‘De sociale zekerheid is niet te duur’ (Rudy De Leeuw, ABVV)

© Image Globe

ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw waarschuwt voor saneringen in de sociale zekerheid.

ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw waarschuwt voor saneringen in de sociale zekerheid. Ondanks de hoge alternatieve financiering van de sociale zekerheid (13,5 miljard euro) is het stelsel volgens hem zeker niet te duur. Unizo berekende recent dat de sociale zekerheid tegen 2016 een tekort zal optekenen van 6 miljard euro. Dit jaar heeft de RSZ nog een positief saldo van 1,9 miljard euro maar dat is het gevolg van allerlei middelen die vanuit de federale overheid naar de sociale zekerheid wordt overgeheveld zoals de alternatieve financiering (bestaande uit onder andere BTW en, accijnzen). Zonder die middelen gaat de Belgische sociale zekerheid zwaar in het rood.

ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw weigert aan doemdenken te doen: “Rechtse politici en commentatoren stellen dat de stijging van de uitgaven van de sociale zekerheid en van de alternatieve financiering vanuit overheidsmiddelen, dé oorzaak is van de begrotingstekorten bij de federale overheid.”

“De realiteit staat echter haaks op deze perceptie: in percentage van onze nationale rijkdom daalden de uitgaven voor de sociale uitkeringen voor het werknemersstelsel immers van 13,3 procent bbp in 1985 naar 10,7 procent bbp dit en volgend jaar. Dit wil zeggen dat het deel van onze welvaart dat besteed werd aan werkloosheidsuitkeringen, pensioenen, ziekteuitkeringen en kinderbijslag voor werknemers met 20 procent daalde. De sociale zekerheid is dus niet te duur.”

De ABVV-voorzitter wijst op lage uitkeringen zoals het gemiddeld werknemerspensioen van 1.000 euro bruto per maand en de werklozen die zich onder de armoedegrens bevinden. De Leeuw: “We vinden we dat niet mag bespaard worden op de vervangingsuitkeringen. Ze hebben trouwens ook een belangrijk economisch nut: ze vingen de ergste gevolgen van de bankencrisis op en zorgden ervoor dat de consumptie en dus de economie in België niet helemaal in mekaar stortte.”

Factuur voor werknemerstelsel

Dat de sociale zekerheid een beroep moet doen op overheidstoelagen (6 miljard euro) en alternatieve financiering (13,5 miljard euro) om sluitend te zijn is een compensatie voor allerlei uitgaven die de voorbije decennia werden afgeschoven op het sociaal zekerheidsstelsel van de werknemers, stelt De Leeuw. Hij vernoemt sociale bijdrageverminderingen van 7 miljard euro, compensaties voor het feit dat het werknemersstelsel meer dan 90 procent van de gezondheidsuitgaven van heel België moet betalen (4 miljard euro), het betaald educatief verlof, een deel van de kost van de politiehervorming, de onthaalouders…

De Leeuw: “Het werknemersstelsel betaalt ook volledig de dienstencheques (1,4 miljard) en het tijdskrediet (1 miljard), die zorgen voor meer en langer werken. Gezondheidszorg en kinderbijslag zijn ondertussen universele stelsels geworden waarvan alle Belgen gelijk genieten. Maar het is alweer het werknemersstelsel dat quasi de volledige kost moet betalen.”

De Leeuw geeft toe dat de sociale zekerheid meer ademruimte krijgt als de tewerkstelling toeneemt en er meer sociale bijdragen worden betaald maar “door de economische crisis veroorzaakt door gespeculeer en winsthonger van de bankiers viel de groei van de sociale bijdragen stil. Normaal stijgen die elk jaar met 4 à 5 procent. Bovendien nam de regering – terecht – een aantal anti-crisismaatregelen, zoals de crisispremie en een verhoging van de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid, die veel geld kostten en niet gecompenseerd werden door alternatieve financiering.” (AM)


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content