsprekend”, zegt Voka-voorzitter Luc De Bruyckere. “De Franstaligen gebruiken dezelfde termen, maar verstaan daar iets anders onder. Ze zijn akkoord om de deelstaten verantwoordelijk te maken, maar enkel voor de uitgaven, niet voor de inkomsten. Ze benadrukken vooral dat Wallonië niet mag verarmen. Ze willen extra geld voor Brussel en de federale overheid sterker maken. ‘En wat met Vlaanderen?’ vraag ik dan. Mag Vlaanderen wel verarmen? Moeten wij het allemaal betalen? Waarna een van de medewerkers zijn Franstalige partijvoorzitter influistert: ‘il faut changer le discours.” We stelden vast dat we het over niets eens waren. De Franstaligen zijn niet moedig. Ze hebben onvoldoende zelfvertrouwen om zelf iets te doen.

U hebt een aantal weken later met Waals minister-president Rudy Demotte gesproken. Hoe is dat gesprek verlopen? De Bruyckere: “Demotte is pragmatischer in zijn stellingnames en spreekt als een minister-president. Di Rupo is als partijvoorzitter ideologischer. Demotte staat wel open voor een responsabilisering van Wallonië in het arbeidsmarktbeleid. Hij zoekt samenwerking tussen gewesten, hij wil iets doen aan het activeringsbeleid,… Maar hij zegt ook: wacht nog even. Wij zijn goed bezig en hebben het Vlaamse geld nog nodig.

Wat het gesprek met de Vlaamse partijvoorzitters een verademing? De Bruyckere: “Het was een andere toon. Wij wilden met de Vlaamse partijvoorzitters over de sociaaleconomische agenda praten. Ik heb een grote convergentie gemerkt als het over de principes ging. Zo zijn alle Vlaamse partijen het erover eens om de arbeidsmarkt te regionaliseren. Dat geldt ook voor de responsabilisering van de deelstaten. We hebben ook gemerkt dat er een consensus is over een evaluatie van het indexsysteem. En ten slotte is iedereen er zich van bewust dat we het vergrijzingsprobleem maar kunnen oplossen door langer te werken. Als we het over het arbeidsmarktbeleid hebben, zijn er natuurlijk verschillen tussen enerzijds N-VA, CD&V, Open Vld en anderzijds sp.a en Groen!. Maar bij de Franstaligen botsen we op een ideologisch front.”

Hoe raken we hieruit? Kunnen bedrijfsleiders wijzen op de ernst van de situatie? De Bruyckere: “Wij gaan ook met de Waalse werkgevers praten. Ik heb al een voorzet gegeven in een interview met Le Vif: ‘Patrons wallons, il faut sortir du bois’. Dat kan druk zetten op de Franstalige partijvoorzitters. Zo kunnen we misschien tot een coalition of the brave komen en een klimaat van vertrouwen scheppen om moeilijke beslissingen te nemen.”

AM/JVO

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content