‘De spanningen rond CETA zijn normaal’

Donald Tusk en Jean-Claude Juncker © belga
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Eindelijk staan de eerste handtekeningen onder CETA. De heisa over het Europees-Canadees vrijhandelsverdrag was bijwijlen karikaturaal. Het verdrag is geen vrijgeleide voor machtige multinationals, maar veeleer een opsteker voor de veelgeplaagde Europese Unie.

Zelfs uw buurman en uw neefje weten nu wat CETA is. Ooit geraakten vrijhandelsakkoorden amper buiten het kantoor van technocraten en politici, vandaag hebben ze de huiskamer veroverd. Dat is deels de verdienste van Waals minister-president Paul Magnette (PS), die met zijn verzet tegen het Europees-Canadese vrijhandelsverdrag twee weken lang de wereldpers haalde. Al heeft Canada die hetze niet verdiend. Had het land in Europa gelegen, dan was het gewoon een EU-lidstaat geweest. We zouden Canadees rundsvlees hebben gegeten, net zoals we Franse wijn drinken of met Duitse auto’s rijden.

Maar de tegenstanders zijn onvermoeibaar, en ook deze keer hoeven ze hun spandoeken nog lang niet op te bergen. De Canadese premier Justin Trudeau heeft getekend, net zoals Europees president Donald Tusk en Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker. Er staat echter nog een ratificatieronde te wachten langs het Europees Parlement en 38 nationale en regionale parlementen. Ironisch genoeg zal het CETA dus terugkeren naar het recalcitrante Waalse Parlement. Ook elders in Europa zouden politici weleens ‘verduidelijkingen’ kunnen eisen, naar het voorbeeld van Magnette. Bovendien moeten het Europees van Hof van Justitie en het Duitse Grondwettelijk Hof hun zegje nog doen.

Krijgen multinationals meer invloed?

Dat hebben ze vandaag al, daar hebben ze CETA niet voor nodig. Ondanks het schandaal met de sjoemelsoftware mag de auto-industrie nog jarenlang de emissienormen overschrijden in de Europese Unie. Eind vorig jaar oordeelde het Europees Hof dat de Europese Commissie wel erg lang talmde met haar aanpak van hormoonverstorende stoffen in cosmetica, plastics en pesticiden. In Brussel doen duizenden lobbyisten rustig hun ding.

Gek genoeg werd uitgerekend CETA een schietschijf, hoewel het verdrag niets kan veranderen aan de lokale regels en normen. Maar dat geloven de critici niet. Zij verwijzen naar de arbitrageprocedure in het verdrag. Multinationals die zich geschaad voelen door lokale wetgeving, kunnen bij een arbitragetribunaal reusachtige schadeclaims indienen tegen een land. Lidstaten zullen zich er dus voor hoeden milieu- of gezondheidsnormen uit te vaardigen die de multinationals mishagen. Het is afwachten of het werkelijk zo’n vaart zal lopen.

Arbitragetribunalen bestaan al tientallen jaren. Ze zijn uitgevonden om buitenlandse investeerders te beschermen tegen corruptie of de incompetentie van lokale rechters. Maar ook met de arbitragetribunalen zelf zijn er problemen. Meestal worden ze bemand door zakenadvocaten, aangesteld door de beide partijen in het geschil, telkens voor één zaak. “Je oordeel zal niet te onvriendelijk zijn voor partijen die jou de volgende keer opnieuw moeten aanstellen, en die ook je ereloon betalen,” zegt Geert Van Calster, hoogleraar internationaal recht aan de KU Leuven.

Om misbruik te voorkomen nemen de Europese Unie en Canada zich voor het arbitragesysteem grondig te vernieuwen. “CETA wordt het eerste verdrag dat het nieuwe Investment Court System (ICS) gebruikt, op voorstel van de Europese Commissie,” zegt Van Calster. “ICS werkt met voltijdse rechters. Ze zullen worden aangesteld door de Europese Unie, Canada en derde landen, voor een bepaalde periode. Verlenging maken we het beste onmogelijk. Dan hoeven rechters niet langer degene naar de mond te praten die hen de volgende keer moet benoemen.”

Een andere vernieuwing is de invoering van een beroepsprocedure. “Dat geeft een grotere garantie op rechtlijnigheid in de uitspraken van de arbitragetribunalen,” zegt Van Calster. “Vandaag hebben veel arbitragerechters de neiging een eigen koers te varen. Het gevolg is dat het ene tribunaal bepaalde juridische begrippen helemaal anders bekijkt dan het andere.”

Kunnen de bedrijven niet gewoon naar een lokale rechtbank stappen?

Dat is een veelgehoorde kritiek op de arbitragetribunalen. Toch blijven ze erg nuttig, volgens Van Calster. “Als een Canadees bedrijf vindt dat het nadeel lijdt door een Franse of een Duitse maatregel die indruist tegen CETA, kan het inderdaad naar een Franse of Duitse rechtbank stappen. Die zijn professioneel en garanderen een objectief proces. Maar met alle respect, in lidstaten als Roemenië, Bulgarije en toekomstige lidstaten als Kosovo en Montenegro is de kans op professionaliteit en objectiviteit een stuk kleiner. Dan komt een arbitragetribunaal goed van pas.”

Misschien zullen wereldwijde afspraken altijd luchtkastelen blijven. Kijk maar hoe moeilijk klimaatakkoorden tot stand komen.

De arbitragetribunalen zijn vaak ook een juridisch-technische noodzaak. “Angelsaksische landen als Canada, Groot-Brittannië of Australië zetten internationale verdragen als CETA niet om in binnenlands recht,” zegt Van Calster. “Een Frans of een Duits bedrijf kan dus niet naar een lokale rechtbank in Canada stappen. Angelsaksische landen beschouwen zo’n verdrag als een akkoord dat wordt afgesloten tussen twee staten. Als er een probleem rijst, moeten beide staten naar het Internationaal Gerechtshof van Den Haag. Bedrijven hebben daar niets te zoeken. Ze kunnen niet anders dan naar een arbitragetribunaal stappen.”

