‘Vlaamse luchthavens zijn bodemloze put’

© belga

De twee grote regionale luchthavens in Vlaanderen – Antwerpen en Oostende – ontvingen de afgelopen tien jaar ruim 100 miljoen euro Vlaams overheidsgeld. De omzet bedroeg in diezelfde periode nauwelijks 70 miljoen. Dat meldt De Standaard woensdag.

De dotaties van de overheid, die werden vastgelegd door het Vlaams Gewest en de dagelijkse werking bekostigen, groeien bovendien stelselmatig aan. De luchthaven van Antwerpen ontving in 2000 1 miljoen euro, negen jaar later liep de dotatie op tot 2,3 miljoen. De luchthaven van Oostende zag de dotatie in dezelfde periode oplopen van 1,5 miljoen euro tot bijna 5 miljoen euro.

Ook het bedrag voor onderhoud en infrastructuur liep voor de Antwerpse luchthaven op van 1,4 miljoen in 2000 tot 2,4 miljoen euro in 2009. Oostende zag die som dalen van 6 tot 3 miljoen euro.

“Onverantwoord”, reageert Groen! -fractieleider in het Vlaams parlement Filip Watteeuw woensdag in De Standaard. Probleem is dat de luchthaven van Antwerpen de voorbije tien boekjaren ook met die overheidssteun zeven keer diep in het rood ging, verduidelijkt Watteeuw. In 2009 ging het zelfs om een tekort van zo’n 650.000 euro. De Oostendse luchthaven boekt dan weer sinds 2002 jaarlijks tot anderhalf miljoen euro winst. De totaal gerealiseerde omzet van 70 miljoen euro door beide luchthavens is volgens Watteeuw echter te gering om hun personeelskosten te dekken. Hij vindt dat Vlaanderen investeert in een “bodemloze put”.

Volgens directeur van de Oostendse luchthaven Gino Vanspauwen
verbiedt de Vlaamse overheid een volledig commercieel financieringsmodel, waardoor de luchthaven onmogelijk volledig zelfbedruipend kan zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content