Frankrijk versterkt het mechanisme om zijn bedrijven te beschermen tegen buitenlandse investeerders. Ongewenste investeerders kunnen voortaan een officieel veto krijgen.
Buitenlandse groepen die willen investeren in energie, transport, water, gezondheid en telecom, zullen voortaan eerst groen licht nodig hebben van de overheid zelf, zo staat in een nieuw decreet.
Beter gewapend
Door dat decreet kan de overheid bijvoorbeeld ingaan tegen de verkoop van delen van het industrieconcern Alstorm aan het Amerikaanse General Electric of het Duitse Siemens. Kandidaten zullen namelijk eerst moeten onderhandelen met de staat, aldus het ministerie van Economie.
“Met het decreet zijn we gewapend om de discussies en onderhandelingen met de twee bedrijven die interesse hebben getoond voort te zetten”, aldus een bron binnen het ministerie. De overheid liet al langer uitschijnen gekant te zijn tegen de verkoop van Alstom, “het symbool van onze industriële macht en van de Franse vindingrijkheid”, stelde minister van Economie Arnaud Montebourg eind april.
Nationaal belang
De overheid kan bij de goedkeuring van investeringen van buitenlandse groepen rekening houden met zaken als het behoud van de activiteiten, de continuïteit van het gebruik van de infrastructuur of het behoud van competenties die noodzakelijk zijn voor de beoefening van een activiteit die cruciaal is voor het “nationaal belang”.
Indien de staat zich kant tegen een overname, is het wel mogelijk om in beroep te gaan bij de Raad van State, zo staat in de tekst. (Belga/TV)
