Een economisch winterzonnetje in het zuiden

Mariano Rajoy © Belga Image
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Spanje kiest zondag een nieuw parlement. De economie leeft er op, met een dalende werkloosheid als het meest manifeste signaal. Ook in Italië en Portugal lijkt het ergste achter de rug. Griekenland blijft een twijfelgeval. Een doorlichting van de PIGS-economieën.

Vorig kwartaal bereikte de Spaanse economie een belangrijke psychologische mijlpaal: het aantal werklozen zakte onder 5 miljoen. In 2013 haalde de werkloosheid nog pieken van meer dan 6 miljoen mensen. Nadien was het aantal stelselmatig gedaald, tot 4,85 miljoen in oktober. Op dat moment had het werklozenleger een duik achter de rug van 10,6 procent tegenover een jaar eerder.

Dat pakt mooi uit voor de Spaanse premier, Mariano Rajoy, en zijn conservatieve Partido Popular, die op 20 december naar de kiezer moeten. Bij de vorige verkiezingen gaf de kiezer aan de Partido Popular een volstrekte meerderheid in het parlement. Rajoy maakte daarvan gebruik om harde besparingen en hervormingen door te voeren, in volle recessie. De blikvanger was de arbeidsmarkthervorming in 2012, die het voor bedrijven goedkoper maakte mensen aan te werven of te ontslaan. Individuele bedrijven kregen ook ruimte om af te wijken van sectorale loonakkoorden.

De hervorming bleek te werken. De lonen gingen lager, wat de competitiviteit van de Spaanse bedrijven versterkte. Het is de zogenoemde interne devaluatie, waar Spanje intussen om bekend staat. Een jaar na de hervorming begon de werkgelegenheid te stijgen. In de twaalf maanden tot oktober 2015 creëerde de Spaanse economie 544.700 jobs, de grootste toename in acht jaar. Ze is gespreid over alle sectoren, landbouw, industrie en diensten, maar ook de bouw. Dat laatste is geen detail. Vanaf 2008 kreeg Spanje een vernietigende vastgoedcrisis over zich heen. “Er zijn tekenen dat het tij in de vastgoedsector keert”, schrijft het IMF in een rapport over de Spaanse economie. “Na jaren van daling, begonnen de huizenprijzen te stijgen in de tweede helft van 2014.”

Het IMF spaart zijn lof niet voor Spanje. De hervormingen brachten het vertrouwen terug, aldus het rapport. Consumptie en investeringen maken een sterke comeback. Dit en volgend jaar zal de economische groei uitkomen op 3,1 en 2,5 procent, stukken boven het gemiddelde van de eurozone.

Smeerolie

Hoe duurzaam is het herstel? “Alles wijst erop dat we vertrokken zijn voor minstens twee tot drie jaar van sterke groei en jobcreatie”, zegt Miguel Cardoso, econoom van de Spaanse bank BBVA. “De export tekent vandaag voor 33 procent van het Spaanse bbp, voor de crisis was dat 23 tot 25 procent. Investeringen in machines gingen sinds 2013 met 30 procent omhoog, drie keer zoveel als in de eurozone.”

Het groeiherstel zet ook zelfvoedende mechanismen in gang. “Tussen 2010 en 2013 reduceerde de overheid het begrotingstekort van 11 tot 6,5 procent van het bbp, in een krimpende economie”, zegt Cardoso. “Dat heeft veel offers gevergd van de Spanjaarden, zoals hogere btw-tarieven en duurdere medicijnen. Vandaag zorgt de groei voor de daling van het tekort, via hogere belastinginkomsten. Al helpt de soepele geldpolitiek van de Europese Centrale Bank aardig mee, via lagere rentevoeten, en dus kleinere intrestbetalingen op de overheidsschuld.”

Door de arbeidsmarkthervorming zullen crisissen voortaan minder banen vernietigen. “Onze berekeningen wijzen uit dat tijdens de jaren 2012-2013 zowat 300.000 banen gespaard zijn, omdat bedrijven meer vrijheid kregen om de lonen aan te passen”, zegt Cardoso. “Was de arbeidsmarkthervorming aan het begin van de crisis doorgevoerd, waren er nu 1 miljoen werklozen minder geweest, zeggen onze schattingen.”

En de Spaanse banken staan er weer. In de nasleep van de vastgoedcrisis hield Madrid hen recht met kapitaalinjecties en herstructureringen. Vorig jaar doorstonden ze met glans de Europese stresstesten. Gezonde banken, het is als smeerolie voor een economie. “De kredieten vloeien weer, precies omdat de banken ze kunnen verschaffen”, zegt Cardoso. “Vandaag groeien de kredieten aan de Spaanse gezinnen en kmo’s met twee cijfers. Zonder solvabele en liquide banken zou dat niet mogelijk geweest zijn.”

