UBS Belgium is de beste private banker

© reuters

UBS Belgium wint de MoneyTalk Private Banking Award 2011. In de eindsprint sprong de Zwitserse vermogensbeheerder net over zijn Nederlandse concurrent ING.

De beheerders met een duidelijk businessmodel, een goed risicomanagement en een sterke relatie met hun cliënten scoorden het beste bij de beoordeling.

Na een grondige evaluatie heeft de onafhankelijke jury UBS Belgium, de Belgische dochtermaatschappij van de groep UBS uit Zwitserland, uitgeroepen tot de winnaar van de MoneyTalk Private Banking Award. Zijn Nederlandse concurrent ING werd tweede. In de sprint van de kopgroep kwamen Bank Degroof, KBC en BNP Paribas Fortis respectievelijk als derde, vierde en vijfde over de eindstreep.

Vermogensbeheerders met een duidelijk businessmodel, een goed risicomanagement en een sterke relatie met hun cliënten scoorden duidelijk het beste bij de beoordeling. Ook bij de vorige editie van de prijs, twee jaar geleden, kwam UBS Belgium al als beste Belgische vermogensbeheerder uit de bus.

„Wij hebben lessen getrokken uit de financiële crisis en de fraudeschandalen”, zegt Marcel Bruehwiler, de nieuwe CEO van UBS Belgium. „Zo heeft UBS zijn controlemechanismen opgevoerd. We hebben onze activiteiten als investeringsbank afgestemd op het vermogensbeheer door in 57 landen een sterke vestiging uit te bouwen. In elk land houden de beheerders rekening met de eigenheid van de bevolking. Die strategie heeft vruchten afgeworpen. Vorig jaar realiseerde de groep een nettowinst van 4,2 miljard Zwitserse frank op een totale portefeuille van 1460 miljard Zwitserse frank.”

Eind 2012 viert UBS een dubbele verjaardag: de groep bestaat 150 jaar en de Belgische dochtermaatschappij 10 jaar.

Hogere kwaliteit
Over het algemeen waren de antwoorden op onze vragenlijst van veel hogere kwaliteit dan twee jaar geleden. Dat wijst erop dat de vermogensbeheerders hebben ingezien dat het belangrijk is hun imago op te poetsen. De financiële crisis van eind 2008 heeft het vertrouwen van de consument in de financiële sector aangetast. Wie vandaag open communiceert met zijn klanten, wint veld. De relatief hoge score van een nichespeler zoals Banque Transatlantique, die zich enkel richt tot rijke families van Franse origine in ons land, bewijst de kracht van transparantie.

„Door de kwaliteit van de inzendingen was de jurering moeilijker dan twee jaar geleden”, bevestigt jurylid Bart Lammens, een voormalige medewerker van Bank Degroof en Merit Capital, die nu algemeen directeur is van het Autonoom Gemeentebedrijf voor de Ontwikkeling van Sint-Truiden (AGOST). „De kandidaten waren stuk voor stuk professionele vermogensbeheerders die voldoende controlemechanismen en performante selectieprocedures hadden ingebouwd om een hoogwaardige dienstverlening te garanderen. Toch is de naleving van de Europese beleggingsrichtlijn – de Markets in Financial Instruments Directive (MiFID) – voor veel spelers nog altijd niet vanzelfsprekend. De strengere regels worden vandaag als bedreigend ervaren, maar dat is waarschijnlijk van korte duur. Op termijn komt die regelgeving de transparantie en het vertrouwen in private banking ten goede.”

„Vooral de groeiende aandacht voor de risicobeheersing viel op”, zegt jurylid Jan Annaert, hoogleraar beleggingsanalyse aan de Universiteit van Antwerpen, „hoewel ik weleens de indruk kreeg dat die opdracht werd uitbesteed aan het groepsniveau van de bank. Daarin is duidelijk de hand van de regulator te merken. Ook de rapportering van de prestaties is verbeterd. Terwijl veel vermogensbeheerders zich er twee jaar geleden met een eenvoudige indexvergelijking vanaf maakten, gebruiken ze nu steeds meer stijlanalyses. Bovendien passen KBC en UBS die instrumenten proactief toe, zodat hun klanten kunnen zien welke impact bepaalde beslissingen op hun beleggingen hebben. Bij Bank Degroof is het positief dat de beloning van de relatiebeheerder losstaat van het rendement van de portefeuille.”

