De nieuwe geldstromen in België

© Belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Met de nieuwe staatshervorming wordt het budget van de deelstaten groter dan dat van de sociale zekerheid. Dat heeft de econoom en politicus Lode Vereeck berekend.

Met de nieuwe staatshervorming wordt het budget van de deelstaten groter dan dat van de sociale zekerheid. Dat heeft de econoom en politicus Lode Vereeck berekend.

Lode Vereeck, Vlaams Parlementslid voor de LDD en econoom aan de Universiteit Hasselt, analyseerde de interne Belgische geldstromen en komt tot de conclusie dat de federale regering daar zelf minder controle op heeft dan algemeen aangenomen.

“De federale overheid zit met een ernstig perceptieprobleem”, zegt Lode Vereeck. “Zij is verantwoordelijk voor 55 procent van alle lasten – 100 op 181 miljard, plus 10 miljard schuldopbouw – maar voor slechts 12 procent van het overheidsbeslag aan de uitgavenkant. De federale overheid stort 80 procent van haar inkomsten, 87 op 110 miljard, gewoon door naar andere overheden en parastatalen. De belangrijkste ontvangers van federaal geïnd geld zijn nota bene de gewesten en gemeenschappen met een dotatie van 40 miljard euro.”

Het federale niveau is vooral een doorgeefluik. Het int 100 miljard euro belastingen, maar beschikt slechts over 23 miljard euro voor de primaire uitgaven als politie en justitie. De federale overheid wordt financieel uitgekleed.

Deelstaten groter dan RSZ

Vereeck brengt niet alleen de geldstromen in kaart, maar gaat ook na wat de gevolgen zijn van de komende zesde staatshervorming. Door de economische groei krijgt de overheid 2 miljard meer aan nieuwe inkomsten, voorts lijkt er op het eerste gezicht niets fundamenteels te veranderen. De federale overheid blijft het grootste inningskantoor en sluist de middelen dan door. Een bewijs dat deze staatshervorming amper meer is dan wat borrelnootjes? “Zeker niet”, reageert Vereeck. “Wie dat zegt, kent het dossier niet. Wij hebben berekend dat de middelen van de deelstaten oplopen tot 72,7 miljard euro. Dat is meer dan het budget van de sociale zekerheid van 65,5 miljoen euro. Dat bewijst dat het budgettaire zwaartepunt meer en meer bij de deelstaten komt te liggen.”

Er wordt voor 16,7 miljard euro aan bevoegdheden naar de deelstaten overgeheveld, vooral in de sociale zekerheid. De regio’s worden bevoegd voor de controle en sanctionering van werklozen, ze kunnen RSZ-kortingen toekennen voor doelgroepen (55+’ers bijvoorbeeld) en ook de kinderbijslag wordt overgeheveld. Maar voor de financiering krijgen de gewesten in hoofdzaak nieuwe dotaties.

De eigen inkomsten, alles zonder de dotaties, bedroegen voor de staatshervorming nog 28,5 procent van het totale budget van de deelstaten. Na extra dotaties via de staatshervorming daalt dat tot 22 procent. Dat vindt Vereeck een probleem. “De structurele zwakte van onze staatsinrichting blijft het gebrek aan fiscale responsabilisering en het consumptiefederalisme. Het is en blijft de federale overheid die de meeste belastingen int en via dotaties herverdeelt naar gewesten en gemeenschappen. Die laatste hoeven zich amper te verantwoorden voor hun inkomsten. Door dotaties worden overheden er niet toe aangezet een verantwoordelijk beleid te voeren.”

Het Vlinderakkoord voorziet wel in extra fiscale autonomie voor de bestaande bevoegdheden van de gewesten. Een deel van de dotatie van de regio’s wordt omgezet in een regionale personenbelasting onder de vorm van opcentiemen op de federale personenbelasting. Het gaat om 10,7 miljard euro. Daarmee neemt de fiscale autonomie van de deelstaten wel toe. Vereeck is niet onder de indruk. “De nieuwe fiscale autonomie is heel beperkt. Het is niet meer dan een uitgebreide jobkorting. Deze zesde staatshervorming werkt het consumptiefederalisme in de hand. Dat is mijn voornaamste kritiek en meteen ook een voorstel voor de zevende staatshervorming.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content