Precaire jobs

Is de lof voor de hervormingen niet overtrokken? Volgens critici heeft Rajoy vooral geprofiteerd van de lage olieprijzen en de zwakke euro. “Als dat zo was, dan hadden alle eurolanden moeten groeien in het Spaanse tempo”, zegt Cardoso. “De lage olieprijzen en de zwakke euro zijn ook rugwinden die pas een jaar geleden opstaken. Het herstel van de Spaanse economie begon al eerder. We hebben meer dan vijf jaar in een crisis gezeten. Het herstel is het resultaat van hervormingen, en een beetje geluk, op het laatst.”

José Ignacio Conde-Ruiz, professor economie aan de Universidad Complutense de Madrid, ontkent de positieve effecten van de hervormingen niet. Het probleem zijn de gemiste kansen. “Met zijn volstrekte meerderheid in het parlement had Rajoy veel meer kunnen doen om het land te moderniseren”, zegt Conde-Ruiz, die ook onderdirecteur is van de economische denktank Fedea in Madrid. “Halfweg de legislatuur heeft hij de hervormingsagenda stilgelegd. Het overlevingsminimum was bereikt, net voldoende om Europese noodhulp los te krijgen voor de Spaanse banken.” De gevolgen van halve werk zijn zichtbaar op de arbeidsmarkt. “Van de verloren gegane werkgelegenheid tijdens de crisis, hebben we slechts een derde teruggewonnen”, zegt Conde-Ruiz.

Het Spaanse werklozenleger mag dan al een stuk uitgedund zijn, de werkloosheidsgraad bedraagt nog altijd 21,2 procent. Dat is veel te hoog, vindt het IMF. Bovendien zit zowat 60 procent van de werklozen al langer dan een jaar zonder baan, zodat ze hun vaardigheden verliezen. Zonder nieuwe ingrepen geraakt de structurele werkloosheid niet onder 16,5 procent, aldus het IMF-rapport.

Veel werklozen zijn laaggeschoold, en riskeren in armoede te vervallen. De overdaad aan tijdelijke contracten werkt de dualisering van de arbeidsmarkt nog in de hand. Vooral jongeren zitten in precaire banen. “De ontslagvergoedingen bij contracten voor onbepaalde duur zijn erg hoog”, zegt Cardoso. “De werkgevers spelen op zeker door tijdelijke krachten in te huren, omdat zulke contracten veel lagere ontslagkosten inhouden.”

Het maakt dat het aandeel van de tijdelijke contracten in de tewerkstelling rond 30 procent zal blijven hangen, volgens Cardoso. “Dat is abnormaal hoog, en heeft negatieve effecten op de economie. Werkgevers zijn niet gauw geneigd te investeren in tijdelijke werkkrachten. Dat zet een vicieuze cirkel van dalende productiviteit in gang.”

Opleiding

Spanje moet dringend werk maken van zijn menselijk kapitaal. “Veel mensen die al vijf of zes jaar werkloos zijn, hebben geen diploma”, zegt Cardoso. “Een derde van de Spaanse beroepsbevolking heeft zijn middelbare school niet afgemaakt. De vastgoedboom heeft veel jongeren naar de bouwsector gezogen. Hetzelfde geldt voor de toeristische sector. Als 17- of 18-jarige kan je er op korte tijd goed geld verdienen. Al die laaggeschoolden moeten we een opleiding geven, zodat ze aan de slag kunnen in sectoren met hoge groei. Dat wordt niet gemakkelijk.”

Een andere karwei is de gezondmaking van overheidsfinanciën. Spanje staat onder verscherpt toezicht van de Europese Commissie. Het begrotingstekort moet volgend jaar onder de drempel van 3 procent van het bbp geraken, maar dat zal Spanje niet halen, volgens de Commissie. Het begrotingstekort verminderen, zonder veel te wegen op de groei, wordt een moeilijke opdracht, volgens Cardoso. Zijn grootste zorg is de overheidsschuld. “Die zal dit jaar stijgen tot 100 procent van het bpp. Een snelle daling zit er niet in, gezien de matige groeivooruitzichten . Als de regering de komende tien à twintig jaar niks doet, halen we de norm van 60 procent van het Europees Stabiliteitspact pas in 2035 of 2040. Dat is onaanvaardbaar. De nieuwe regering zal aan de slag moeten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content