BBI-topman vindt wijziging fiscaal inzagerecht nutteloos

© belga

Karel Anthonissen, directeur van de Bijzondere Belastinginspectie, vindt de nieuwe wet die het inzagerecht van belastingplichtigen in fiscale dossiers beperkt, niet nodig.

“De overheid heeft al voldoende middelen in de zoektocht naar fiscale ontwijkingconstructies,” aldus Anthonissen.

De wet van 3 augustus 2012 geeft de fiscus een wettelijk kader voor de oprichting van een fiscale superdatabank. De voorzitter van de privacycommissie en een handvol fiscalisten hebben kritiek op de wet omdat hij belastingplichtigen het recht ontzegt hun administratieve dossier in te kijken zolang een fiscaal onderzoek loopt.

Maar dat is “niets nieuws onder de zon”, reageert Anthonissen, die onder meer het monsteronderzoek tegen de Antwerpse diamantsector op de sporen heeft gezet. “Ik ben eerlijk gezegd niet alleen verbaasd over de commotie over de nieuwe wet, maar ook over de manier waarop hij plots gestemd werd – zonder al te veel discussie vooraf. Ik begrijp niet goed waarom die wet op een drafje moest worden goedgekeurd, want het bestaande wettelijk kader werkte al behoorlijk goed. De Wet op de Openbaarheid van Bestuur geeft de burgers het recht dossiers op te vragen die over hen worden aangelegd, ook door de fiscale administratie. Maar dat recht moet worden afgewogen tegen andere belangen, zoals het economische belang van de overheid. Met andere woorden: de BBI kon en kan perfect inlichtingen over een bepaalde belastingplichtige gedeeltelijk en tijdelijk achterhouden, als dat past in het spel rond een fiscaal dossier. De openbaarheid van bestuur is niet absoluut. Bij het afsluiten van het fiscaal onderzoek moet de administratie uiteraard alle informatie doorgeven,” zegt de BBI-topman.

Antonissen geeft het “uiteraard volledig fictieve voorbeeld” van een controleur, die over bankuittreksels beschikt, “laten we zeggen van HSBC”, waaruit blijkt dat diamantairs inkomsten verborgen hebben gehouden voor de fiscus (wat het geval is in de zaak rond de diamantsector). “Het eerste wat fiscale advocaten, zoals mijn goede vriend Michel Maus of Axel Haelterman, in zo’n dossier vragen, is de volledige transparantie en de overgave van alle informatie die we hebben”, stelt Anthonissen. “Als zij weten wat wij weten, zegt hun cliënt ons enkel al wat wij al weten en geeft hij geen extra informatie. Terwijl wij de belastingplichtige liever in het ongewisse laten over de informatie waarover we beschikken, om hem te overtuigen alle informatie prijs te geven, bijvoorbeeld over geheime constructies en rekeningen. Het is een pokerspel. De rechtbanken hebben al geoordeeld dat de fiscale administratie niet verplicht kan worden vanaf het begin al haar troeven op tafel te leggen. De wet is dus niet echt nuttig.” (H.B.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content