Te weinig transparantie
“Transparantie is de kern van goed vermogensbeheer”, zegt Denis Caprasse, associate partner van Risk Dynamics. “De informatie van de private bankers naar hun klanten kan beter, maar dat is geen typisch Belgisch probleem. Overal in de Europese Unie verloopt de opstelling van het cliëntenprofiel niet grondig genoeg. Bovendien controleren de investeringsmaatschappijen de gegevens niet die cliënten hen verstrekken.” Zo worden heel wat beleggers opgezadeld met financiële producten die niet bij hun profiel passen en waar ze geen kaas van hebben gegeten.

Voorts is de gerechtsdeurwaarder van de Moneytalk Private Banking Award verbaasd door het gebrek aan informatie over de vergoedingen, die de vermogensbeheerders van derde partijen krijgen – in het vakjargon inducements of lokmiddelen – voor de verkoop van bepaalde producten aan hun cliënteel. Caprasse: “Uitgezonderd Van Lanschot stort geen enkele private banker die provisies automatisch door aan de klant. Alleen bij de verkoop van eigen beveks worden de zogenoemde retrocessies van derden terug in het fonds gestort. Wel stelt BNP Paribas Fortis detailinformatie over de provisies enkel ter beschikking via de ombudsdienst, om belangenconflicten te vermijden. De rest doet alsof zijn neus bloedt, behalve als de klant er expliciet om vraagt. Nochtans stelt de handleiding voor goede praktijken die de Europese toezichthouder ESMA in 2010 heeft goedgekeurd dat het belang van de klant moet primeren.”

“De verschillen tussen de scores waren niet substantieel”, besluit jurylid Stefan Duchateau, hoogleraar risicobeheer van de Hogeschool Universiteit Brussel. “Dat wijst er onrechtstreeks op dat de methodologie van de vermogensbeheerders op elkaar gelijkt. Ze hebben ook allemaal op dezelfde manier gereageerd op het financiële debacle van eind 2008 door te evolueren naar een verregaande individualisering en meer aandacht te besteden aan risicorapportering. Persoonlijk vind ik dat dit ten koste van de diepgang gaat. De nadruk op de persoonlijke relatie met de cliënten doet de technische aspecten van het portefeuillebeheer naar de achtergrond verdwijnen. De risicorapporten hebben dikwijls niet veel meer om het lijf dan enkele voor de hand liggende grafieken, al zijn er lovenswaardige pogingen gedaan om werk te maken van een correcte analytische aanpak.”

Eric Pompen

Duidelijk en eerlijk graag

Uit een onderzoek van het consumentenprogramma Volt is gebleken dat één op de twee banken geen beleggersprofiel opstelt van een nieuwe klant die 50.000 euro op een rekening zet. Toch is dat wettelijk verplicht. De verkiezing van de Moneytalk Private Banking Award bevestigt die conclusie. Nog altijd verkopen vermogensbeheerders producten die niet zijn afgestemd op de kennis en de ervaring van hun cliënten. Daarmee lappen ze de Europese beleggingsrichtlijn (MiFID) aan hun laars. Ook storten ze de externe commissies – de zogenoemde retrocessies – niet automatisch door aan de beleggers, terwijl MiFID de financiële instellingen ertoe verplicht om de klant de beste voorwaarden te geven. Dat is geen resultaats- maar een middelenverbintenis, waarbij de bank naar beste vermogen in het voordeel van de cliënt moet handelen.

Als reactie op de financiële crisis wil Europa nog strengere regels invoeren voor de banken. Vermogensbeheerders zullen dus nog meer moeten investeren in risicomanagement, de naleving van de wetgeving en de kwaliteitscontrole op externe producten. Gelukkig toont onze studie van de private bankers in ons land aan dat de kwaliteit de laatste twee jaar is gestegen.

Maar de zwakke punten blijven: onvolledige communicatie, eigen fondsen worden voorgetrokken – want die brengen meer op voor de eigen instelling – en lokale relatiebeheerders krijgen te veel vrijheid. Daarom moet de publieke toezichthouder de werking van de banken nog meer controleren. Uiteindelijk zal de markt evolueren naar het Nederlandse model, waarbij een algemene vergoeding voor financiële dienstverlening wordt aangerekend in plaats van een verzameling administratiekosten. Dat is duidelijker en eerlijker.

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content