Met de wet op deugdelijk bestuur is een trend naar meer reglementering ingezet, vrezen bestuurders en bedrijven. “
Men wil een politieke agenda aan de ondernemingen opleggen”.
Trends sprak deze week met Aloïs Michielsen, de bestuursvoorzitter van Solvay en sinds kort de voorzitter van de ‘board of trustees’ van het Instituut voor Bestuurders Guberna, en Lutgart Van den Berghe, de gedelegeerd bestuurder van Guberna.
Beiden drukken hun bezorgdheid uit over de toename aan wetgeving over coporate governance. Die duwt bedrijven in een keurslijf.
Aloïs Michielsen: “De voorbije jaren heeft elk politiek niveau zich op deugdelijk bestuur geworpen. En iedereen schrijft zijn eigen wetten, de een doet er een schepje bij, de ander is minder streng. Daar heb ik een probleem mee. Op de duur zie je door het bos de bomen niet meer. Bovendien bestaat het risico van een opbod aan reglementering.”
Lutgart Van den Berghe: “Na de Fortis-crisis zijn we in België helemaal doorgeschoten. Men is met een kanon op een mug beginnen te schieten. De wet van 6 april 2010 geldt voor alle beursgenoteerde bedrijven en neemt in detail de bepalingen uit de zelfregulerende code voor corporate governance over. Dat is een grote fout geweest. Mijn grote vrees is dat we op deze wettelijke weg doorgaan met een instrument dat er niet voor gemaakt is.”
Aloïs Michielsen: “Beursgenoteerde bedrijven moeten de nieuwe wet toepassen vanaf het boekjaar 2011. In dit geval zou de algemene aandeelhoudersvergadering van Solvay echter kunnen beslissen dat er goede redenen zijn om de invoering van alle bepalingen eventjes uit te stellen. Dat is een mogelijkheid die de wetgever op het laatste moment nog voorzien heeft.”
P.C.
Lees het volledige interview met Aloïs Michielsen en Lutgart Van den Berghe in Trends van 2 december.
