In zijn jaarlijkse analyse over het reilen en zeilen van Oostende en de Oostendse haven luidt professor Georges Allaert (UGent) de alarmbel.
De meeste havengebonden ondernemingen hebben een kleine economische dynamiek (omzet, toegevoegde waarde, tewerkstelling).
“Die dynamiek trappelt al jaren ter plaatse en er komt maar geen beterschap in”, stelt Allaert vast. Ook de maritieme trafiek krijgt rake klappen: van 8,5 miljoen ton tot 4,9 miljoen eind 2010, bijna een halvering. Oostende zag ook het aantal scheepsbewegingen drastisch teruglopen: van 5000 in 2008 tot 2500 in 2010.
Daar komt een klimaat van desinvestering in de maritieme sector bij, hoewel er een uniek cluster van familiebedrijven actief is. Heel wat familiale kmo’s bestuderen of ze beter elders aan de slag kunnen.
“Gezien de sociaal-economische crisis is het onbegrijpelijk dat de dynamiek van het kmo-weefsel opgeofferd wordt voor een onzekere nieuwe economie”, schrijft Allaert. Hij heeft het over de plannen om in Oostende grootschalige energieprojecten (een ‘Energy Port’) neer te poten.
De kmo’s hebben ook hun twijfels omdat er sprake is van een groot vastgoedproject op de plaats waar zij nu actief zijn. Minister van Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters moet hierover klare wijn schenken.
Allaert stelt voorts vast dat de fusieplannen tussen de haven van Oostende en die van Zeebrugge (onder de noemer Zeebroos) lood in de vleugels hebben, hoewel de activiteiten van beide havens op bepaalde plaatsen bijna rimpelloos in elkaar overvloeien. De lokale politiek draagt amper bij aan de ontwikkeling en de aantrekkingskracht van Oostende.
Er heerst veel rechtsonzekerheid en heel wat terreinen in de Oostendse haven liggen er verloederd, troosteloos en chaotisch bij.
K.C.
