Alternatieve financiering sociale zekerheid: het koekoeksei van de begroting

© belga

Om zijn tekort te stabiliseren zuigt de sociale zekerheid meer en meer middelen weg uit de federale staatskas.

De sociale zekerheid is steeds minder zelfbedruipend. Dat de RSZ nog met een positief saldo van 1,9 miljard euro afsluit is te danken aan inkomsten die niets te maken hebben met de sociale bijdragen die werknemers en zelfstandigen betalen. Zo wordt de sociale zekerheid dit jaar voor 16 miljard euro gespijsd via de zogenaamde alternatieve financiering. Dat zijn allerlei inkomsten uit btw, accijnzen en roerende voorheffing die aan de RSZ worden toegewezen.

Een sociale zekerheid gefinancierd met een combinatie van parafiscale lasten (sociale bijdragen), (indirecte) belastingen en andere toelagen is geen uitzondering in Europa. Maar België is een van de landen waar de sociale zekerheid het meeste leentjebuur moet gaan spelen bij gewone belastingkas omdat sociale bijdragen niet toereikend zijn om de rekening sluitend te maken. Bij ons is de slinger is te veel in één richting doorgeslagen. Sociale bijdragen zijn nog goed voor 67,8 procent van de RSZ-inkomsten. Tien jaar geleden was dat zo’n 75 procent.

Eigenlijk komt de factuur voor het sociaal beleid zo meer en meer bij de federale schatkist te liggen. De Leuvense econoom Paul Van Rompuy stelde het een paar jaar geleden als volgt: “de alternatieve financiering is het koekoeksei van de begroting”. De federale overheid int jaarlijks zo’n 100 miljard euro. 23 miljard of bijna een kwart daarvan gaat naar de sociale zekerheid. Naast de geldstromen naar de deelstaten (40 miljard euro) is de financiering van de sociale zekerheid een van de belangrijkste oorzaken van de financiële ademnood van de federale overheid.

Meer dan bijdrageverminderingen

De alternatieve financiering van de sociale zekerheid diende aanvankelijk een nobel doel: om de loonkosten binnen de perken te houden en de werkgelegenheid aan te zwengelen werden sociale bijdragen verlaagd en gecompenseerd door door inkomsten uit andere belastingen. De voorbije jaren hebben de regeringen steeds hogere bijdrageverminderingen doorgevoerd: van 3 miljard euro in 2001 tot 6,4 miljard vorig jaar. Maar die lastenverlagingen lopen in België al een hele tijd niet meer gelijk met de financiering van de sociale zekerheid door andere inkomstenbronnen. De alternatieve financiering van de sociale zekerheid bedraagt ondertussen meer dan het dubbele van de bijdrageverminderingen.

Boosdoeners zijn de hoge uitgaven in de gezondheidszorg en het gigantisch hoge budget voor het werkloosheidsbeleid. Volgens de OESO ging in 2009 3,79 procent van het bbp of zo’n 13 miljard euro naar de werkloosheid in ruime zin: werkloosheidsuitkeringen, brugpensioenen, maar ook begeleiding en activering van werklozen. Dat is het hoogste cijfer van de OESO-landen.

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content