‘Antwerpse ring sluiten creëert net meer chaos’

© belga

De Londenaar Peter Wynne Rees was bijna dertig jaar stadsplanner van de City. Hij transformeerde het Londense zakendistrict tot een bruisende businessplek met aantrekkelijke architectuur. Ook voor een stad als Antwerpen heeft hij ideeën.

Tegenwoordig reist Peter Wynne Rees de wereld rond als professor stadsplanning. De uitgeweken Welshman geeft sinds een jaar les aan de Londense universiteit waar hij zelf architectuur studeerde. Rees maakte internationaal naam als chief planning officer van de Londense City, het financiële hart van de Britse hoofdstad. Tussen 1985 en 2014 was hij er verantwoordelijk voor de stadsplanning. Hij veranderde de skyline van het stadsdeel met opmerkelijke gebouwen.

Op uitnodiging van Voka Antwerpen-Waasland en de vastgoedsector was de voormalige stadsplanner te gast op het Antwerp Real Estate-congres over verdichting en stadsvernieuwing. Hij schetste er onder andere de transformatie van de City tot een wereldcentrum voor zakelijke activiteiten. Rees prikkelde de toehoorders ook door de Antwerpenaren op te roepen afscheid te nemen van hun auto’s en het plan voor de overkapping van de ring naar het rijk der fabelen te verwijzen.

Hoe kijkt u terug op uw jaren als stadsplanner van de Londense City?

Rees: “De City was heel speciaal. Het gaat om een ruimte van maar een vierkante mijl. Toen ik er begon in 1985 had de regering net de financiële sector vrijgemaakt. We noemden dat de big bang en dat betekende dat financiële spelers uit de hele wereld werden aangetrokken om in de City actief te worden. Alle procedures moesten aangepast worden om snel te kunnen inspelen op de groeiende vraag naar kantoorruimte. Daarnaast wilden we het zakendistrict ook aantrekkelijker maken voor de expats. Ik hoop dat we daarin geslaagd zijn.”

Wat veranderde er in die dertig jaar?

Rees: “Het beeld is ontzettend veranderd. In het midden van de jaren tachtig was de City een saaie werkplek die om vijf uur ‘s avonds helemaal leegliep. Het zakendistrict is veel aantrekkelijker geworden. Kijk naar de skyline. Als je op Millennium Bridge staat zie je naast St Paul’s Cathedral ook een cluster van grote gebouwen zoals The Gherkin (de augurk, nvdr) van Norman Foster. Ook toeristen stromen nu de City binnen. Het was een lang transformatieproces van een werkplek tot een plaats waar je zaken kan doen. Het gaat om de kwaliteit van de ruimte. De dingen die je op een plek kan doen en de atmosfeer zijn net zo belangrijk als de gebouwen die je neerzet. Mensen focussen te veel op architectuur. Als je de ruimte goed indeelt, dan werkt het, zelfs als de architectuur minder goed is. Je mag briljante architectuur bouwen, als de ruimte errond niet klopt, zal het niet werken.”

Uw job in de City beperkte zich niet tot het bijbouwen van kantoren?

Rees:“In die periode hebben we 80 procent van alle beschikbare kantoorruimte gerenoveerd of bijgebouwd. De kantooroppervlakte is gestegen van 6 miljoen vierkante meter naar 9 miljoen vierkante meter. We hebben ook winkels en hotels aangetrokken en ruimte gecreëerd voor het uitgaansleven. Vroeger sloten de pubs vroeg omdat iedereen ‘s avonds naar zijn huis in de randgemeenten trok. Vandaag zijn de bars open tot vier uur ‘s morgens.

“We hebben nu ook kwalitatieve open ruimtes. Kleine parken, straten waar de voetpaden verbreed zijn en de rijwegen versmald. Dit is een stadsdeel zonder wagens. Meer dan 90 procent van de mensen die in de City werken, komt met het openbaar vervoer. Meer dan 5 procent fietst of wandelt in de City. Een kleine minderheid rijdt met een wagen. Het gaat zo ver dat ontwikkelaars bijna geen parkeerplaatsen meer plannen in hun nieuwe kantoorgebouwen.”

Wat kunnen de planners en ontwikkelaars in Antwerpen leren van uw ervaring in Londen?

