Dossier Trends: Tijd voor een nieuwe Belgische Omwenteling

BHV is een godsgeschenk voor de Belgische gezagsdragers. Als ze energie uit de crisis puren, kunnen ze eindelijk de staat, de begroting en de economie hertekenen. Hun laatste kans. In Trends van deze week krijgt u meer duiding rond de politieke crisis in ons land.

Lees ook: “Sociale partners zijn niet geloofwaardig meer” (Opinie)

“De paniekverhalen zijn niet geloofwaardig. Politici die met doemscenario’s zwaaien en vertellen dat de crisis zware economische gevolgen heeft, doen dat om snel een compromis af te dwingen. Die verhalen dienen een achterliggende politieke agenda. De politieke crisis is niet schadelijk voor de economie of de kredietwaardigheid van België”, zegt Erik Buyst, professor economie aan de KU Leuven en directeur van Vives.

De gezamenlijke oproep van de koning en de premier dat de politieke crisis “niet opportuun is”, de waarschuwing van minister van Staat Marc Eyskens (CD&V) “regimecrisis maakt van ons het Griekenland aan de Noordzee” of het alarmsignaal van het VBO “er wordt met vuur gespeeld” moet met een flinke korrel zout genomen worden. “De houding van de oude krokodillen die waarschuwen voor chaos is bijzonder hypocriet. Deze toestand is een erfenis van hun beleid”, zegt Johan Van Overtveldt, algemeen directeur van VKW.

Geen Griekenland aan de Noordzee
Analisten die met een nuchtere en puur zakelijke blik België in de gaten houden, maken zich niet al te veel zorgen. Neem nu Douglas Renwick, de analist die voor kredietagentschap Fitch de Belgische kredietwaardigheid volgt. Fitch kleeft op het Belgisch staatspapier een kwaliteitslabel van de op een na hoogste kredietwaardigheid (AA+), met een stabiele outlook. “En stabiel betekent stabiel. De politieke onrust verandert dat niet”, zegt Douglas Renwick.
Voor Fitch is België daarom niet het volgende Griekenland. “De verschillen tussen beide landen zijn groot. Het Belgische begrotingstekort is lager dan gemiddeld in Europa. Op langere termijn zijn er natuurlijk meer maatregelen nodig om het begrotingstekort en de schuld terug te dringen. Een langdurige impasse kan wel gevolgen hebben. Maar wij baseren ons oordeel op de budgettaire cijfers van de volgende jaren.”

Daar kan het schoentje wel eens wringen. In België komen de zaken pas in beweging als het echt niet meer anders kan. Het begrip en de vergevingsgezindheid van kredietverschaffers en investeerders kan op termijn contraproductief werken. De zuiderse eurolanden staat wel het mes op de keel en zij hebben geen andere keuze dan hard te werken aan hun staatsfinanciën en concurrentiekracht.

“De politieke crisis kan daarom een goede zaak zijn. Ze kan voor dat noodzakelijke gevoel van hoogdringendheid zorgen”, zegt Buyst. “We hebben een katalysator nodig. Griekenland moet saneren onder druk van de markt, wij hadden vroeger al eens een crisis van de frank om ons aan te porren. Nu kan de politieke crisis als opportuniteit gezien worden om knopen door te hakken”, zegt Edwin De Boeck, hoofdeconoom van KBC.

Veel meer dan BHV op het spel
Dat het buitenland voorlopig vrij laconiek reageert (‘ze zijn weer bezig’) op de politieke instabiliteit, betekent natuurlijk niet dat de politieke klasse de tijd heeft tot sint-juttemis om de impasse te doorbreken.

“Nu hebben we nog geloofwaardigheid, maar eens het buitenland realiseert dat we in een structurele politieke impasse zitten, kan het sentiment in één dag omslaan”, zegt Van Overtveldt. “Wat mij nog het meeste zorgen baart, is dat onze lage potentiële groei afkalft. De OESO schat dat die groei daalt naar amper 0,6 procent per jaar. Een recessie is dan nooit ver weg. De OESO rechtvaardigt dat lage cijfer door erop te wijzen dat we niet meer in staat zijn om tot een ernstig beleid te komen en scheeftrekkingen te corrigeren. En een lage groei remt de capaciteit van de overheid af om tekorten terug te dringen en schulden af te lossen.”

Deze regering had al een milde inspanning op papier gezet voor 2010 en 2011, waarbij ze vooral surft op het herstel, en waarbij ze niet zwaar wil saneren om dat herstel niet in het gedrang te brengen. Het grote begrotingswerk stond dus pas op het programma in 2011, wat althans tot vorige week het eerste grote werk van de nieuwe regering moest worden. In dit perspectief is het politieke moeras dus geen budgettaire ramp, tot de verkiezingen van 2011 was er toch geen fundamenteel begrotingswerk gepland.
Maar die sanering moet er komen en belooft een communautair geladen oefening te worden, wat wellicht nu al zijn schaduw vooruit werpt. “Wordt de federale begroting vanuit communautaire belangen opgesteld, dan is de toegevoegde waarde van België negatief.”

Begroting en staatshervorming aan elkaar geklonken
Ook nu kan een succesvolle sanering van de begroting niet zonder een grondige staatshervorming. Daarbij is het vooral de financieringswet die nu de Belgische overheidsfinanciën voetje lichten. Die financieringswet regelt de geldstromen binnen België, maar gaat gebukt onder een zware constructiefout. Geld stroomt naar de deelstaten alsof de uitgaven netjes verdeeld zijn tussen de federale regering en die deelstaten. Maar de vergrijzingskosten, de nagel aan de doodskist van de schatkist, vallen voor 90 procent ten laste van de federale begroting. De financieringswet gaat volledig voorbije aan die realiteit, waardoor het federale schip sneller water maakt dan weggepompt kan worden.

“Het begrotingsprobleem is voor de helft een bestuurlijk probleem”, zegt een doorwinterde kenner van het Belgische budgettaire kluwen. “Laat de federale regering niet langer de pensioenen van de ambtenaren van de deelstaten betalen. Op die manier hevel je een factuur van 5 miljard euro over van de federale regering naar de deelstaten. Die moeten dat geld dan wel vinden en dat kunnen ze ook, als ze de tering naar de nering zetten. De Vlaamse regering doet nu de begrotingscontrole in een voormiddag. Dat is een droom, een lachertje, in vergelijking met de federale regering.”
“Daarnaast valt er nog heel wat te besparen door komaf te maken met dubbele bevoegdheden en dus dubbele uitgaven. Op die manier kan de helft van het tekort van 5 procent weggewerkt worden. De rest is een pijnlijke maar klassieke budgettaire oefening die al door veel regeringen gemaakt is.”

Daan Killemaes en Lieven Desmet

Het volledige dossier leest u in Trends van deze week

Partner Content