Hans Brockmans

‘Als de N-VA haar fiscale taboes overboord gooit, moeten de andere regeringspartijen wel volgen’

Hans Brockmans redacteur bij Trends

De N-VA is er als de dood voor om de vermogende kiezers tegen de haren in te strijken. Nochtans is het nu het ideale moment om dat wel te doen, oordeelt Trends-redacteur Hans Brockmans.

Ooit was 11 juli het moment van Vlaams-nationale toespraken tegen kaakslagen en voor autonomie. Maar sinds de bocht van Siegfried Bracke vijf jaar geleden is de N-VA geen bij uitstek communautaire partij meer. Door de politieke en constitutionele blokkade van een staatshervorming is het de partij van de verandering geworden, die binnen de huidige staatsstructuren een grondige sociaaleconomische hervorming wil lanceren. Voor het fiscale onderdeel van die hervorming stevent de partij echter op een schipbreuk af. Zoals het er nu naar uitziet, blijft de belastingherstructurering beperkt tot de borrelnootjes die bij de start van de regering werden uitgedeeld.

De Europese Unie, de OESO en zowat alle economen zijn het er nochtans over eens dat er dringend behoefte is aan een fundamentele taxshift, een verschuiving van de lasten op arbeid naar andere belastingen. Op de eerste plaats komt dan de belasting op niet-duurzame of vervuilende producten in het vizier. Dat soort inkomsten dreigt echter snel stil te vallen, omdat de consument zijn gedrag aanpast, zoals al bleek uit de snelle omschakeling naar ecologisch vriendelijke bedrijfswagens na de maatregelen van de regering-Di Rupo.

De tweede pijler zijn extra inkomsten uit indirecte belastingen. België heeft een gemiddeld btw-tarief in vergelijking met de rest van Europa, maar het bengelt onderaan in het geïnde percentage van de btw-inkomsten in vergelijking met de totale consumptie. Dat heeft alles te maken met de vele uitzonderingen en verminderingen op het normale btw-tarief. Een radicale gelijkstelling van de btw voor alle goederen en diensten ligt dus voor de hand.

‘Als de N-VA haar fiscale taboes overboord gooit, moeten de andere regeringspartijen wel volgen.’

Maar dat is buiten de CD&V gerekend. Die partij – en zeker de travaillistische tak met haar spreekbuis Kris Peeters – verzet zich tegen de grondige verhoging van de btw-inkomsten. Die maatregel zou vooral de werkende bevolking treffen. Die redenering is onzin, want de nieuwe fiscale inkomsten gaan gepaard met meer koopkracht. De CD&V kan die belastingverhoging echter blokkeren, zolang N-VA vasthoudt aan zijn dada: geen vermogenswinstbelasting.

Nochtans zijn er perfecte argumenten om vermogenswinsten tegen hetzelfde tarief te belasten als inkomsten uit loon. Ook binnen de vermogensbelasting kan een verlaging van de registratierechten worden bepleit, met als compensatie bijvoorbeeld de invoering van een belasting op de reële huurinkomsten. Net zoals in de personenbelasting een interne taxshift nodig is door de lage belasting voor bedrijfswagens af te schaffen om de algemene lasten te verlagen.

Maar die drie vormen van fiscale lastenverschuiving zijn taboe bij de N-VA. Die partij is niet meer wat haar voorloper, de Volksunie, ooit wel was: ‘sociaal (en federaal)’. Ze mikt vooral op de vermogende kiezers. Bijna elke rijke randgemeente rondom Antwerpen wordt geregeerd met de N-VA. Die rand levert ook twee ministers. De partij is er als de dood voor om de vermogende kiezers tegen de haren in te strijken.

Nochtans is het nu het ideale moment om dat wel te doen. Als de regering deze zomer beslist de verlaagde belasting op bedrijfswagens, het verouderde kadastraal inkomen als belastingbasis en de lage vermogenswinstbelasting af te schaffen, zal dat bij heel wat kiezers weliswaar een storm van protest oogsten. De verhoging van de indirecte belastinginkomsten zal evenmin populair zijn, ook niet bij de patronale lobbygroepen. Maar door dat soort maatregelen kan de regering op termijn wel de lasten op arbeid verlagen met 10 miljard euro en de opbrengst daarvan verdelen tussen de werknemers en de ondernemingen.

Dat zal voor de economie ademruimte creëren, en meer banen en fiscale inkomsten genereren die de kosten van de vergrijzing kunnen opvangen. Als de regering in 2019 zo’n palmares kan voorleggen aan de kiezer, zal ze de zure appel van 2015 al grotendeels hebben doorgeslikt. De N-VA is de partij die deze regering draagt. Als ze haar fiscale taboes overboord gooit, moeten de andere regeringspartijen de politieke spelverdeler wel volgen. Dat zou pas het bewijs zijn dat de N-VA de partij is van de verandering, niet die van de verstarring.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content