‘Het einde van de crisis afkondigen is onvoorzichtig en gevaarlijk’

De beurzen doen het goed, KBC presteert veel beter dan verwacht, het vertrouwen stijgt en voor het eerst sinds december 2011 stijgt het aantal vacatures. Is de crisis voorbij? Trends.be vroeg het aan zes economen.

De indicatoren zien er goed uit (zie kader onderaan). Maar daarin schuilt een groot gevaar. De kans is groot dat de economie het ene kwartaal een beetje vooruit gaat en dan weer twee kwartalen achteruit. Dat is de les uit eerdere crisissen in de geschiedenis. De kans bestaat dat politici de teugels laten vieren, nu de cijfertjes er even iets minder slecht uit zien, zeker omdat we over 9 maanden naar de stembus moeten. Dat is absoluut te mijden. De crisis is nog niet voorbij en de regering moet absoluut nog structurele maatregelen nemen om de economie weer op het rechte pad te krijgen. Dat is de rode draad in de reacties van de economen aan wie Trends.be de vraag stelde: ‘Is de crisis voorbij’?

Geert Janssens (hoofdeconoom VKW Metena): ‘Onzekerheid zal nog jaren duren’Ik geloof niet dat de crisis voorbij is. Er zijn nog verschillende structurele mankementen die wegen op het herstel. Zo hebben zelfstandige starters het nog altijd heel moeilijk om aan kredieten te geraken.

Banken zijn immers verplicht hun risicoprofiel aan te passen, met als gevolg dat ze minder risico’s zullen nemen bij het verlenen van kredieten. Ofwel moeten die regels worden aangepast, ofwel moeten er andere manieren gevonden worden om bedrijven die het minder breed hebben, te financieren.

Daarnaast moet de overheid ophouden met belastinginkomsten te genereren op een repressieve manier en moet ons belastingsysteem efficiënter worden. Met de pensioenproblematiek gaat het de goede richting uit, maar er is nog veel werk aan de winkel. Op vlak van energiebeleid blijft de vraag hoe we in de toekomst energie voor iedereen betaalbaar zullen houden.

Nog een heikel punt zijn de loonkosten, die moeten fors omlaag om concurrentieel te zijn tegenover onze buurlanden maar daar is een zware financiële inspanning voor nodig. Stuk voor stuk structurele problemen waarvoor een oplossing uitblijft, en die onzekerheid weegt zwaar op het economische herstel.

‘Last but not least’: de europroblematiek, wat gaat dat ons nog kosten? Gaan de landen die een noodlening hebben gekregen van Europa dat geld ooit nog kunnen terugbetalen. Een en ander maakt dat spreken over een herstel van de economie dus zéér voorbarig is.

Johan Van Overtveldt (hoofdredacteur Trends): ‘Drie belangrijke problemen verhinderen echt herstel’

‘To cut a long story short’: de crisis is niet voorbij. We moeten een onderscheid maken tussen twee fenomenen, nl. de evolutie op korte termijn (max. het komende jaar) en op langere termijn (pakweg de komende vijf jaar).

Wat de korte termijn betreft, ging het met name binnen de eurozone tot voor kort zo sterk naar beneden dat er altijd wel een punt van “pause” komt. Particulieren en gezinnen kunnen sommige bestedingen niet blijven uitstellen. Ondernemingen moeten op een bepaald moment toch wel bepaalde vervangingsinvesteringen doen, enz. Dan stopt de terugval van de economie maar vrij snel blijkt hoe broos dat herstel wel is. Zo zie je nu bijvoorbeeld dat in Griekenland de werkloosheid toch blijft stijgen en in Spanje het aantal faillissement gruwelijk blijft oplopen.

Wat de langere termijn betreft, blijft er zeer grote onzekerheid aan de orde doorheen zowat de ganse wereldeconomie. Vermits België een zeer open en kleine economie is, vormt de evolutie van de internationale omgeving een erg belangrijk gegeven voor de gang van zaken hier. Onzekerheid remt bestedingen en investeringen en weegt dus zwaar op een duurzaam herstel van de economie.

Ik zie drie belangrijke bronnen van onzekerheid. Ten eerste is er de enorme schuldophoping doorheen de ganse wereldeconomie. Die schuldophoping dreigt eerder nog verder te escaleren als gevolg van de kosten van de vergrijzing. Ten tweede is er de eurocrisis. Van echt structurele oplossingen voor de institutionele mankementen aan de Europese monetaire unie is nauwelijks sprake. En ‘last but not least’ is er het monetaire beleid dat wereldwijd enorm expansief is: zeer lage rentevoeten gekoppeld aan een continue schepping van vers geld. Uit alles blijkt dat de centrale bankiers steeds minder weten hoe ze met deze situatie moeten omgaan.

Er kan pas een fundamenteel en langdurig herstel van de economie als uit de acties van de beleidsmensen duidelijk blijkt dat men, primo, zich bewust is van die drie grote problemen en, secundo, ook op een geloofwaardige manier kan aangeven hoe men die problemen écht gaat aanpakken.

