Akkoord over mobiliteitsbudget: ‘Succes zal afhangen van werkgever’

Camera's controleren het verkeer op de Brusselse Ring © Belga

Een dag nadat de Kamer de mobiliteitsvergoeding goedkeurde, is er binnen de regering een akkoord over het mobiliteitsbudget.

De door de Kamer goedgekeurde vergoeding staat beter bekend als “cash for cars”. De maatregel laat mensen toe om een bedrijfswagen in te ruilen voor een mobiliteitsvergoeding, met dezelfde fiscale en sociale voordelen als de bedrijfswagen.

Het mobiliteitsbudget, dat daaraan complementair moet zijn, maakt het mogelijk dat een werknemer zijn bedrijfswagen inruilt voor een kleinere wagen. De rest van het budget kan bijvoorbeeld gaan naar een abonnement op het openbaar vervoer of een elektrische fiets. Het deel van het budget dat overblijft, kan gewoon worden uitbetaald. Dat deel zal niet worden belast, maar er moeten wel sociale bijdragen op worden betaald.

De maatregel moet zorgen voor een vergroening van de mobiliteit, zonder verlies van koopkracht, zei minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA).

Voor VBO moet mobiliteitsbudget eerste aanzet worden tot globaal mobiliteitsplan

De invoering van een mobiliteitsbudget, naast het cash-for-carssysteem, wordt toegejuicht door werkgeversorganisatie VBO. De organisatie wijst erop dat de regering daarmee een advies dat de sociale partnes in april vorig jaar in de NAR opstelden ‘een eigen uitvoering geeft’. VBO-topman Pieter Timmermans hoopt dat het thema mobiliteit hierdoor ‘weer hoog op de agenda’ belandt. ‘De economische kostprijs – 2 pct van het bnp of om en bij de 8 miljard euro – van onze dagelijkse verkeersknoop is immens’, aldus Timmermans.

Alle lichten staan op rood wat betreft de verkeersknoop, meent het VBO. De werkgeversorganisatie wijst erop dat de Belgische automobilist elk jaar bijna 44 uur verliest in files, net wanneer de investeringen in infrastructuur met de helft gedaald zijn. ‘Een structurele oplossing op lange termijn is dus noodzakelijk’, meent het VBO, dat zijn pleidooi herhaalt voor een globaal mobiliteitsplan, over de regio’s heen.

Het mobiliteitsbudget, waarover de regering vrijdag een akkoord vond, is een ‘eerste concrete stap’, vindt Timmermans. ‘Eindelijk een doorbraak’, reageert hij. ‘Het oorspronkelijke politieke idee, cash-for-cars, en het voorstel van de sociale partners kunnen nu naast elkaar bestaan: men hoeft nu immers maar te kiezen welk systeem men op bedrijfsniveau wil invoeren.’

De werkgevers kunnen bij het VBO terecht voor infosessies over de concrete modaliteiten.

VAB: ‘Succes zal afhangen van werkgever’

Ook mobiliteitsclub VAB is tevreden dat het mobiliteitsbudget er gekomen is. ‘Het instrument komt op tijd’, zegt VAB-woordvoerster Joni Junes. ‘Denk maar aan de werken die gepland zijn op de Antwerpse en Brusselse ring. Volgend jaar zullen zeer zware ingrijpende werken van start gaan op die verkeersassen, die de helft van de files op de Vlaamse snelwegen uitmaken.’ De VAB merkt op dat het succes van het mobiliteitsbudget niet zal afhangen van de werknemer, maar van de werkgever. De bedrijven zullen een formule moeten willen uitwerken, klinkt het.

Uit eerdere studies van VAB bleek dat de locatie van het bedrijf zeer bepalend is voor het succes van het mobiliteitsbudget, en het eventueel kiezen voor een alternatief voor de auto. De impact zal ook verschillen tussen een grootstedelijke context en een niet-stedelijke omgeving. De ruimtelijke versnippering in Vlaanderen leidt ertoe dat zeker niet voor alle werknemers het openbaar vervoer een alternatief kan zijn. De fiets, zeker de elektrische fiets, kan volgens VAB gemakkelijker een goed alternatief zijn voor de 43 procent van de Vlaamse pendelaars die op maximaal 10 kilometer van het werk wonen. Dit heeft zijn impact op het mobiliteitsbudget van bedrijven in niet-stedelijke context.

Partner Content