Heeft de Europese Unie terrein verloren door de CETA-perikelen?

Neen. De Europese Unie heeft al een halve eeuw de bevoegdheid handelsakkoorden af te sluiten met andere landen. In principe is die bevoegdheid niet meer terug te draaien. De lidstaten mogen zich dus niet moeien met afspraken tussen de Europese Unie en landen over de verlaging van douanetarieven, waarin ook CETA voorziet. Sedert 2009 kreeg de Europa ook de bevoegdheid investeringsakkoorden af te sluiten met derde landen. Zo onderhandelt de Europese Commissie over een betere toegang tot de Chinese markt voor Europese investeerders. Ook CETA bevat een investeringsluik.

Maar geleidelijk aan komen de EU-handelsakkoorden ook op terreinen waar de lidstaten nog altijd een vinger in de pap hebben. Dan worden het zogenoemde gemengde akkoorden en moeten ook de lidstaten hun zegen geven. Er is veel discussie over wat een gemengd verdrag precies is. Om de lidstaten mee te krijgen, besloot de Europese Unie om CETA als een gemengd akkoord te beschouwen. Dat had ze beter niet gedaan, volgens de CETA-voorstanders. Want nu staat het verdrag een jarenlange ratificatiemarathon te wachten langs de nationale en regionale parlementen, eer het volledig in werking kan treden.

Het gemengde karakter van een handelsakkoord kan wrijvingen veroorzaken tussen de Europese Unie en de lidstaten. CETA probeert bijvoorbeeld de milieuregelgeving met Canada op elkaar af te stemmen, weliswaar op een voorzichtige manier. “Dan gaat het bijvoorbeeld over de vraag of drank moet moeten worden verpakt in een hervulbare of een recycleerbare fles,” zegt Van Calster. “Zo kom je snel terecht op terreinen waar de lidstaten nog veel bevoegdheden hebben. De spanningen zijn dus normaal.”

Kunnen handelsakkoorden dan niet gewoon wegblijven van lokale regelgeving? “Dat hebben ze vijftig jaar lang gedaan,” zegt Van Calster. “Er was werk genoeg met de verlaging van douanetarieven. Maar daarin is de westerse wereld is al heel vergevorderd. Om nu nog de handel te stimuleren, moet je niet-tarifaire handelsbelemmeringen wegwerken. Dan heb je het over harmoniseren van regelgeving, en komen we weer bij bevoegdheden van de lidstaten terecht.”

Wat brengt de toekomst?

De economische groei stagneert, en dan is het ieder voor zich. In zo’n klimaat wint protectionisme terrein, en hebben regeringen geen zin meer in vrijhandel. Zal de Europese Unie haar bevoegdheid om handelsakkoorden af te sluiten, zien afbrokkelen? “Op korte termijn zou Europa het weleens erg lastig kunnen krijgen,” zegt Van Calster. “Misschien hoeven we niet mordicus reglementeringen te harmoniseren om de handel te stimuleren. Als elk land goed functionerende regels heeft die buitenlandse bedrijven niet discrimineren, komen we al een eind ver. Al is het niet ideaal. Een Canadese boer die genetisch gewijzigde gewassen teelt, moet een aparte ggo-vrije teelt opzetten als hij wil uitvoeren naar de Europese Unie.”

Pessimistisch is Van Calster niet voor de handelsverdragen. “Het bizarre bijproduct van de huidige spanningen zou weleens de herontdekking van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) kunnen zijn. De WTO slaagt er allang niet meer in wereldwijde multilaterale handelsakkoorden af te sluiten. Daarom zijn landen gevlucht in allerlei bilaterale of regionale handelsakkoorden. Maar ook die akkoorden komen moeilijk van de grond. Allicht zegt een aantal landen nu: het was bij de WTO zo slecht nog niet, laat ons opnieuw energie steken in multilaterale onderhandelingen. Maar misschien zullen wereldwijde afspraken altijd luchtkastelen blijven. Kijk maar hoe moeilijk klimaatakkoorden tot stand komen.”

Wat is CETA?

is het eerste vrijhandelsakkoord van de Europese Unie met een niet-Europees G7-land en heeft daarom een voorbeeldfunctie.

… schrapt bijna alle heffingen op landbouwproducten en industriële goederen in het handelsverkeer tussen Canada en de Europese Unie. Sommige gevoelige producten, zoals pluimvee (denk aan de chloorkippen), zitten niet in het verdrag.

… geeft Europese bedrijven vrije toegang tot een reeks Canadese dienstensectoren. Geen enkel ander handelsakkoord gaat daarin zover als CETA. Onze baggeraars bijvoorbeeld kunnen nu aan de slag in Canada. In de Verenigde Staten mogen ze dat nog altijd niet.

… geeft Europese bedrijven vrije toegang tot aanbestedingen van de Canadese overheid op alle niveaus: federaal, provinciaal en zelfs gemeentelijk. Ook dat is de Verenigde Staten nog altijd onmogelijk.

… bevat een transparante procedure voor de regeling van geschillen tussen buitenlandse investeerders en hun gastland. De procedure steekt schril af tegen de aftandse en vaak dubbelzinnige arbitrageprocedures in de bestaande handelsakkoorden.

… werkt aan wederzijdse erkenning van diploma’s als architect en ingenieur, en versoepelt tijdelijke verblijfsvergunningen voor gespecialiseerde werknemers, bijvoorbeeld in het kader van dienst na verkoop bij complexe producten, zoals machines en software.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content