Exportondersteunende maatregelen richten op groeilanden (Agoria)

“Het is niet evident om als Belgisch bedrijf aanwezig te zijn op de groeimarkten, maar men moet het toch proberen.” Dat zegt Frank Vandermarliere van sectorfederatie Agoria als reactie op een studie van Planbureau waaruit blijkt dat België terrein verliest in de wereldhandel.

De studie van het Federaal Planbureau is uitgevoerd op verzoek van minister van Ondernemen Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Daaruit blijkt dat het marktaandeel van de Belgische industrie in de globale export is gezakt in de periode 1999-2008 van 3,48 procent naar 3,35 procent.

“De studie van het Planbureau legt de oorzaak voornamelijk bij geografische factoren”, zegt hoofdeconoom Frank Vandermarliere van de Belgische federatie van de technologische nijverheid Agoria. “Het grootste deel van de Belgische export gaat naar de buurlanden en niet naar groeilanden zoals India of China. Onze buurlanden zijn minder snel gegroeid dan die groeilanden. Dat verklaart onze achteruitgang in wereldhandel.”

Verlies aan competitiviteit “Maar het Planbureau haalt ook ons verlies aan competitiviteit aan als een van de factoren. Ook de Nationale Bank heeft onlangs daar op gewezen.”

Het is ook niet evident om aanwezig te zijn in die groeilanden, zegt Frank Vandermarliere: “Een bedrijf wordt er vaak geconfronteerd met handelsbelemmeringen. Ook is het moeilijk om de financiering rond te krijgen. Daarnaast zijn er problemen met het intellectueel eigendomsrecht in veel van die landen.”

Frank Vandermarliere zegt dat de overheid de handel naar groeilanden kan stimuleren met exportondersteunende maatregelen. De vraag in die landen zal meer toenemen dan in onze buurlanden. “We pleiten niet voor een afschaffing van maatregelen voor de export naar de buurlanden, maar de exportondersteuning zou zich meer moeten richten op de groeilanden.”