Peter De Keyzer (hoofdeconoom BNP Paribas Fortis): ‘Enkel apocalypsscenario ligt achter ons’

Ik onderscheid drie lagen van de crisis. De acute fase – het risico van een instorting van de eurozone – ligt achter ons. Het agressieve beleid van de Europese Centrale Bank, die massaal liquiditeiten in het systeem heeft gepompt, heeft ervoor gezorgd dat het apocalypsscenario alvast weg is en het vertrouwen weer stijgt.

Daarnaast heerst er echter ook een grote latente crisis en die is zeker nog aanwezig, namelijk de problemen in landen als Spanje, Italië en Griekenland. Wij merken daar niet elke dag de gevolgen van, maar die crisis zal zeker nog een tijdje duren. Ten derde is er de structurele crisis van de eurozone als geheel. Een Europese munteenheid en een Europese centrale bank, terwijl het financieel beleid op nationaal niveau wordt bepaald: dat werkt niet.

Die laatste twee problemen zorgen ervoor dat onze economie verzwakt blijft.

Daan Killemaes (adjunct-hoofdredacteur Trends): ‘Lont is misschien even uit kruitvat maar kruitvat is nog tot nok gevuld’

De crisis is niet voorbij, maar we zullen ons de komende kwartalen wel kunnen opwarmen aan een conjuncturele opflakkering van de Belgische en Europese economie. De betere gang van zaken is meer dan een “dead cat bounce”, maar markeert niet het begin van het einde van de crisis. Want de lont is misschien even uit het kruitvat, maar het kruitvat zelf is nog tot de nok gevuld met het buskruit van de onopgeloste eurocrisis en de nog altijd torenhoge schuldenlast die de Westerse economie torst.

Specifiek voor België houdt de hoge loonkostenhandicap, de zware belastingdruk, de stroeve arbeidsmarkt en het nog altijd weinig duurzame karakter van de overheidsfinanciën een echt herstel aan de ketting. Vooral de bedrijven hebben dit door en weigeren volop te investeren, en op die manier ontbreekt een cruciaal ingrediënt om het herstel echt een kans op slagen te geven. Het gevaar is echter groot dat de verantwoordelijke politici de tijdelijke opflakkering (bewust) zullen aanzien voor het einde van de crisis, wat hen een alibi zal verschaffen om de structurele hervormingen op sterk water te zetten. In dat geval is het een kwestie van tijd voor de crisis een comeback maakt.

Er mag niet vergeten worden dat de relatieve rust in de tent vooral te danken is aan het extreem soepel geld beleid van de belangrijkste centrale banken – gaande van de Federal Reserve tot de Europese Centrale Bank. In de VS zit het herstel al een tijdje in het zadel dankzij overuren draaiende geldpersen, daarbij geholpen door de zwakke dollar en de goedkope energie van de schaliegasrevolutie.

In Europa wist ECB-voorzitter Mario Draghi een acute fase van de eurocrisis van tafel te vegen, wat nu langzaam doorsijpelt naar de echte economie. De meeste vertrouwensindicatoren klimmen langzaam uit een diep dal, en een aantal zuiderse eurolanden (zoals Spanje) hebben al werk gemaakt van een competitievere economie. Maar de weg is nog lang, en een aantal ander landen (Frankrijk, Italië en België) kunnen het (nog) niet opbrengen om hun economie op een betere leest te schoeien. Deze landen vergooien de tijd die de centrale banken voor hen gekocht hebben.

Dat is een doodzonde, want Draghi en Bernanke kunnen niet tot het einde der tijden het extreem soepele geldbeleid aanhouden. Vroeg of laat zal inflatie de kop op steken en dan zullen de centrale banken de voet van het gaspedaal moeten halen. Een stijgende rente, vooral dan een stijging van de langetermijnrente, wordt de lakmoesproef voor de Westerse economie, die precies door de hoge schuldenlast nog altijd heel kwetsbaar is voor hogere rentevoeten. Pas als we de rentetest doorstaan, zal de crisis voorbij zijn.

Etienne de Callataÿ (hoofdeconoom Bank Degroof): ‘Toestand verbetert, maar crisis is lang niet voorbij’

Krabbelt de economie recht? Ja en neen. Het gaat wel degelijk beter. Verschillende indicatoren geven aan dat het de goede richting uitgaat. Daartegenover staat dat het herstel verre van schitterend is. De werkloosheidsgraad blijft hoog en zal nog toenemen. De economie groeit voorzichtig, maar niet met 1,5 procent. Beperkt dus, en dat heeft negatieve gevolgen voor de arbeidsmarkt en de begroting.

Drie belangrijke problemen hebben antwoorden nodig. Ten eerste zijn er structurele maatregelen nodig op Europees vlak, de werking van de eurozone moet grondig worden hervormd. Ook de financiële sector is nog lang niet voldoende sterk en stabiel. Op lange termijn tot slot waart het probleem van de vergrijzing nog altijd rond.

