Waarom Ford Genk naar Spanje verhuist

© reuters

De voorbije vijf jaar investeerden autoproducenten 6,5 miljard euro in de Spaanse autoassemblage. Een cijfer waar België alleen maar kan van dromen. Trends trok naar Spanje en brengt deze week een uitvoerig dossier over de Spaanse autofurie.

De voorbije vijf jaar investeerden autoproducenten 6,5 miljard euro in de Spaanse autoassemblage. Een cijfer waar België alleen maar kan van dromen. Trends trok naar Spanje en brengt deze week een uitvoerig dossier over de Spaanse autofurie.

Spanje boekt assemblagesuccessen die België doen watertanden. De voorbije vijf jaar werd voor 6,5 miljard euro geïnvesteerd, voor de productie van twaalf nieuwe modellen. Met dank aan Ford, Nissan, PSA Peugeot Citroën, Renault en Iveco, de vrachtwagendochter van Fiat. In 2013 investeert Daimler ook nog eens 200 miljoen euro in zijn Spaanse Mercedes-fabriek.

De overheid houdt de autoproducenten riante wortels voor de neus. Er zijn subsidies voor opleidingen, onderzoek en ontwikkeling, en in 2010 staatswaarborgen voor leningen voor een bedrag van één miljard euro. De consumenten krijgen een premie bij de aankoop van nieuwe wagens.

Maar dat verklaart niet alles. José Manuel Machado, de voorzitter van de vereniging van Spaanse autoproducenten Anfac en algemeen directeur van Ford in Spanje, ziet drie grote redenen voor de aantrekkelijkheid van het land. “We bouwen al meer dan een kwart eeuw auto’s in dit land. We weten hoe we die moeten bouwen. We kunnen een mooi verhaal vertellen van een rijk verleden met veel ervaring.” Spanje levert ook goede wagens. “De kwaliteit is minstens zo goed als in andere landen, en misschien zelfs beter”. Het premiummerk Audi bijvoorbeeld bouwt zijn Q3 in de fabriek van Martorell. Ten derde boekte Spanje een grote vooruitgang in de productiviteit. “We laten onze hoofdkantoren ook duidelijk merken hoe we onze productiviteit verbeteren”, analyseert Machado.

In de Seat-fabriek in Martorell werd het aantal werkdagen verhoogd, zonder dat het aantal werkuren steeg. “Hoe meer kalenderdagen een fabriek kan draaien, hoe beter dat is voor het rendement”, duidt Josef Schelchshorn, hr-directeur van Seat, het initiatief. “Het aantal werkdagen klimt van 257 naar 328. Daarmee wordt deze Seat-fabriek de absolute topper in de Volkswagen-groep”. De Seat-fabriek is de grootste in Spanje. Een akkoord is er richtinggevend voor de hele autoassemblage in het land. (W.R.)

Het volledige dossier leest u in Trends van deze week

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content