Er zijn nadelen aan een doorgedreven loonmatiging om Duitsland bij te benen op het vlak van competitiviteit, waarschuwt professor emeritus Paul Van Rompuy.
Een doorgedreven loonmatiging is al jaren de hoeksteen van de Duitse concurrentiestrategie. Daarbij stegen de lonen er minder snel dan de arbeidsproductiviteit. België kon dat tempo niet volgen, waardoor ten opzichte van Duitsland ons kostenplaatje met 4,5 procent achteruit ging.
Moeten we daarom Duitsland achterna, en moeten de lonen achterblijven op de arbeidsproductiviteit? “Neen”, zegt professor emeritus Paul Van Rompuy in een nieuw Leuvens Economisch standpunt.
“Een loonmatigingsbeleid is goed voor de investeringen en de concurrentiepositie, maar slecht voor de binnenlandse consumptie. Op korte en middellange termijn is het saldo zelfs negatief, ook voor de groei van de werkgelegenheid. Daar moet een Belgische concurrentiestrategie rekening mee houden.”
Zo valt de Duitse strategie negatief uit voor de Duitse werkgelegenheid. Banenverlies in de industrie (-7,4%) werd in de periode 2001-2007 slechts in geringe mate gecompenseerd door de expansie van de werkgelegenheid in de rest van de markteconomie.
België verloor in die periode relatief meer banen in de industrie (-10,9%), maar kende een grotere groei van de werkgelegenheid in andere marktsectoren.
De Duitse werkgelegenheid steeg met 0,6 procent, de Belgische met 3,25 procent. “Door de stagnering van het reële loon heeft de forse toename van het Duitse uitvoervolume niet kunnen bijdragen aan een toename van de werkgelegenheid in de marktsector”, zegt Paul Van Rompuy.
“De weg van een competitieve loonmatiging, die op middellange termijn tot banenverlies leidt, is daarom geen evidente optie om de vastgestelde achteruitgang van de Belgische concurrentiepositie bij te sturen”, zegt Paul Van Rompuy.
“De loonkosten moeten worden beheerst, maar het beleid moet vooral mikken op productiviteitsgroei en productinnovatie. Ook de arbeidsmarkt moet dringend hervormd worden, zodat laaggeschoolden sneller een baan kunnen vinden. België loopt hierin achter op Nederland en Duitsland.”
D.K.