Kortom: er is zeker sprake van een conjuncturele verbetering, maar de crisis is nog lang niet voorbij.

Danny Reweghs (directeur MoneyTalk): ‘Einde van crisis afkondigen is onvoorzichtig en gevaarlijk’

Het is duidelijk dat iedereen naar goed nieuws snakt. Het uitbreken van de financiële crisis in 2007-’08 heeft de overheden verplicht om banken te redden en tijdelijk diepe gaten in de begroting toe te laten ten einde het financieel systeem overeind te houden en een depressie te vermijden. Sindsdien zijn de overheden verplicht om de tering naar de nering te zetten en hun begrotingen op orde te zetten. Dat gebeurt door allerlei besparingen en door allerlei nieuwe belastingen. Onpopulaire maatregelen die wegen op het consumenten- en ondernemersvertrouwen. Dat heeft reeds enkele keren voor een milde recessie gezorgd met een afwachtende consument, bedrijfsleiders die aarzelen om te investeren, … Kortom, België en West-Europa zit zo al geruime tijd in de tunnel en iedereen snakt naar licht, naar optimisme.

Nu zijn er onmiskenbaar signalen dat er uitzicht is op beterschap. Maar daaraan meteen koppelen dat de crisis voorbij is, lijkt me redelijk voorbarig. Het is immers niet de eerste keer de afgelopen vijf jaar dat de Europese economie tekenen van beterschap vertoont. De uitdrukking ‘groene scheuten’ dateert al van enkele jaren geleden. Een lichte conjuncturele opleving onder impuls van onder meer een tastbaar herstel van de Amerikaanse economie wil niet automatisch zeggen dat alle ellende nu vergeten is. Van -0,1% naar +0,1% economische groei is een ander verhaal, maar geen wereld van verschil. De werkloosheidsgraad blijft gigantisch, de begrotingen zijn nog niet op orde, de vergrijzingsgolf komt op ons af, de euro-crisis kan zo opnieuw starten ten gevolge van een politieke crisis in Zuid-Europa (regeringen in Griekenland, Portugal, Spanje, Italië zitten niet stevig in het zadel)…. Uitdagingen/risicofactoren genoeg met andere woorden.

Als we het voorbeeld van Japan er even bij nemen, dan zien we daar ook dat er herhaaldelijke oplevingen waren gedurende enkele kwartalen, maar dat het land daarna opnieuw in een recessie sukkelde. Het scenario van een ‘chronische recessie’ is zeker nog niet afgewend. Het gevaar is trouwens dat de economische heropleving die er zit aan te komen Europese regeringen ertoe zal aanzetten om de teugels te vieren en noodzakelijke, maar pijnlijke structurele hervormingen in de pensioenen, gezondheidszorg, arbeidsmarkt, … verder voor zich uit te schuiven om zo de eigen populariteit weer op te krikken in het licht van de volgende verkiezingen.

Conclusie: het is duidelijk nog té vroeg om het einde van de crisis aan te kondigen en bovendien niet alleen voorbarig, maar in heel wat opzichten zelfs onvoorzichtig en gevaarlijk.

Eddy Eerdekens en Kevin Van der Auwera

Indicatoren die wijzen op het einde van de crisis

1. De beurzen doen het goed

De beurzen presteren wereldwijd zo goed dat het lijkt alsof er nooit een crisis geweest is. De zoektocht naar nieuwe records in New York doet vermoeden dat de crisis achter de rug is. De Dow Jones kwam vorige week voor het eerst in de geschiedenis boven de symbolische drempel van 1.700 punten uit. Technologiegraadmeter Nasdaq bereikte het hoogste niveau in bijna dertien jaar. De Bel20 sloot gisteren af op zijn hoogste peil in bijna vijf jaar.

2. KBC presteert veel beter dan verwacht

Bankencrisis? Alvast niet meer bij KBC. Deze Belgische bank heeft er een uitmuntend tweede kwartaal opzitten. Met een nettowinst van 517 miljoen euro presteerde KBC fors beter dan verwacht door de analisten. ‘We kenden een positieve aangroei zowel in deposito’s als in kredieten voor particulieren en KMO’s,’ zegt CEO Johan Thijs.

3. Economie groeit (zij het zeer bescheiden)

In het tweede kwartaal van dit jaar is de economie gegroeid met 0,1 procent. Dat blijkt uit een eerste schatting van de Nationale Bank. Die groei is zeer bescheiden, maar belangrijk omdat ons land al een half jaar in recessie verkeerde. Alles is beter dan negatieve groei.

4. Het vertrouwen stijgt

Zowel het ondernemersvertrouwen als het consumentenvertrouwen zitten voor het eerst sinds vele maanden in de lift. Voor waarnemers zijn deze barometers een belangrijke indicatie dat de economie in de goede richting evolueert.

5. Meer vacatures

Het aantal vacatures dat de VDAB ontvangt, is voor het eerst sinds december 2011 gestegen. Woordvoerster Bartelijne van den Boogert waarschuwt wel dat er pas na drie maanden sprake is van een stijlbreuk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content