Een Brits investeringsfonds richt zijn pijlen op de bonuscultuur van de geplaagde Duitse autoreus Volkswagen en eist maatregelen.
In een open brief aan het directiecomité en de raad van bestuur van de Duitse autobouwer hekelt Christopher Hohn, oprichter van het hefboomfonds TCI (The Children’s Investment), de hoge lonen en bonussen bij het topmanagement van Volkswagen.
De omvang van die verloning is niet in verhouding met de productiviteit en winst die de autobouwer in de boeken noteert, zo luidt de klacht.
Ter illustratie wijst Hohn erop dat de verkoopvolumes van de Duitse autoreus sinds 2011 met 8 procent zijn toegenomen, terwijl de verloning in diezelfde periode met 50 procent is gestegen.
Dieselschandaal
Volkswagen kreeg in 2015 af te rekenen met een nooit eerder gezien nettoverlies van 1,6 miljard euro, wat in de eerste plaats te wijten is aan de gevolgen van het wereldwijd schandaal rond de sjoemelsoftware in VW- dieselwagens. Ondanks dat forse verlies kregen de Volkswagen-bestuurders in 2015 een totaalbedrag van 63,2 miljoen euro uitbetaald.
Voor Hohn is de maat vol, en moet er bijgevolg een einde komen aan die ‘extravagente’ bedragen. Volgens de activistische belegger moet het beloningssysteem van het management dringend worden bijgestuurd, aangezien de omvang van de verloning niet in verhouding blijkt met de geleverde prestaties. Hohn verwijst in dat verband naar het zwak toezicht van de controlerende Porsche- en Piech-families.
Beter presteren
Volgens Hohn, die met TCI naar eigen zeggen 2 procent van de Volkswagen-aandelen bezit, beschikt Volkwagen in ieder geval over de mogelijkheden om de winst en kasstroom fors te doen groeien, maar dan moet de verloning van de top in verhouding staan met de geleverde prestaties, en moet diezelfde verloning beter worden afgestemd op de beleggers.
Het is niet de eerste keer dat TCI een zekere vorm van beleggersactivisme uit. Dat gebeurde eerder al in 2007, toen het investeringsfonds het Nederlandse ABN Amro in een open brief liet weten dat de bank maar beter al dan niet gedeeltelijk moest worden verkocht om de winstgevendheid voor de aandeelhouders te verhogen. (Reuters/BO)