Rees:“Er is een groot verschil tussen beide. De City is een zakenwijk waar amper 10.000 mensen wonen. Er werken 400.000 mensen, dat is de focus. Het zou verkeerd zijn meer inwoners aan te trekken in dat deel van Londen. Ze zouden het te luidruchtig vinden. We zouden moeten stoppen met kantoren bij te bouwen en ook het uitgaansleven gaat niet zo goed samen met een woonfunctie. Antwerpen heeft een andere schaal, we spreken over een half miljoen inwoners. De stad heeft niet zo’n zakenfocus, terwijl dat met die schaalgrootte wel zou kunnen. Neem nu de diamantwijk. De diamantindustrie heeft het hier moeilijk. Een deel van de activiteiten verschuift naar India. Het is nu het moment voor Antwerpen om over alternatieven na te denken.”

Aan welke alternatieven denkt u?

Rees: “Meer focussen op start-ups lijkt me noodzakelijk. De universiteit is goed gelegen in het hart van de stad en dat is perfect. Jongeren doen een stad vibreren en het is gemakkelijker voor de universiteit om connecties aan te gaan met ondernemers en bedrijven in een aantrekkelijke stad. Waarom geen leegstaande gebouwen in de diamantwijk ter beschikking stellen van slimme afgestudeerden met goede zakenideeën? Reken de eerste twee jaar geen huur aan om de onderneming op te starten. Je moet die starters geen toplocaties aanbieden, maar geef ze een plaats in het centrum, dicht bij de koffiebars en hun vrienden aan de universiteit. Zo krijgen starters een kans om hun ideeën uit te broeden.

“Antwerpen is ook een winkelstad, maar de verdiepingen boven de winkels staan vaak leeg. Daar kan nog veel mee gebeuren. Je moet zoeken naar een nieuwe invulling voor gebouwen die onderbenut zijn. Het is ook van belang dat Antwerpen een compacte stad blijft. Er wordt veel nagedacht over hoe de districten buiten de ring kunnen worden getransformeerd en hoe je meer gezinnen naar de stad kan trekken. Maar moet dat wel? Misschien vinden gezinnen betere voorzieningen in de rand. In het centrum van de stad is het volgens mij beter voor twintigers en dertigers die lawaai maken en zich niet storen aan een levendige uitgaansbuurt.”

“De Antwerpse binnenstad heeft nog altijd een belangrijke woonfunctie, maar de stad moet wel inspanningen doen om de buitenwijken aantrekkelijker te maken. Daarvoor heb je geen grote architectuur of dure kunstwerken nodig. Het gaat om kleine ingrepen, sportterreinen bijvoorbeeld waar mensen samenkomen en activiteiten kunnen doen. Het is een wereldwijde trend, mensen gaan meer en meer in stedelijke gebieden wonen en dat is positief.”

In en rond Antwerpen woedt een debat over de overkapping van de ring. Waarom bent u tegen?

Rees: “Ik vraag me af of dat een goede investering is. Een dak op een ringweg leggen, tovert de luchtvervuiling niet weg. Zo concentreer je alleen de vervuiling op die plaatsen waar de lucht weer geloosd wordt. Zou het niet beter zijn om een experiment op te zetten en te onderzoeken welke vegetatie het best de vervuiling absorbeert? Misschien ontwikkel je zo wel technieken die je kan transfereren naar andere stedelijke gebieden.

“Ook het sluiten van de ring is geen oplossing voor de mobiliteitsproblemen. Zo creëer je meer chaos. Hoe meer wegen je aanlegt, hoe meer verkeer je aantrekt. Je kan nooit voldoen aan de toenemende vraag. Wat misschien wel werkt, is een weg door de haven aanleggen exclusief voor goederentransport. Zo geef je de vrachtwagens een kortere weg en haal je ze van de ring.”

Een gevoelig punt in steden is het autoverkeer. Als je tweeverdieners wil aantrekken, haal je ook meer wagens in de stad.

Rees: “Dit is een van de moeilijke thema’s voor steden zoals Antwerpen. Je moet mensen motiveren om afscheid te nemen van hun wagens. Tot drie jaar geleden had ik een Porsche. Ik heb die verkocht en ik heb die nog geen seconde gemist. Ik woon in het centrum van Londen, op twee minuten van een metrostation, ik heb geen wagen nodig. Antwerpen is compact. Alles binnen de ring is bereikbaar op wandelafstand. Een half uurtje wandelen is prima voor de conditie. Ik heb de indruk dat veel mensen vasthangen aan hun auto zoals een kind aan een dekentje, ze voelen er zich veilig en comfortabel mee.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content