De rechtbank van eerste aanleg van Zürich heeft op 22 februari een uitspraak geveld die nagenoeg volledig in tegenspraak is met het vonnis van het Brussels hof van beroep over het Sabena-dossier begin dit jaar.
Dat schrijft La Libre Belgique dinsdag. Volgens de krant heeft de Belgische staat slechts tot 1 april de tijd om in beroep te gaan, de enige kans om haar toe te laten bijna 1 miljard euro te recupereren.
De Belgische staat en de curatele van Sabena hebben al jarenlang verschillende rechtszaken lopen, zowel in België als in Zwitserland. Eind februari velde de rechter van eerste aanleg in Zürich een uitspraak die de kans om centen te recupereren van Swissair, het voormalige moederbedrijf van Sabena, flink verkleint. Het proces hield verband met de ranglijst van schuldeisers, die was opgesteld door de vereffenaars van SAirGroup en SAirLines.
Volgens de rechter, aldus La Libre, heeft Swissair geen enkele fout begaan die geleid heeft tot het faillissement van Sabena eind 2001. De rechter wijt 30 pagina’s aan het feit dat er geen causaal verband bestaat tussen de daden van Swissair en het faillissement van Sabena.
Volgens de rechter hebben de Belgen in dit dossier ook niet als een privéaandeelhouder gehandeld, maar zich gedragen als een overheidsinstelling die het vroegere Sabena geholpen heeft om de economie van het land te ondersteunen.
De regering heeft tot 1 april om in beroep te gaan. Maar dat is volgens La Libre een dure zaak, want de Zwitsers hebben de procedurekosten al op 1 miljoen Zwitserse frank vastgelegd.
