Lineaire lastenverlagingen van Di Rupo bedragen slechts 868 miljoen euro

© belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Volgens premier Elio Di Rupo deed zijn regering tijdens deze legislatuur aan de werkgevers een lastenverlaging van 4,7 miljard euro cadeau. Economen plaatsen grote vraagtekens bij dat bedrag.

Bij de bekendmaking van de Manager van het Jaar vorige week verklaarde premier Elio Di Rupo (PS) dat de federale regering voor 4,7 miljard euro aan lastenverlagingen heeft doorgevoerd. Dat bedrag is in grote lijnen de optelsom van de reële loonstop die voor 2013-2014 is afgesproken (1,35 miljard), indexaanpassingen (600 miljoen euro) en van de loonkostenverlagingen waarover de regering de voorbije maanden een akkoord heeft bereikt (1,4 miljard in het verleden en 1,3 met het competitiviteitspact van het najaar) .

Maar volgens economen heeft Elio Di Rupo zich te snel rijk gerekend. Niet alleen is het echte bedrag van de loonkostenverlagingen een stuk minder indrukwekkend, een belangrijk deel ervan is toekomstmuziek, waarschuwt Geert Vancronenburg, de hoofdeconoom van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Met zijn berekening komt Vancronenburg tot een totale lastenverlaging van 3,158 miljard euro. Daarvan is voorlopig slechts 1,368 miljard euro al toegekend aan de bedrijven.

Momenteel kunnen ze profiteren van 868 miljoen euro aan lineaire lastenverlagingen. De andere maatregelen zijn zeer versnipperd: gericht op sectoren en bepaalde doelgroepen. “Het VBO is natuurlijk tevreden met elke maatregel die de parafiscale druk doet dalen, maar we vragen al lang dat er vooral lineaire maatregelen worden genomen, waarmee alle bedrijven hun competitiviteit kunnen versterken”, zegt Vancronenburg.

Gevaarlijk beleid

Het VBO juicht ook de hervorming van de indexkorf toe, waardoor de inflatie minder snel oploopt en de lonen dus minder snel meestijgen. Maar de werkgeversorganisatie schat de impact op de loonkostenevolutie lager in dan de regering. Daarnaast wijst Vancronenburg erop dat de btw-verlaging op elektriciteit pas in april 2014 in werking treedt. Volgens de regering drukt ook die maatregel de inflatie en gaat het om een verborgen indexsprong: de volgende indexaanpassing van de lonen wordt op die manier met enkele maanden uitgesteld. Geert Janssens, de hoofdeconoom van het Ondernemersplatform VKW, vindt dat een gevaarlijke aanpak: “Hoelang kunnen we ons beleid van maximale energieprijzen volhouden? Het tart elke logica dat we de energieprijzen manipuleren om de inflatie aan banden te leggen in plaats van de index te hervormen.”

In het competitiviteitspact van eind 2013 zitten loonkostenverlagingen, maar ook die zijn nog niet merkbaar. Vancronenburg: “Ze worden gespreid over de periode 2015-2019 en het blijft onduidelijk hoe ze worden gefinancierd. Voor hetzelfde geld worden de lasten voor de bedrijven via een andere weg verhoogd en is er dus geen sprake van een concurrentiebonus.”

Fictieve bedragen

En wat te denken van de reële loonstop van 1,35 miljard die de regering voor 2013-2014 heeft opgelegd? Geert Vancronenburg rekent dat bedrag niet mee; hij heeft het over een lastenverlaging van slechts 150 miljoen euro. “Ik vertrek van de hypothese over wat er zou zijn gebeurd als de regering geen reële loonstop had opgelegd. Dan zouden de sociale partners een reële loonstijging van 0,1 procent, of 150 miljoen euro, hebben afgesproken. Die komt er nu niet.”

Volgens Geert Janssens kan die reële loonstop niet zomaar worden meegeteld als een algemene lastenverlaging. “Dat zijn veeleer fictieve bedragen”, stelt hij. “Als de loonkosten niet verder ontsporen, staat dat dan gelijk met een daling van de lasten? En dan moeten we nog afwachten hoe de loonkosten in het buitenland evolueren. Eigenlijk is dat laatste de enige juiste vergelijkingsbasis. Als men daar geen oog voor heeft, praat men in het ijle.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content